Componisten

geboren in 1959

 

Johannes Kalitzke (Keulen, Duitsland, 12 februari 1959) studeerde van 1967 tot 1977 piano bij Jeanette Chéro Klavier en van 1974 tot 1976 kerkmuziek in Keulen. Van 1978 tot 1981 studeerde hij aan de Muziekhogeschool Keulen piano bij Aloys Kontarsky, directie bij Wolfgang von der Nahmer, compositie bij York Höller en elektronische muziek bij Ulrich Humpert. In 1982 en 1983 kreeg hij een beurs om aan de IRCAM in Parijs bij Vinko Globokar te studeren.

Van 1984 tot 1990 was hij eerst kapelmeester en later chefdirigent aan het Musiktheater im Revier in Gelsenkirchen. In 1986 kreeg hij de leiding van het Forum voor Nieuwe Muziek. Vanaf 2015 is Johannes Kalitzke docent directie aan de Mozart Universiteit in Salzburg. Hij treedt als dirigent en componist met allerlei orkesten en op allerlei festivals in de hele wereld op. Johannes Kalitzke woont als freelance kunstenaar afwisselend in Keulen en Wenen, is getrouwd met Monika Kalitzke en heeft twee kinderen.

Johannes Kalitzke componeerde

     3 opera’s

- Inferno, 2004, opera naar het gelijknamige toneelstuk van Peter Weiss. libretto Johannes Kalitzke naar Peter Weiss. Geheel eigen klankwereld.

     2 theatermuziekwerken

     1 installatie

     6 werken voor zangstem(men) en orkest (en elektronica)

     8 werken voor orkest (en elektronica)

- Story Teller,  2016, voor cello en orkest

     6 (series) werken voor (zang)stem(men) en instrument(en)

     1 werk voor koor, instrumenten (en elektronica)

     3 werken voor een instrument solo (en elektronica)

     1 werken voor zangstemmen a capella

     8 kamermuziekwerken

- Figuren am Horizont, 2011, voor viool solo en zes instrumentalisten

     1 pianowerk 

     1 orgelwerk

 

Peter Ablinger (*Schwanenstadt, Boven-Oostenrijk, 15 maart 1959). Hij ging naar de grafische hogeschool in Linz en studeerde jazzpiano van 1977 tot 1982 in Graz. Hij studeerde ook nog compositie bij Gösta Neuwirth in Graz en bij Roman Haubenstock-Ramati in Wenen. Vanaf 1982 woont Peter Ablinger in Berlijn.

Peter Ablinger componeerde

     38 klankinstallaties

     14 (series) orkestwerken

     44 ensemblewerken

     45 (series) vocale en instrumentale  kamermuziekwerken

     30 (series) werken voor één instrument (met bijgeluiden)

     20 (series) vocale werken

     17 (series) elektroakoestische werken

 

Sebastian Currier (*Providence, Rhode Island, Verenigde Staten, 16 maart 1959) groeide op in een familie van getalenteeerde musici, waaronder zijn broer, Nathan Currier,  ook een bekende componist. Sebastian Currier studeerde aan de Juilliard School en Manhattan School of Music.

Sebastian Currier componeerde

     1 orkestwerk

- Microsymph, een symfonie van 30 minuten, gecomprimeerd in 10, 1997

     1 werk  voor orkest en koor

     6 concerten

- "Time Machines"  voor viool en orkest, 2007, zevendelig concert, geschreven voor en opgedragen aan Anne-Sophie Mutter

- pianoconcert, 2006

- Aether, voor viool en orkest, 2018, briljant

     orkestwerken

     19 kamermuziekwerken

- Clockwork, 1989,  voor viool en piano, geschreven voor violist Lewis Kaplan

- Aftersong, 1994, voor viool en piano,  opgedragen aan Anne-Sophie Mutter

- Crossfade, 2005, voor twee harpen

- Remix, 2005, voor kamerensemble en electronics.

     1 multimediawerk

     1 werk voor zangstem en instrumenten

     1 werk voor zangstem en piano

     5 werken voor piano

     1 werk voor viool

     1 werk voor gitaar

www.sebastiancurrier.com

 

Vakhtang (Vato) Kakhidze (*Tbilisi, Georgië, 23 maart 1959) is de zoon van dirigent Jansug Kakhidze. Hij begon piano te studeren vanaf zijn 6de jaar. In 1975 ging hij van de Muziekhogeschool af als koordirigent. Vakhtang Kakhidze studeerde tot 1981 aan het Moskou Staatsconservatorium compositie bij Nikolai Sidelnikov en tot 1983 orkestratie bij Edison Denisov. In 1988 en 1989 studeerde hij nog directie bij zijn vader dirigent Jansug Kakhidze. Vanaf 1989 is Vakhtang Kakhidze praktiserend dirigent . Hij is de dirgent van het Tbilisi Symfonie-orkest vanaf 1993. Hij nam tot nu toe 25 CD’s op. Vanaf 2002 is hij oo artistiek directeur van het Jansug Kakhidze Tbilisi Centrum voor Muziek en Cultuur.

Vakhtang Kakhidze componeerde in elk geval

     50 muziektheaterwerken

     1 opera

     3 balletten

     3 cantates
     6 orkestwerken

     1 werk voor brassband

     2 werken voor koor, zangers en orkest

- Requiem, voor gemengd koor, mannensextet, vrouwenkwartet en jongenssopraan. Monumentaal werk.   

     1 koorwerk

     1 werk voor zangers

     3 werken voor zanger(s) en instrumenten

     1 kamermuziekwerk

     jazzcomposities

     liederen

     20 filmscores 

http://vakhtangkakhidze.com

 

Jacob de Haan (*Heerenveen, 28 maart 1959) publiceert ook werken onder de pseudoniemen Dizzy Stratford en Tony Jabovsky. Jacob de Haan kreeg als zoon van een muziekinstrumentenmaker en enthousiast amateurtrombonist al vroeg pianoles bij Martin Kuipers en cornetles bij Jan Holtrop aan de muziekschool in Heerenveen. Toen hij 14 jaar oud was begon hij te componeren. Op zijn 16e werd hij organist in de Nederlands-hervormde kerk te Heerenveen.

Hij studeerde schoolmuziek bij Hiepko H. Boer, HaFa-directie bij Henk van Loo en orgel bij Piet Post en Jan Jongepier aan het stedelijk conservatorium te Leeuwarden. Jacob de Haan gaf les aan verschillende muziekscholen in Nederland. Hij woont in Rotterdam en werkt op het moment voornamelijk als componist en arrangeur.

Jacob de Haan componeerde

     orkestwerken

- 1ste symfonie “The Book of Urizen", 2011

     82 werken voor harmonie- fanfare- en brassbands, soms in samenwerking met koren

- Concerto d'Amore, 2004

- Bliss, driedelig werk, geďnspireerd door een "heerlijkheid" (landgoed) in Dussen, Noord-Brabant

     9 koorwerken

- Missa Brevis, 23 juni 2002, voor koor en harmonieorkest of orgel, geschreven er gelegenheid van het duizendste geboortejaar van Paus Saint-Léon IX. Zowel met Latijnse als met Nederlandse tekst

     solowerken voor blaasinstrumenten

- Introduction and Modern Beat, solo voor Flügelhorn, 1991 (Dizzy Stratford).

www.jacobdehaan.com

 

Craig Armstrong, OBE (*Glasgow, Schotland, 29 april 1959) studeerde compositie, viool en piano aan de Royal Academy of Music van 1977 tot 1981. Nieuwjaar 2010 werd Craig Armstrong geridderd tot Officer of the Order of the British Empire (OBE).  

Craige Armstrong componeerde

     1 opera

     2 theatermuziekwerken

     14 (series) orkestwerken (ook met zangstem(men))

- Stac Lee, 2016, arrangement van een vergeten melodie van het eiland St Kilda

     1 kamermuziekwerk

     12 werken voor zangstem(men), slagwerk en piano

     12 andere werken

     30 filmscores

- Moulin Rouge!, 2001, Golden Globe Award voor Best Original Score

- Bridget Jones’s Baby, 2016

http://craigarmstrong.com

 

Elaine Fine (*Cleveland/Ohio, Verenigde Staten, 30 april 1959) speelde aanvankelijk viool, voordat ze aan de Juilliard School of Music bij Julius Baker fluit ging studeren. Na haar studien werd Elaine Fine docent aan de stadsmuziekschool Schladming in Oostenrijk. Ondertussen studeerde ze blokfluit in Wenen, traverso in Boston en compositie aan de Eastern Illinois University. Ze werkte als docent en violiste aan de Eastern Illinois University.

Elaine Fine componeerde

     3 opera’s

- Sneeuwkoningin, opera in drie bedrijven, april 2002, naar Hans Christiaan Andersen

     7 theatermuziekwerken

     4 orkestwerken

- high speed rail, voor strijkorkest

     55 kamermuziekwerken

     1 elektronisch muziekwerk

     3 (series) liederen voor zangstem en piano

     2 werken voor koor en piano

www.dwightwinenger.net/fine.htm

 

Jetse Bremer (*Heerenveen, 9 mei 1959) begon, gestimuleerd door Simon Pluister, in 1977 een opleiding aan het Stedelijk Conservatorium te Zwolle. Na een korte periode schoolmuziek schakelde hij over op zang met bijvak viool (respectievelijk in 1983 en 1984 afgesloten).

