Het Luthers Kerkelijk Jaar: zo zit dat in elkaar

Het Luthers Kerkelijk jaar is gecentreerd rond de feesten Kerst en Pasen.

Vier zondagen vóór Kerst begint het Nieuwe Kerkelijk Jaar met  Advent.

Deze zondag is dan de 1e Adventszondag,  daarna volgen respectievelijk de 2e, 3e en 4e Adventszondag. 

Eerste Kerstdag valt altijd op 25 december en 2e Kerstdag (tevens de dag waarop de steniging van diaken Stephanus wordt herdacht )op 26 december.

In Bachs tijd was er ook nog een 3e Kerstdag op 27 december.

De zondag daarna is uiteraard de zondag ná Kerst.

Nieuwjaarsdag, op 1 januari, is de achtste dag ná Kerst, waarop de naamgeving (besnijdenis) van Jezus wordt gevierd.

De zondag ná nieuwjaar wisselt per jaar van datum.

Epifanie (= verschijning) op 6 januari is de oudste christelijke feestdag, nog eerder dan Kerst. Oorspronkelijk werd op deze dag de doop van Jezus in de Jordaan herdacht, en/of zijn eerste wonder tijdens de bruiloft van Kana. Later werd het het feest van Drie Koningen.

Ná Epifanie zijn 6 zondagen mogelijk: 1e, 2e, 3e, 4e, 5e en 6e zondag ná Epifanie.

Of die zondagen er allemaal zijn, of dat er een paar wegvallen, hangt af van de datum van Pasen.

De datum van Pasen is afhankelijk van de maanstand: 1e Paasdag valt  op de eerste zondag ná de eerste volle maan in de Lente (ná 21 maart dus).

De Kersttijd wordt afgesloten op 2 februari: "Maria Reiniging"; "Maria Lichtmis": refereert in feite aan de presentatie van Jezus in de tempel, 40 dagen ná zijn geboorte)

Negen zondagen vóór Pasen begint het aftellen naar Pasen toe. Die zondag is Septuagesima, daarna volgen de zondagen Sexagesima, Quinquagesima, Invocavit, Reminiscere, Oculi, Laetare, Judica en tenslotte Palmzondag.

Intussen heeft op 25 maart Maria Boodschap (Annunciazione) plaatsgevonden, wat refereert aan de aankondiging van Jezus geboorte door de aartsengel Gabriël.

Goede Vrijdag, is de laatste vrijdag vóór Pasen, dan wordt Jezus' kruisdood herdacht. Voor deze dag heeft Bach zijn Passionen geschreven.

Net als bij kerst zijn er drie Paasdagen: 1e, 2e en 3e Paasdag, op zondag, maandag en dinsdag.

Ná Pasen komen achtereenvolgens de zondagen Quasimodogeniti, Misericordias Domini, Jubilate, Cantate, en Rogate.

De donderdag ná zondag Rogate is Hemelvaartsdag, waarop de hemelvaart van Jezus wordt herdacht.

Daarna volgt zondag Exaudi, en dan komt het Pinksterfeest, waarop de komst van de Heilige Geest wordt herdacht en die alweer een zondag, maandag en dinsdag omvat: 1e, 2e en 3e Pinksterdag.

Omdat we nu een Vader, Zoon en Heilige Geest hebben, kunnen we de volgende zondag de drie-eenheid vieren: zondag Trinitatis. De zondagen daarna worden doorgeteld als 1e, 2e, 3e tot en met eventueel 26e zondag na Trinitatis, waarna de 1e Adventszondag weer begint.

In die periode hebben we nog een Johannesfeest op 24 juni, waarop de geboorte van Johannes de Doper wordt herdacht, een Onze Lieve Vrouwe Visitatie op 2 juli waarbij aan het bezoek dat Maria aan Elisabeth bracht aandacht wordt geschonken, een Michaëlisfeest op 29 september, gewijd aan de aartsengel Michaël, die maar druk is geweest met al zijn boodschappen en een Reformatiefeest op 31 oktober, volgens de overlevering de dag waarop Luther zijn 95 stellingen op de deur van de Slotkerk in Wittenberg sloeg, het begin van de Reformatie, waaruit de Lutherse Kerk ontstond.