Vanaf zijn zestiende jaar werkte Bremer al met koren. Hij was als tenor verbonden aan het Nederlands Kamerkoor te Amsterdam. Naast componeren en arrangeren van vocale muziek is hij tevens dirigent van diverse koren.

Jetse Bremer componeerde

     10 musicals

- Goede buren

     1 kindermusical

- Niet vergeten

     1 oratorium

- Een zee van leugens

     toneelmuziekwerken

- Steen, voor acteurs, koor en harmonieorkest

- Zand ervover, a cappella muziektheatervoorstelling

     5 Werken voor brassband

     3 (series) kamermuziekwerken

     "klassieke" koorwerken

- William Shakespeare Love Songs, 4 liederen voor vijf vrouwenstemmen a cappella, een aanrader

+ When Daisies
+ Shall I compare thee to a summer’s day
+ Sigh No More, Ladies

     koorwerken voor kinderkoor

-  Een hond gaat op reis, 1993, zes liederen op teksten van Willem Wilmink

4. Een dode vogel

     popkoorwerken

     jazzkoorwerken

     16 liederen met instrumentale begeleleidng

     31 pianowerken

- 9 popnummers

- 22  jazznummers 

www.jetsebremer.nl

 

Murat Üstün (*Izmir, Turkije, 10 mei 1959) ging op 10-jarige leeftijd naar het Staatsconservatorium in Izmir. Daar studeerde hij 9 jaar hoorn en piano. In 1979 kon hij aan de Hochschule für Musik in Keulen bij Erich Penzel verder studeren.

Murat Üstün werkte daarna als dirigent, arrangeur en componist. Sinds 1990 geeft hij daarnaast les op hoorn en piano aan de muziekschool in Dornbirn in Oostenrijk en sinds oktober 2010 is Murat Üstün dirigent van het stadsorkest Feldkirch. Murat Üstün woont in Klaus, Vorarlberg, Oostenrijk.

 Murat Üstün componeerde

     2 theatermuziekwerken

     3 orkestwerken

     1 werk voor koor, stem en orkest

     18 (series) kamermuziekwerken

- "Türkische Lieder" voor 1-2 C-instrumenten (en piano), twee boeken, 2013.

     2 werk voor stemmen en instrumenten

     3 koorwerken a cappella

     2 werken voor een instrument solo

 

Norbert Wissing (Amsterdam, 18 mei 1959 – 3 maart 2019) was de zoon van een amateurpianist. Hij groeide op in het Gooi en werd door zijn vader op het muzikale pad gezet. Vanaf zijn negende jaar, toen Norbert Wissing de Symphonie Phantastique van Hector Berlioz had gehoord hoorde in het Concertgebouw wilde hij componist worden. Op het Conservatorium van Utrecht studeerde Norbert Wissing van 1982 tot 1985 compositie bij Lex Van Delden. Om in leven te kunnen blijven zorgde hij er ook voor horecadiploma’s te behalen en werkte hij enkele jaren als kok bij het Holland Casino. In 2008 werd Norbert Wissing lid van de Centrale Cliëntenraad van HVO-Querido, in 2010 werd hij vicevoorzitter en van 2012 tot halverwege 2018 was hij voorzitter. In die functie was hij een strijdbare voorvechter van de rechten van cliënten en een onvermoeibaar behartiger van hun belangen. Hij overleed onverwachts aan een hartaanval.

Norbert Wissing componeerde gematigd modern of Neo-Romantisch. Hij gebruikt lange melodische lijnen en op kwarten gebaseerde harmonieën. Krachtige en verfijnde orkestraties. Waarom horen en weten we niets over deze Nederlandse jonggestorven componist?

Norbert Wissing componeerde in elk geval

     1 theatermuziekwerk

     4 symfonieën

     8 andere orkestwerken

     15 kamermuziekwerken

     1 liedcyclus voor zangstem en instrumenten

     4 werken voor een instrument solo

     15 arrangementen (met Hans van Eck)

 

Theo Verbey (Delft, 5 juli 1959 – Amsterdam, 13 oktober 1919) ging in 1977 trompet studeren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Peter Masseurs en stapte na een jaar over naar compositie bij Peter Schat en muziektheorie bij Hein Kien en Diderik Wagenaar. Na zijn afstuderen in 1984 volgde Theo Verbey nog een aantal compositie en directiecursussen.

Theo Verbey was sinds 1984 docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Vanaf 1995 doceerde hij instrumentatie aan het Conservatorium van Amsterdam. Theo Verbey woonde sinds 1990 in Amsterdam en was getrouwd met violist Eileen Stevens. Op 13 oktober 2019 stapte hij uit het leven.

Theo Verbey componeerde

     12 concerten

     26 andere orkestwerken

- Expulsie, 1990,  voor groot ensemble

- Alliage, 1999

- Fractal Symfonie, 2004, gebruikt voor het ballet Memory of a Shape, choreografie Regina van Berkel, monumentaal, dansant, sterk ritmisch ballet, met prachtige videobeelden

- Fractal Variations, 2005

- Triade

- LIED, voor trombone en orkest, 2007, opgezet als vier liederen

- Lumen ad Finem Cuniculi, 2015, ter herdenking aan de sluiting van de Nederlandse mijnen in 1965

- Invitatieon tot a Beheading, 2017

- After the Great War, 2019, hommage aan de gesneuvelde soldaten in de Eerste Wereldoorlog.

- Ariadne, 2019, zijn laatste werk, gecomponeerd voor het concertgebouworkest.

     16 kamermuziekwerken

- 4 preludes to infinity voor hobo, viool, altviool en cello, 2012, geschreven voor The Stolz Quartet 

     5 vocale werken

     4 werken voor een instrument solo

     15 instrumentaties van werken van andere componisten

- Alban Berg: pianosonate 1, gearrangeerd voor orkest, 1984

- Schubert: Andante uit pianosonate A grote terts, 1990

www.theoverbey.com

 

James MacMillan, CBE (*Kilwinning, North Ayrshire, Schotland, 16 juli 1959) zijn  grootvader, mijnwerker George Loy (geboren in 1910) speelde eufonium in de brassband en zong in het kerkkoor. Hij ga zijn kleinzoon James MacMillan een kornet en nam hem mee naar de brassbandrepetities. En hij stimuleerde hem om orgel in de kerk te gaan spelen. Bijn grootvader thuis was het een en al muziek. James studeerde al jong piano en trompet en besloot als negenjarige om componist te worden. Als katholieke jongen op een Protetantse school zette hij het Sanctus op muziek, zodat hij als bijnaam bij zijn medescholieren "Big Sanctus" of "Jim the Tim" (=katholiek) kreeg. Hij studeerde daarna muziek aan de Universiteit van Edinburgh bij Rita McAlister en compositie aan de Durham University bij John Casken. James MacMillan doceerde muziek aan de Universiteit van Manchester van 1986 tot 1988. Na zijn studies ging hij terug naar Schotland. Hij werd de thuiscomponist van het Scottish Chamber Orchestra, en nam deel aan leerprojecten in klassieke muziek.

In 2000 werd James MacMillan tot 2009 benoemd tot dirigent en thuiscomponist van de BBC Philharmonic. Hij werd (mede-)beschermheer van het London Oratory School Schola Cantorum. Met ingang van het seizoen 2010-2011 trad hij aan als vaste gastdirigent van de Radio Kamer Filharmonie.

James Mac Millan is Lekendominicaan. Hij is een stevig verdediger van het Rooms-Katholicisme.

James MacMillan is getrouwd met Lynne en heeft twee dochters en een zoon.

In 2004 werd hij ridder in de Order of the British Empire (CBE) in 2004, en in 2015 Knight Bachelor  Sinds 2014 organiseert James MacMillan aan het begin van elk najaar een muziekfestival in Schotland: Cumnock Tryst.

James MacMillan componeerde

     3 opera’s

     3 toneelmuziekwerken

     5 symphonieën

- Sinfonietta, 1991, voor kamerorkest, in opdracht van  het London Sinfonietta

- Symfonie nr. 2, 1999, voor kamerorkest, geschreven voor het Schots kamerorkest

- Symfonie nr. 3 – Silence, 2002, gebaseerd op het boek Stilte,  van Shusako Endo over de vervolging van de christenen in het 17de-eeuwse Japan.

- Symfonie nr. 5, Le grand inconnu (Het grote onbekende), 2019, indrukwekkende driedelige symfonie, gebaseerd op de elementen lucht, water en vuur 

     22 concerten

- pianoconcert nr. 1 "The Berserkers", 1990; Beserkers: Keltische krijgers die zichzelf tot razernij brachten door alcohol en paddenstoelenvergif; het gepassioneerde, maar uiteindelijk nutteloze krachtsvertoon komt in dit concert terug.

- The World Ransoming voor althobo en orkest,1996.

- vioolconcert, 2009, voor Vadim Repin, extreem rusteloos.

- hoboconcert, 2010, voor hobo en kamerorkest

- Seraph, concertino voor trompet en strijkers, 2010

- Percussion Concerto nr. 2, 2014, voor slagwerk en orkest

- tromboneconcert,  2016, geschreven voor trombonist Jörgen Van Rijen

     24 andere orkestwerken.

- Tryst, 1989, voor kamerorkest, in opdracht van het Schots kamerorkest, swingend meesterwerk

- The Confession of Isobel Gowdie, 1990, requiem voor een vrouw, in de 16de eeuw in Schotland onschuldig ter dood gebracht wegens hekserij

- Veni, Veni, Emmanuel, concerto voor percussie en orkest, 1992 met materiaal dat is afgeleid van het 15de eeuwse Franse lied: O kom, o kom Immanuël (Liedboek Lied 125). Het is het meest uitgevoerde concerto van de jaren 90. 25 maart 2003 was in Birmingham de 300ste uitvoering. Geschreven voor de dove percussioniste Evelyn Glennie

- Tuireadh (Keltisch: klacht), 1991 voor klarinet en strijkorkest, 1995 versie voor symfonieorkest, instrumentaal requiem ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de ramp met het olieproductieplatform Alpha Piper North in 1988

- Kiss on Wood, 1993, voor cello en strijkorkest, gearrangeerd voor cello en kamerorkest in 2008 voor celliste  Natalie Clein, gebasseerd op de hymne “Ecce lignum crucis in quo salus mundi pependit: Venite adoremus”

- Í (A Meditation on Iona), 1996, voor strijkorkest en percussie

- From Ayrshire, 2005, voor viool en kamerorkest, geschreven voor violist Nicola Benedetti; Ayrshire was MacMillans’ geboortestreek in Schotland; gloedvol

- Woman of the Apocalyps, 2012, symfonisch gedicht. Het aaneensluitende werk bestaat uit vijf onderdelen, elk geďnspirerd door een schilderij en het daarbij behorende verhaal. Soort schilderijententoonstelling

5. The Coronation, apocalyptisch hoogtepunt

- One, voor kamerorkest, 2012

- Larghetto for Orchestra, 2017, orkestratie van het achtstemmige a capella koorwerk Miserere uit 2009

     4 werken voor harmonieorkest en brassband

     16 grote religieuze werken

- Seven Last Words from the Cross, 1993, cantata voor dubbelkoor en strijkorkest

- Magnificat, 1999, voor solisten, koor en orkest

- Nunc Dimittis, 2001, voor solisten, koor en orkest

- Johannespassie, 2007, voor bariton solo, koor en orkest, opgedragen aan Sir Colin Davis ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag

- Since it was the day of Preparation... , 2011, veertiendelige  Passiemuziek voor bas solo, gemengd koor en instrumentaal ensemble. Boeiend werk.

1. Part I. Introduction, een solo voor theorbe van 3 minuten

- Lukaspassie, 2013, voor gemengd koor, kinderkoor, kamerorkest en orgel

- Stabat Mater, 2015,voor koor en orkest

- Christmas Oratorio, voor sopraan, bariton, koor en orkest

     120 (series) koorwerken, waarvan sommige met solisten, instrumenten of orkest, ook vaak religieuze werken

- A Child's Prayer, 1996, voor twee alten en koor a cappella, hartverscheurend werk, geschreven naar aanleiding van de schietpartij in het Schotse Dunblane, waarbij 16 schoolkinderen om het leven kwamen.

- The Gallant Weaver, 1997, voor koor a capella, Schotse tekst van Robert Burns

- A New Song, 1997, anthem voor gemengd koor en orgel, tekst psalm 96

- O bone Jesu, 2001, geschreven voor "The Sixteen" en hun dirigent Harry Christophers

- Tenebrae Responsories, 2006,  geschreven voor Cappella Nova

- O, 2008, adventantifoon voor 21 december, voor drie vrouwen/kinderkoren, trompet en strijkorkest; prachtige hymne;

- Bring us, O Lord God, 2009, voor gemengd koor a capella

- Miserere, psalm 51, 2009, 8-stemmig a capella, geschreven voor "The Sixteen" en hun dirigent Harry Christophers, boetepsalm met hoopvol einde,  verfijnd en dramatisch

- The Strathclyde  Motets, 14 motetten geschreven voor het Strathclyde University Chamber Choir, 2005-2010

9.   Data Est Mihi Omnis Potestas, 2007, voor vierstemmig gemengd koor a capella

12. Lux aeterna, 2008,  voor vierstemmig gemengd koor a capella

- Tu es Petrus, 2010, voor gemengd koor, orgel, koperblazers en slagwerk, ter gelegenheid van bezoek van Paus Benedictus XVI aan Londen in 2010, indrukwekkend.

- Hodie Puer Nascitur, 2011, motet voor koor en ensemble, gebaseerd op een anonieme 14de eeuwse Frans-Cypriotische antifoon. Betoverende orkestratie

- Ave maris stella, voor gemengd koor a capella, 2011, vespergezang voor Maria

- Sun-Dogs, 2012, 5-delig werk voor gemengd koor op een gedicht van Michael Symmons Roberts.

- The Sun Danced, 2016, voor sopraan, koor en orkest, teksten uit the Apparitions of the Angel en uir Our Lady and from the Miracle of the Sun at Fátima, gecomponeerd ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het wonder van Fátima.

- Vidi aquam, 2019 40-stemmig motet voor 8 SSATB-koren, geschreven voor de ORA Singers, weerspiegeling van Spem in alium van Thomas Tallis: hetzelfde aantal maten, delzelfde muzikale beweging, en toch nieuwe 20ste eeuwse muziek.

     6 werken voor zangstem (en instrumenten)

- in angustiis... II, voor sopraan solo, 2001, tekst van  de componist, uit verschillende oude Engelse, Nederlandse en Latijnse bronnen naar de mis van Joseph Haydn Missa in Angustiis  ("Mis voor benauwde tijden”) uit 1798

     37 kamermuziekwerken

- “...as others see us...,  1990, cyclus voor ensemble van 9 spelers, een schilderijententoonstelling met portretten van onder andere Henry VIII, Lord Byron en T.S. Eliot

- Fourteen Little Pictures, 1997, voor pianotrio, gaat over de 14 kruiswegstaties, spectaculair werk

- Cumnock fair,  voor piano en strijkkwintet, 1999, modernistische fantasie

     10 orgelwerken

- Wedding Introit, 1983, voor zijn eigen huwelijk

- Gaudeamus in loci pace, 1998

- Le Tombeau de Georges Rouault, 2003, ter gedachtenis aan de schilder Georges Roualt (1871-1958)

- Kenga e Krushqve, 2018, voor het huwelijk van zijn zoon

- Toccata, 2019, gecomponeerd voororganist John Scott Whiteley

     12 werken voor een ander instrument solo

 

Jonathan Dove (Engeland, *18 juli 1959) zijn ouders waren beiden architect. Hij leerde al jong piano, orgel en altviool spelen. Jonathan Dove studeerde compositie bij Robin Holloway in Cambridge, arrangeerde een aantal opera's voor de English Touring Opera en de City of Birmingham Touring Opera. Hij was artistiek leider van het Spitalfields Festival van 2001 tot 2006.

Jonathan Dove componeerde

     20 opera’s

- The Adventures of Pinocchio,  opera in twee bedrijven, 2007, libretto Alasdair Middleton gebaseerd op de roman van Carlo Collodi

- The Day After, 2015, libretto April de Angelis voor zangers, dansers en blazersensemble, gebaseerd op de mythe van Phaëton. De jonge Phaëton (tenor) gaat op zoek naar zijn vader Phoebus (bariton) en verliest zich onderweg in de rol van de onbesuisde jongeling die zich een god waant.

     missen

     54 koorwerken, a capella of met begeleiding van instrumenten

     20 orkestwerken

- The Magic Flute Dances, fluitconcert, 1999, mijmert met de toverfluit uit Mozarts “Zauberflöte” na over de gebeurtenissen aldaar.

     24 kamermuziekwerken

- Out of Time, 2001, voor strijkkwartet

- Togetherness,  2021, voor strijkkwartet

     22 (series) liederen

- All you who sleep Tonight,  liedcyclus, 1996

- Ariel, liedcyclus, 1998

- Out of winter, liedcyclus, 2003, tekst Sir Robert Tear, diepgravende, literaire liederen;

- Cut my shadow, liedcyclus, 2011

- The End, voor tenor, hobo, en ensemble, 2012

- In Damascus, 2016, voor tenor en strijkkwartet, naar een Syrisch gedicht over onbeschrijfelijke schoonheid en een lukrake oorlog

www.jonathandove.com

 

Guillo Espel (*Buenos Aires, Argentinië, 31 juli 1959) studeerde aan het Instituto J. Brahms (waar dan ook?) muziekheorie en gitaar en kreeg compositieles van Manolo Juárez en Lito Valle. Daarnaast hield hij zich bezig met popmuziek. Van 1989 tot 1992 was hij vicepresident van de Nueva Generación de Compositores Argentinos. Hij deed wetenschappelijk onderzoek naar de Argentijnse muzikale folklore en doceert van af 2005 tot heden (2019) compositie en instrumentatie aan het Manuel de Falla Conservatorium van Buenos Aires. Vanaf 2018 is hij hoogleraar orkestratie aan het Sebastián Piana Authorization Initiation Institute van SADAIC. Als gitarist, arrangeur en producent werkte hij samen met tientallen muzikanten en tekstdichters.

Guillo Espel componeerde

     1 kameropera

     7 theatermuziekwerken

     8 werken voor een instrument solo

     15 kamermuziekwerken

     8 orkestwerken

     3 pianowerken

     3 werken voor zangstem(men) en instrument(en)

     37 (series) popmuziekwerken

     101 arrangementen en orkestraties

http://www.guilloespel.com.ar

 

Caroline Ansink  (*Amsterdam, 8 augustus 1959) studeerde fluit bij Abbie de Quant aan het Utrechts Conservatorium en compositie bij Joep Straesser van 1983 tot 1988. Hierna bezocht zij enige malen de Koreaanse componist Isang Yun voor advies.

Caroline Ansink is werkt als fluitist bij het Clara Schumann Orchester in Keulen en doceert fluit aan het Utrechts Conservatorium. De laatste jaren werkt zij daarnaast als freelance componist voor alle denkbare bezettingen.

Caroline Ansink componeerde

     3 opera’s

- Stuyvesant Zero, opera in 2 scenes en een debat, 2012, tekst Jonathan Levi, over nationaliteit, religie en vrijheid

     5 orkestwerken

- Utrecht az én városkám ("Utrecht is mijn stad"), 2013, gecomponeerd ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van het Orkest van Utrecht.

     30 kamermuziekwerken

- Shades of Silence, strijkkwartet, 1984

- Skopós,  pianotrio, 1989, opgedragen aan het Nigun-Trio

- Brezze ("Bries") voor strijkkwartet, 1992

     1 werk voor ensemble met electronica

     4 werken koor of vocaalensemble  en instrumenten

     7 werken voor zang- of spreekstem en piano of instrumenten

     2 orgelwerken

- Pyrrhus, 1988, opgedragen aan Gonny van der Maten.

     2 pianowerken

     1 koorwerk

     2 werken voor een in strument solo

     1 werk voor zangstem solo

www.ansink-composer.com

 

Carola Bauckholt (*Krefeld, West Duitsland 21 augustus 1959) werkte een paar jaar aan het theater aan het Marienplatz in Krefeld en studeerde daarna van 1978 tot 1984 bij Mauricio Kagel aan de Muziekhogeschool in Keulen.

In 1985 was Carola Bauckholt medeoprichter van Uitgeverij Thürmchen Verlag in Keulen en in 1991 van het Thürmchen ensemble, ook in Keulen.

Carola Bauckholt componeerde

     15 theatermuziekwerken

     5 videoproducties of producties met video

     12 orkestwerken

     20 werken voor (groot) ensemble

     28 kamermuziekwerken

- Zugvögel,  voor houtblazerskwintet, geschreven voor ensemble Calefax

     17 vocale werken

     5 werken voor een instrument solo 

www.carolabauckholt.de

Luc Brewaeys (*Mortsel, Vlaanderen, België, 25 augustus 1959 ‒ Antwerpen, 18 december 2015) studeerde compositie te Brussel bij André Laporte, in Siena bij Franco Donatoni en in Darmstadt bij Brian Ferneyhough. In de jaren tachtig werkte hij regelmatig samen met Iannis Xenakis in Parijs. Luc Brewaeys gebruikt een uitermate gevarieerd instrumentarium en een aantal van zijn werken kregen een 'knipoog'-titel: het zijn befaamde whiskymerken. Luc Brewaeys overleed op 56-jarige leeftijd na een jrenlangestrijd tegen kanker

Luc Brewaeys componeerde

     22 orkestwerken

- Symfonie nr. 5, "Laphroaig" (een whiskeymerk) voor groot orkest (tien slagwerkers en een extra orkest op het balkon), twee dirigenten en electronca, 1993

- Symfonie nr. 6,  voor orkest en elektronica, 2000

- Along the Shores of Lorn, 2005

- …sciolto nel foro universale del vuoto… , 2015, onvoltooid afgemaakt door zijn leerling Annelies Van Parys

     18 ensemblewerken

     21 kamermuziekwerken

     10 vocale werken

     17 werken voor een instrument solo

     10 elektronische werken

www.lucbrewaeys.com

 

Willem Jeths (*Amersfoort, 31 augustus 1959) begon zijn muzikale carričre in zijn jeugd met pianoles en lessen muziektheorie op de Amersfoortse Muziekschool bij Paul Seelig. Na 1982 studeerde hij compositie aan het Utrechts Conservatorium bij Hans Kox en Tristan Keuris. Hij studeerde ook muziekwetenschap in Amsterdam en was goed op de hoogte van alle ontwikkelingen in de hedendaagse avant-garde. Omdat hij graag wilde meetellen binnen de moderne muziekscene maakte hij daarom behoorlijk abstracte muziek met atonale elementen. Gelukkig stapte hij daar bij het ouder worden vanaf en componeerde hij gewoon mooie  muziek.   

Willem Jeths is docent compositie aan het Fontys Conservatorium in Tilburg sinds 2003. In 2000 was er een driedaags Willem Jeths Festival in Rotterdam. Van 2014 tot 2016 was Willem Jeths "Componist des Vaderlands".

Willem Jeths componeerde

     3 opera's

- Hôtel de Pékin – dreams for a Dragon Queen, libretto Friso Haverkamp, 2008, er is ook een orkestsuite uit samengesteld

- The Tell-Tale Heart (het verraderlijke hart), monodrama voor sopraan en symfonieorkest op basis van Edgar Allan Poe’s gelijknamige korte verhaal, aangepast door Carel Alphenaar, 2017. Een vrouw vermoordt een man omdat zij walgt van diens vaalblauwe gierenoog. Haar schuldgevoel wordt haar fataal. Mini-opera.

- Ritratto (portret), 2019, opera in 7 scenes, libretto Frank Siera, geďnspireerd op een tentoonstelling in Venetië van álle portretten van Luisa Casati. De steenrijke Luisa Casati Stampa di Soncino (1881-1957) leidde een woest leven in de high society van Parijs, Venetië en Rome. Ze omringde zich met vooraanstaande kunstenaars. Met Gabriele d’Annunzio had ze een turbulente verhouding; Léon Bakst ontwierp exotische jurken voor haar. Onder haar motto ‘Ik wil een levend kunstwerk zijn’, liet ze zich veelvuldig portretteren. Voor deze opera ontwierp Jan Taminiau de extravagante kledij. De opera speelt zich af in het paleis van Markiezin Luise Casati (sopraan).

     16 orkestwerken, ook met zangstem(men) en/of koor.

- Scale per orchestra sinfonica, 2010

- Symfonie nr.1, 2012, voor symfonieorkest en mezzosopraan, gedichten uit West-östlicher Divan van Johann Wolfgang von Goethe. Prachtige, elkaar aanvullende en versmeltende orkestkleuren.

- Quale coniugium! (wat een paar!) tekst Pé Hawinkels op basis van schilderijen van Jeroen Bosch, vertaald in het Latijn door Dr. Harm-Jan van Dam, voor zangstem en orkest, 2014.

- Mors aeterna (de eeuwige dood), 2015, diep en donker

- Requiem voor sopraan, bariton, gemengd koor en symfonieorkest, 2016

- Du bist älter, du bist neuer, voor orkest en gemengd koor, 2018, tekst Johann Wolfgang Goethe

- Ritratto: Orchestral Suite, 2021, orkestsuite afgeleid uit de opera Ritratto uit 2019

     15 concerten

- Glenz, 1993, voor viool en strijkorkest

- Meme, voor 2 altviolen en orkest, 2008

- vioolconcert nr. 2 "Diptych Portrait"

- Blokfluitconcert, voor blokfluit en groot orkest, 2014

     30 kamermuziekwerken

- Novelette, 1986, voor viool en piano, opgedragen aan Isabelle van Keulen en Reinild Mees

- Chiasmos, 2000, pianotrio

- Intus Trepidare, 3de strijkkwartet, 2003

- Monument to a universal marriage voor klarinet, strijkkwartet en twee zangstemmen, 2011 om te herdenken dat in Nederland in 2001 het huwelijk is opengesteld voor mensen van dezelfde sexe. Willem Jeths heeft er in 2016 ook een orkestversie van gemaakt

- Doppelgaenger, 2013

- Maktub, 2013, voor blaaskwintet, opgedragen aan het Calefax Reed Quintet

     7 vocale werken

www.willemjeths.com

 

Peter Anthony Togni (*Pembroke, Ontario, Canada, 12 september 1959) woont in Halifax, Nova Scotia. Hij geeft orgelconcerten en concerten met zijn trio Sanctuary.

Peter Anthony Togni componeerde

     muziek voor koor;

     werken voor strijkorkest;

     kamermuziekwerken;

     concerten, onder meer:

- Illuminations voor basclarinet en strijkorkest;

- lamentationes van Jeremia voor koor en basclarinet, opname ECM

     filmmuziek

     pianowerken

 

Jan van de Putte (*12 september 1959) begon op veertienjarige leeftijd te componeren, nadat hij eerder vioolles had gehad. Daarnaast leerde hij basgitaar, altviool en piano spelen. Vervolgens studeerde hij enige tijd muziekwetenschap en sonologie in Utrecht, computermuziek bij Floris van Manen en compositie bij Joep Straesser en Ton Bruynčl. Hij rondde zijn studie af bij Klaas de Vries in Rotterdam. Sinds 1996 woont hij in Parijs.

Jan van de Putte componeerde

     opera’s

     werken voor orkest

- Kagami-jishi, een soort pianoconcert, 2012, won de Matthijs Vermeulenprijs 2013; een intrigerende en geheimzinnige klankwereld

     werken voor zangstem en orkest of groot ensemble

- In hora mortis (1990) op tekst van Thomas Bernhard

- Es schweigt (1993)

- Uma só Divina Linha, voor sopraan en  groot ensemble, 2006, tekst Fernando Pessoa

- Coroai-me de rosas, voor sopraan en groot ensemble, tekst Fernando Pessoa, 2012

- Bamboleamos no mundo, voor sopraan, alt en groot ensemble, tekst Fernando Pessoa, 2013

- Wet snow, 2004

     kamermuziekwerken

     werken voor instrument solo

- Om mij mijzelf met mijn aan mezelf en mezelf en mijn eigen, miniopera voor pauken solo, 1994

 

Peter Vermeersch (*Waregem, België, 25 september 1959) studeerde architectuur, stedenbouw en moderne kunst. Daarna hield hij zich maar als klarinettist met muziek en compositie bezig. Met Thierry De Mey richtte hij in 1983 het instrumentale ensemble Maximalist! op, dat het uithield tot 1989. Daarna richtte Peter Vermeersch de progressieve rockband X-Legged Sally op. De band werd opgeheven in 1997 en daarna werkte Peter Vermeersch met de A Group en de bigband/fanfare Flat Earth Society.

Peter Vermeersch componeerde

     19 werken voor theater– en/of dansvoorstellingen 

     4 (series) werken voor orkest of groot ensemble

     8 kamermuziekwerken

     8 filmscores

- Minoes, 2001, regie Vincent Bal, scenario Burny Bos, naar het kinderboek van Annie M.G. Schmidt, 1970.

 

Ronald (Ron) Ford (*Kansas City, Verenigde Staten, 29 september 1959) studeerde compositie, piano en computerkunde aan de Duke University in North Carolina. Daarna studeerde hij in Nederland compositie en piano aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Ton de Leeuw, Robert Heppener en Louis Andriessen.

Ron Ford woont en werkt vanaf 1983 woont in Amsterdam.

Ron Ford componeerde

     1 opera

     1 muziektheaterwerk

     10 orkestwerken

     3 werken voor blazers

- Chain, voor blaasorkest, 1995, gereviseerd 1997

- Al-Fatiha voor groot blaasensemble, 2000

     16 kamermuziekwerken

- Comma voor klarinet en piano, 1996

- Sequentia voor blokfluitkwartet,1996

     4 werken voor (zang)stem(men) en orkest

     7 werken voor (zang)stem(men) en instrumenten

- Salomé Fast voor ensemble en verteller; Aramese Evangelieteksten, 1996, Matthijs Vermeulenprijs 1998

- The disk  voor verteller en strijkkwartet, 1997; tekst Jorge Luis Borges

- Westron Wind voor geprepareerde piano, altviool, en sopraan, 1990

     2 koorwerken (met solisten)

     1 werk voor zangstem en piano

     4 percussiewerken

- Trarre, 1986, voor 5 drummers

     1 (serie) pianowerken

     2 werken voor carillon

     6 (series) werken voor een ander instrument solo

- Liedje voor Annette voor speeldoos, 2003

 

Steve Martland  (Liverpool, Engeland, 10 oktober 1954 - Reading, 6 mei 2013) studeerde compositie aan de Universteit van Liverpool en in Nederland bij Louis Andriessen.

Steve Martland componeerde

     4 orkestwerken

- Babi Yar, 1983, voor groot orkest in drie groepen

     3 balletten

- Dance Works,1993

- Crossing the Border

- Tiger Dancing, 2005

     2 werken voor blazers of brassband

     25 kamermuziek

- Starry Night, voor percussie en strijkkwartet

     2 werken voor zangstem en instrumenten

     1 werk voor vocaal ensemble en instrumenten

     6 koorwerken

- Street Songs

- Tyger, Tyger

- Skywalk, 2012

     5 pianowerken

     Film- en TVscores

 

Erkki-Sven Tüür (*Kärdla, Estland, 16 oktober 1959) studeerde vanaf 1976 dwarsfluit en slagwerk aan de Muziekschool van Tallinn. Daarna studeerde hij vanaf 1980 compositie bij Jaan Rääts aan de Muziekacademie van Tallinn. In Darmstadt leerde hij zichzelf elektronische muziek. Daarnaast zong hij in zijn eigen band In Spe.

Van 1989 tot 1992 gaf les aan de Muziekacademie.

In de 21e eeuw ontwikkelde hij een eigen systeem van componeren, "Vectorial processing" – componeren volgens een wiskundig model, zonder dat de emotie verloren gaat. Erkki-Sven Tüür wisselt steeds van tonaal naar atonaal. Na Arvo Pärt de bekendste componist van Estland.

Erkki-Sven Tüür componeerde

     1 opera

     10 symfonieën

- Symfonie nr. 7, "Pietas",  voor gemengd koor en orkest, 2009, opgedragen aan de Dalai Lama, op teksten van Siddharta en Jimi Hendrix, in het teken van de kracht van de liefde en het streven naar een betere wereld.

- Symfonie nr. 8, 2010,

- Symfonie nr. 9, "Mythos", 2017, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de de onafhankelijke Republiek Estland

     10 concerten

- Vioolconcert, 1999, opgedragen aan zijn vader  Philipp Tüür, uitgevoerd door Isabella van Keulen

- Concerto voor piano en orkest, 2006

- Whistles and Whispers from Uluru, voor blokfluit (vijf verschillende) en strijkorkest, opgedragen aan  het Anangu volk (aboriginals in Australië), 2007

- Illuminatio, altvioolconcert, 2008,

- Klarinetconcert Peregrinus Ecstaticus (een pelgrim in extase), 2012, woest kruidige partituur die gonst en ritselt van het leven.

- Solastalgia (= onbehagen door veranderingen in de omgeving) voor piccolofluit en orkest, 2016, atmosferisch werk vol dialoog

     18 andere orkestwerken

- Tormiloits / Incantation of Tempest, 2014, opgedragen aan Veljo Tormis

- "L'ombre della croce", voor strijkorkest, naar Carlo Gesualdo, 2015

- Sow the Wind, 2015, soort symfonisch gedicht "wie wind zaait zal storm oogsten", voor Tüür een voorspelling va de huidige wereldwijde wanorde

     12 werken voor (zangstemmen), (koor), (en instrumenten)

- Psalmody, naar Carlo Gesualdo, 2015

- Missa Brevis, 2013, voor koor a capella. 5 kloeke delen, dus zo brevis is het niet.

- Meditatio, 2003, voor gemengd koor en saxofoonkwartet, Latijnse tekst van Anselm of Canterbury, indrukwekkend

- Questions, 2007, voor countertenor, 2 tenoren, bariton en strijkers, vragen aan de quantumfysiucus David Bohm worden op muziekgezetg

     25 kamermuziekwerken

- Fata Morgana, pianotrio, 2002

- Synergie, voor viool en cello, 2010

- Lost Prayers, strijkkwartet nr. 2, 2012

- Lichttürme, pianotrio, 2017

     5 pianowerken

     2 orgelwerken

     4 andere werken voor een instrument solo

     elektronische muziekwerken

http://www.erkkisven.com

 

Hans Koolmees (*Abcoude, 27 oktober 1959) studeerde aan het Rotterdams Conservatorium orgel bij Jet Dubbeldam, ensembleleiding en arrangeren bij Bernard van Beurden, compositie bij Klaas de Vries en elektronische muziek bij Gilius van Bergeijk. Hans Koolmees maakt als componist deel uit van de Rotterdamse School.

Hans Koolmees werkt(e) als componist, als organist en als artistiek leider van het Doelen Ensemble.

Hans Koolmees componeerde

     1 opera

- 'De Waterman', 2010

     1 muziektheaterwerk

     1 oratorium

 - De Toren van Babel.

     7 orkestwerken

- 'Cantate', 1993

- 'As time goes by', 2004

     1 werk voor harmonieorkest

      15 kamermuziekwerken

- Trapped, 2010, voor blokfluitkwartet,  percussie en marimba

     9 werken voor koor en orkest of instrumenten

- Oberioe, voor gemengd koor en 8 celli, 2012

     3 werken voor zangstem/spreker en orkest

     4 werken voor zangstem en orgel of instrumenten

- Love Song, Tierelantijntje, voor zangstem en blokfluitkwintet, 2019, geschreven voor Blokfluitkwintet Brisk

- Love Song, Visioen XII, tekst Hadewich, voor zangstem en blokfluitkwintet, 2019, geschreven voor Blokfluitkwintet Brisk

     3 pianowerken

     3 elektronische muziekwerken

     1 werk voor slagwerk

     1 werk voor fagot

     1 werk voor jazzband

     2 orgelwerken

     1 werk voor slagwerk en orgel

 

Huba de Graaff (*Amsterdam, 1 november 1959) studeerde sonology in Utrecht en compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Gilius van Bergeijk, Louis Andriessen, Frederic Rzewski, Dick Raaymakers en Walter Zimmermann.

Huba de Graaff speelde begin jaren tachtig als violist en toetsenist in eigenzinnige en veelbelovende bands als 'The Dutch', 'Transister' en 'The Tapes'.

Huba de Graaf werkte en werkt uitbundig met elektronica. Ze gebruikt bijvoorbeeld de “Japon Fuzz”, een blikken kledingstuk, gevuld met elektronica zodat het prachtige geluiden kan produceren, al naar gelang de bewegingen die worden uitgevoerd.

Huba de Graaff heeft voor het creëren van geluiden in combinatie met bewegingen haar eigen computersysteem ontwikkeld.

Huba de Graaff is getrouwd met componist Chiel Meijering.

Huba de Graaff vormt samen met Eric-Ward Geerlings en Bart Visser het onafhankelijk muziektheatercollectief 'Wilco'.

Huba de Graaff componeerde

     5 opera’s

- Lautsprecher Arnolt, luidsprekeropera, 2004

- De Dood van Poppaea, 2006

- Diepvlees, 2009, afluisteropera

- ETAK, 2012, een TomTom-opera

- Apera, 2012, opera voor 4 zangers, 1 acteur, piano, cello en klarinet

     1 muziektheaterwerk

     2 muziekprojecten/installaties

- Corenicken, 1991

     5 orkestwerken

     3 werken voor Sardanaorkest (Catalaanse coblamuziek)

     1 werk voor zangstem en orkest

     2 werken voor zangstem en instrumenten

     1 werk voor zangstem solo

     11 kamermuziekwerken

- the forest is getting green slowly, 2012, voor cello en piano

- de Horlepiep, 2013, voor panfluit en gitaar

     1 pianowerk

     4 werken voor instrumenten, zangstem(men), (koor) en elektronica

     5 werken voor zangstem(men) en elektronica

     1 werk voor zangstem, elektronica en video

     14 werken voor instrumenten en elektronica

- The Brisk Frog Project, voor blokfluikwartet en luidsprekers, 2006, vier sopraanblokfluiten worden begeleid door een koor van kikkers, geschreven voor blokfluitkwartet Brisk

     5 elektronische werken

     1 elektronische muziekwerk met video

www.hubadegraaff.com

 

Richard Barrett (*Swansea, Wales, Groot Brittannië, 7 november 1959) studeerde in 1980 af aan het University College Londen in genetica en microbiologie. Daarna studeerde hij compositie bij Peter Wiegold van 1980 tot 1983 en daarna nog bij Brian Ferneyhough en Hans-Joachim Hespos.

Richard Barrett doceerde aan de Universiteit van Darmstadt van 1986 tot 1994, aan de Middlesex University in Londen van 1989 tot 1992 en na 1993 elektronische muziek aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Vanaf 2000 werkt Richard Barrett in Berlijn. Vanaf 2003 is hij lid van het Evan Parker Electro-Acoustic Ensemble. In 2005 vormde hij met Paul Obermayer, waar hij al jarenlang als duo mee concerteerde, het electro-akoestische octet fORCH.

Richard Barrett componeerde

     1 muziektheaterwerk

     3 orkestwerken

- Vanity, één van de belangrijkste orkestcomposities uit de jaren 90.

     66 kamermuziekwerken, veel met elektronica

     15 duo’s voor diverse intrumenten of zangstem en instrument, soms met elektronica

     5 pianowerken

     20 werken voor een ander instrument solo, soms geprepareerd, soms met elektronica

elektronsiche structuren tot leven en veranderen die. Een ontzagwekkend werk met kosmische allures.

     13 elektronische composities

http://richardbarrettmusic.com

 

Hans (J.M.) Suijkerbuijk (Suykerbuyk, pseudoniem: Joh. M.A. Wollf) (*Munstergeleen, 29 november 1959), leerde zichzelf op 11-jarige leeftijd muziek lezen en schrijven en kreeg vanaf zijn 14de privé pianoles. Vanaf 1978 studeerde Hans Suijkerbuijk musicologie aan de Universiteit van Utrecht bij Marius Flothuis, Jos Kunst, Gyula Véber, Willem Elders en Kees Vellekoop; hij studeerde af op een studie over de verwantschap tussen Alban Berg’s vioolconcert en Ferruccio Busoni’s Berceuse Elégiaque.

Hans Suijkerbuijk leeft en werkt op het moment in Geleen.

Hans Suijkerbuijk componeerde

     6 symfonieën

     2 symfonietta’s

     10 concertouvertures

     32 andere werken voor orkest of groot ensemble

     19 kamermuziekwerken

     7 (series) werken voor zangstem(men) en instrumenten

     7 (series) pianowerken

- Sept Préludes Aporétiques, opus 108

2. Prudente e delicato.

http://jmsuijkerbuijk.com

 

Ana Lara (*Mexico City, Mexico, 30 november 1959) is de dochter van Hernán Lara en Nydia Zavala studeerde aan het Nationale Conservatorium van Mexico piano bij Leopoldo González, zang bij Charles Laila en compositie bij Mario Lavista en Daniel Catán en later nog bij Fredrico Ibarra. Daarna studeerde ze aan de Muziekacademie van Warschau bij Zbigniew Rudzinski en Wlodzimierz Kotonski. Aan de Universiteit van Maryland studeerde ze etnomusicologie. Vanaf 1989 presenteerde ze een radioprogramma: Hacia una nueva música, gewijd aan hedendaagse muziek. Ana Lara gaf de aanzet tot Mexico's Internationaal Festival Música y Escena en werd daar ook artistiek directeur van. Zij doceert muziek en geeft seminars over Latijns-Amerikaanse en twintigste-eeuwse muziek.

Ana Lara componeerde

     12 theatermuziekwerken

     1 requiemmis voor koor a capella

     8 orkestwerken

     14 kamermuziekwerken

     4 werken voor zangstem en instrument(en)

     9 (series) werken voor en instrument solo

     2 werken voor instrumenten  en elektronica

www.analara.net

 

Marco Stroppa (*Verona, 8 december 1959) studeerde piano, compositie, koordirectie en elektronische muziek aan de conservatoria van Verona, Milaan en Venetië. Van 1980 to 1984, werkte Marco Stroppa samen met het Centro di Sonologia Computazionale van de Universiteit van Padua. Daarna vertrok hij naar de Verenigde Staten, waar hij verder studeerde aan het Massachusetts Institute of Technology.

Op uitnodiging van Pierre Boulez, verhuisde Stroppa naar Parijs, waar hij de afdeling voor muzikaal onderzoek aan de Ircam leidde van 1987 tot 1990. Na betrekkingen aan de conservatoria van Lyon en Parijs doceert Marco Stroppa momenteel (2016) compositie aan de Staatliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Stuttgart, als opvolger van Helmut Lachenmann in 1999.

Marco Stroppa componeerde

     3 koorwerken

     3 werken voor zangstem(men) en instrumenten

     6 concerten

     5 werken  voor meer instrumenten en/of zangers en electronica

     3 orkestwerken

     2 werken voor ensemble/orkest en electronica

     7 kamermuziekwerken

     1 kamermuziekwerk met elektronica

     3 werken voor piano, waarvan 1 met elektronica

     6 werken voor andere instrument soloen, waarvan 5 met electronica  

 

Sylvia Maessen (*Den Haag, 18 december 1959) studeerde hobo bij Victor Swillens (examen 1985) en compositie/arrangeren bij Lex Jasper en Kenny Napper (examen 1990) met extra vak contrabas klassiek bij Edward Mebius, jazz bij Koos Serierse).

Sylvia Maessen componeerde

     1 musical

     1 wereldmuziekwerk

     3 orkestwerken

- Concert voor kemençe en kamerorkest,  2020, kemençe: 3-snarig Turks strijkinstrument.

     4 jazzwerken voor vrouwenjazzband Alice

     5 werken voor koor en orkest of instrumenten

- “de Minne”, voor vrouwenkoor en piano, op tekst van Hadewich

     14 kamermuziekwerken

- Variacelli, 2011 voor cello-octet, geschreven voor het cello-ensemble van Saskia Boon.

- "Horstermeer-water of land?", 2015, voor hobo en contrabas

     15 (series) liederen voor zangstem en instrument(en)

- Dichters, 2003 voor sopraan en fluit. tekst Guido Gezelle (geb. 1830),

- Qual vaga Filomela, "Hoe vlucht een leeuwerik...", 2003 voor sopraan, klarinet, cello; tekst Renaissance-dichteres Tullia d’Aragona

- Bui, 2006 voor bariton, piano, percussie en contrabas; tekst Martin Reints; grillig en grappig.

- Rubaiyat, 2006 voor sopraan en zes gestemde wijnglazen; tekst kwatrijnen van de Perzische dichter, filosoof, wiskundige en astronoom Omar Khayyám (geb. ±1048), in de Engelse vertaling van Edward Fitzgerald (19e eeuw).

- Les plaies du monde, 2006 voor sopraan en piano; tekst Rutebeuf (Frankrijk, ±1250),

- Zuytdorp, 2012 voor sopraan, viool, klarinet, accordeon en piano; tekst Slauerhoff, Paterson en Sylvia Maessen; naar aanleiding van een VOC-schip, dat 300 jaar geleden op de klippen liep in West-Australië

- IJskoningin, 2013, voor sopraan, fluit en piano; tekst Wendela de Vos.

- De vrijheid komt naakt , 2013, voor zangstem, piano en viool, op tekst van de Russische dichter Velimir Chlebkinov.

- Correspondances, 2016 voor sopraan, klarinet en piano, op tekst van Charles Baudelaire voor het Gauguin Ensemble

- Oh che tranquillo mar, 2018, voor zangstem en piano of/en voor zangstem, klarinet, fagot, hoorn en strijkers, geschreven voor het Internationaal Vocalisten Concours Den Bosch, gebasseerd op aangrijpend sonnet van de Italiaanse renaissance dichter Vittoria Collona, die daarin vertelt hoe ze met het leven worstelt en weer bovenkomt.

     liedjes voor zangstem en piano

     1 werk voor carillon

     veel geslaagde arrangementen voor allerlei bezettingen.

www.sylviamaessen.nl

 

Ronald J. Autenrieth (*Weingarten/Baden, Duitsland, 1959) groeide op Offenburg in Zuid-Baden. Hij studeerde pedagogiek in Esslingen en daarna kerkmuziek in Rottenburg Ravensburg. Hij studeerde daar orgel bij Jean Chenevoy en Johannes F. Baiker en contrapunt bij Heinrich Hamm.

vanaf 1991 is Ronald J. Autenrieth docent in Eberbach/Beerfelden, en werkt daar daarnaast als recensent, arrangeur, koordirigent, pianist en componist.

Ronald J. Autenrieth componeerde

     2 orkestwerken

     2 werken voor groot ensemble

     72 kamermuziekwerken

- Klezmer & More  voor blokfluitkwartet, 2005

     3 werken voor ko(o)r(en), solist(en) en instrumenten

     6 werken voor koor en instrumenten

     2 werken voor koor en zangsolist

     31 koorwerken voor koor a capella

     10 werken voor (zang)stem(men) en instrument(en)

     68 (series) pianowerken

     28 orgelwerken

     9 werken voor een ander instrument solo

 

Johan Bredewout (1959) studeerde op het conservatorium Zwolle piano en orgel. Hij is de vaste organist van de St Nicolaaskerk van zijn woonplaats Vollenhove.

Johan Bredewout is dirigent van 4 koren, waar hij regelmatig concerten mee geeft. Bij zijn 25-jarig jubileum als dirigent van ‘De Zeeklank’ ontving Johan een koninklijke onderscheiding voor zijn bijdrage aan de Nederlandse koortraditie.

Johan Bredewout componeerde

     1 zangspel

     6 oratoria:

- Een Nieuw Begin (Kerstoratorium)

- Schepping

- Ruth

- Van Liefde Ongekend (passie- en paasoratorium)

- Het Nieuw Jeruzalem

- Exodus, 2015, tekst Hans de Ruiter

     1 cantate:

- Wilhelmuscantate voor koor en orkest, 2012, de enige cantate ooit geschreven over het Wilhelmus; alle 15 coupletten worden doorgelopen.

     psalmzettingen

 www.johanbredewout.nl

 

Fulvio Caldini (*Arezzo, Italë, 1959) studeerde aan het conservatorium in Florence piano bij Giorgio Sacchetti. Daarna studeerde hij kamermuziek aan het King Alfred’s College in Winchester bij John Blakely, en in Florence bij Franco Rossi. Hij studeerde ook nog vier jaar harmonieleer en contrapunt bij Franco Cioci en twee jaar klavecimbel bij Anna Maria Pernafelli. Fulvio Caldini treedt veel op als pianist, klavecinist en keyboardspeler, ook met ensembles en orkesten. Zijn broer Sandro Caldini bespeelt alle soorten hobo’s.

Fulvio Caldini doceerde aan de conservatoria van Florence, Cosenza en Vibo Valentia, aan de muziekhogeschool in Arezzo en het muziekinstituut in Modena. Op het moment (2015) doceert hij kamermuziek aan het Conservatorium in Milaan, geeft als musicoloog werken uit voor Uitgeverij  Breitkopf & Haertel en schrijft muziekrecensies in diverse tijdschriften.

Fulvio Caldini componeerde

     10 orkestwerken

     65 koorwerken, soms met instrument(en)

     21 ensemblewerken

     8 kwintetten

     50 kwartetten

- Clockwork Game opus 72/A, voor blokfluitkwartet, 1999, geschreven voor het Amsterdam Loeki Stardust Kwartet

     58 trio’s

     102 duetten

- Fantasia su „Ju go ya otsuki san“ (Marginalia nr. 75), voor altblokfluit en piano

     2 (series) werken voor zangstem en piano

     6 werken voor piano vierhandig

     51 pianowerken

     14 orgelwerken

     9 (series) klavecimbelwerken

     61 werken voor een ander soloinstrument

     17 elektronische muziekwerken

voor zijn meer dan 80 blokfluitcomposities zie bij de blokfluitgeschiedenis van deze site Componisten van blokfluitwerken 

 

Carlo Galante (*Trento, Italië, 1959) studeerde eerst cello en compositie aan het Conservatorium va Trento. Daarna zette hij die studies voort aan het Conservatorium Giuseppe Verdi in Milaan bij Niccolň Castiglioni en Paolo Castaldi. Hij haalde daar zijn diploma in 1984.

Carlo Galante componeerde

     2 theatervoorstellingen met video

     9 opera’s of opera-achtige theatervoorstellingen

     3 balletten

     21 orkestwerken

- Gli Usignoli dell’Imperatore, concert voor twee piccolo’s, slagwerk en strijkers, geďnspireerd op het verhaal over de Nachtegaal en de Chinese Keizer

     32 kamermuziekwerken

     28 (series) vocale werken

     6 pianowerken

     6 werken voor een ander instrument solo

 

Toon Hagen (*1959) begon zijn orgelopleiding bij Egbert Klein. Daarna studeerde hij orgel en kerkmuziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Rienk Jiskoot, orgel en Bert Matter, improvisatie.

Als cantor-organist was hij verbonden aan de Oude Kerk te Zoetermeer en de Dorpskerk te Wassenaar. Sinds 1998 werkt hij als organist in de Grote of Sint-Michaëlskerk te Zwolle, waar hij het Schnitgerorgel bespeelt.

Hij geeft in de Michaëlskerk sinds 2004 leiding aan de Michaëlscantorij, die medewerking verleent aan de maandelijkse Michaëlsvieringen in de Grote Kerk en aan een Bachkoor dat meewerkt aan de cantatevieringen in deze kerk.

Daarnaast is Toon Hagen mede-oprichter van het Zwolse orkest Musica Michaelis, een orkest van professionele musici dat ontstaan is uit de cantatevieringen. Tot juni 2010 was hij artistiek leider van dit orkest.

Toon Hagen is naast concertorganist actief als privédocent en als componist van orgel- en kerkmuziek.

Toon Hagen componeerde

    5 werken voor koor en orkest of ensemble

- cantate “Koester de namen”, 2012, teksten Sytze de Vries, hedendaags requiem, waarin alle facetten van het gedenken een plaats krijgen. Treffende teksten. Begint met een melancholieke saxofoonsolo. De uitgewerkte delen zijn:

+ Gedenk te sterven, begint en eindigt  met een statig koraal in een herhalend gebed "koester de namen", voor het einde een sterk ritmisch Kyrie

+ Voltooide toekomst, begint met een sopraanaria "zoals het zaad", begeleid door saxofoon, piano en contrabas, eindigt met een vrolijk eddubbelkoraal "Als gij mij in in stralen vangt / Als alle leed geleden is"

+ Onvoltooid verleden

+ Gedachtenis van de gestorvenen, eindigt met het klassieke "in paradisum".

     8 werken voor koor en orgel of koor a capella

- Magnificat

     3 werken voor zangstem, (koor) en orgel

- Psalm 150

     5 orgelwerken

- Shalom, een groet vanuit de stilte, ondanks de stilte sterk ritmisch;

- Vater Unser im Himmelreich

    25 melodieën voor kerkliederen, waarvan 4 zijn opgebomen in het Liedboek

    9 melodieën voor onberijmde psalmen

www.toonhagen.nl

 

Dick van der Harst (*1959) zijn vader was pianist, zijn moeder violiste. Vanaf zijn 6de jaar speelde hij viool, piano en slagwerk. Dick van der Harst studeerde gitaar aan het Sweelinck conservatorium in Amsterdam. Vanaf 1987 legde hij zich toe op het bespelen van de bandoneon.
Sinds 1989 is hij componist in residentie bij muziektheater Lod in Gent.

Dick van der Harst componeerde

     muziektheaterwerken

     muziekwerken voor zijn eigen ensembles en voor anderen

- Het huis van de verboden muziekjes

     16 liederen van Guido Gezelle voor sopraan en orkest

- 't Is Stille

 

Stephen Leek (*Sydney, Australië, 1959) woonde in Brisbane van 1964 tot 1969 en de rest van zijn kinderjaren in Canberra. Stephen Leek studeerde piano, percussion en cello. hij was een actief lid van jeugdkoren en jeugdorkesten. Na de Torrens Primary School, Melrose High School en het Phillip College haalde hij een Bachelor of Arts (muziek) graad aan de Canberra School of Musicgraduating in 1984 voor Cello en voor Compositie.

Stephen Leek verhuisde naar Sydney waar hij als cellist, componist en muziekkopiist aan het werk ging.

Stephen Leek componeerde

     180 koorwerken

     140 werken voor koor en instrunenten

     40 kamermuziekwerken

     22 orkestwerken

     19 werken voor muziektheater

 

Monique Krüs (*Utrecht, 1959) begon op haar twaalfde met gitaarlessen en al gauw schreef ze haar eerste songs. Na de middelbare school ging Monique Krüs aan de universiteit van Utrecht studeren en trad ondertussen als zangeres op met haar eigen jazztrio. Na drie jaar besloot ze zich op het zingen toe te leggen en ging ze aan het Utrechts conservatorium klassieke zang studeren.

Haar studie sloot ze af met een jaar operaklas aan het Mozarteum in Salzburg.

3 jaar was Monique Krüs verbonden aan het operahuis van Essen in Duitsland.

Sinds die tijd zingt zij als gast op nationale en internationale podia.

Sinds 1995 componeert en produceert Monique Krüs muziek voor tv-programmas, voor ensembles en steeds meer voor muziektheater. Van 2000-2009 maakte zij veel muziek voor de jeugdzender Zappelin.

Monique Krüs componeerde

     6 opera’s

- 'God's Videotheek' , 2007

- 'The Tsar, his wife, her lover and his head' ,  2013

- Anne en Zef, 2015, met het dagboek van Anne Frank als uitgangspunt, libretto Ad de Bont. het verhaal legt een link tussen Anne Frank (sopraan), die meer dan 70 jaar geleden werd vermoord en Zef Bunga uit onze tijd. he tspeelt zich af in het hiernamaals.

- De nachtegaal en de keizer, kameropera voor mezzosopraan, altviool, fagot en piano, libretto Carel Alphenaar naar Hans Christiaan Andersen, 2020

     3 werken voor  muziektheater

- 'Eine Odyssee',  naar een tekst van Ad de Bont,  2009/2010

- 'Soeraki, heldin van de zee' op tekst van Sjoerd Kuyper, 2011 

     3 werk voor solisten, (koor) en orkest

- 'Grief of Gravity',  2010, cantate voor symfonisch blaasorkest, koor en sopraan.

     6 (series) kamermuziekwerken

     8 koorwerken, a capella of met begeleiding van een instrument

     5 (series) liederen voor zangstem en instrument(en)

- Je vis, je meurs, 2021, liedcyclus voor sopraan, harp en strijkkwartet op teksten van Louise Labe

     1 pianowerk

     8 media scores

www.moniquekrus.nl

 

Joseph M. Martin (*North Carolina, Verenigde Staten, 1959), studeerde piano aan de Furman University in Greenville, South Carolina en de University of Texas, Austin bij Jimmy Woodle, David Gibson, Amanda Vick Lethco, Martha Hilley en Danielle Martin.

Joseph M. Martin is directeur bij de Shawnee Press voor de Religieuze Uitgaven.

Joseph M. Martin woont in Austin, Texas met zijn kinderen Jonathan en Aubrey en zijn vrouw Sue.

Joseph M. Martin componeerde meer dan 1200 werken

     oratoria:

- Harvest of Sorrows

- Morning Star, kerstoratorium. "Follow the star" hieruit is muzikaal en inhoudelijk een prachtig nummer.

     40 koraalcantates

     talloze anthems

- Pieta,  voor de stille week voor Pasen .

www.martin88.com

 

Guido Morini (Milaan, Italië, 1959) studeerde orgel, klavecimbel, basso continuo en improvisatie. Guido Morini is verbonden aan het Teatro Arsenale in Milaan als componist voor de muziekproducties. Hij arrangeert en componeert ook oratoria en sacrale muziek voor zijn ensemble Accordone en schrijft nieuw repertoire speciaal voor eigen concerten.

Met Marina Spreafico richtte hij binnen het Teatro Arsenale een atelier op dat zich toelegt op het onderzoek naar de verbanden tussen geluid, ruimte, beweging en instrument. Het ensemble Accordone werd door Guido Morini en zijn vrienden Marco Beasley en Stefano Rocco opgericht in 1984. Zij richten zich op de Italiaanse vocale muziek uit de renaissance tot de vroege achttiende eeuw en nieuwe composities in diezelfde stijl.

Guido Morini componeerde 18 eigen werken

     opera’s

- Una Odissea, 2002, voor solisten, koor en orkest, tekst zanger Marco Beasley

- Una Iliade, 2009, libretto Marco Beasley

- Solve e Coagula, 2014, libretto Marco Beasley, gebaseerd op het leven van Raimondo di Sangro, Prins van Sansevero (1710 – 1771), esotericus en uitvinder te Napels. De titel verwijst naar zijn alchemistische bedrijvigheid: “oplossen en samenklonteren”. Een “meditatie over het leven van een man die geloofde in de wetenschap als een manier om tot hogere spiritualiteit te komen”. Muzikaal ook pure magie. De opera bestaat uit 18 "nummers".

1. Sinfonia; vervreemdende disharmonie

9. Luna; vleugje Arabisch idioom

11. Compianto del Christo Velato (klacht om de gesluierde Christus); klaaglied

     oratoria

- Vivifice Spiritus Vitae Vis, het eerste deel van Servabo, een trilogie gewijd aan de Heilige Drievuldigheid, 2005.

     cantates

- L'Arfeo annamutato, 2006, tekst Marco Beasly

www.accordone.it

 

Maurizio Pisati (*Milaan, Italië, 1959) slaagde met lof in compositie, muziekanalyse, harmonieleer en contrapunt aan het conservatorium “Giuseppe Verdi” in Milaan. Hij had daar gestudeerd bij Adriano Guarnieri en Giacomo Manzoni. Daarna studeerde hij ook nog Salvatore Sciarrino in Cittŕ di Castello. Hij studeerde in Milaan ook af op gitaar en speelde van 1983 tot 1989 in het Laboratorio Trio, waar hij aardig succesvol mee was. Maurizio Pisati Plays zijn eigen composities op elektrische gitaar en met LiveElectronics in zijn groep ZONE, die hij in 1989 vormde en waar hij nog steeds mee werkt (2019). In 1997 richtte hij het platenlabel LArecords op.

Hij doceert (2019) moderne compositietechnieken aan het conservatorium “Giovanni Battista Martini” in Bologna. Hij geeft daar ook leiding aan het Centro Studi Ricerche. En op diverse plaatsen in de wereld geeft hij cursussen en masterclassen

Maurizio Pisati componeerde

     8 kamertheatermuziekwerken

     7 orkestwerken

     20 werken voor ensemble

     19 werken voor 3 en 4 instrumenten

     30 (series) werken voor 2 instrumenten

- TheRunningDuo voor tenorblokfluit, Paetzoldgrootbasblokfluit en Tape

     28 (series) werken voor 1 instrument solo

- TheRunningSolo voor tenorblokfluit en Audio Track, 1994

     25 audiotapes en theatermuziekwerken

     21 audio-videotapes

www.mauriziopisati.com

 

Andrew John Preston "Andi" Spicer (*Birmingham, Groot Brittannië, 1959) studeerde economie aan de Aston University in Birmingham had daarna een journalistiek carričre, waarbij hij ook nog componeerde en zich bezig hield met vrij geďmproviseerde muziek. Van 1996 tot 2003 woonde Andi Spicer in Johannesburg, Zuid-Afrika, als correspondent voor de Britse pers. Hij had compositie- en muziektheorieles bij Martin Watt aan de universiteit van Witwatersrand. Hij studeerde ook compositie bij Michael Finnissy. Vanaf 2003 woont Andi Spicer in  Brighton en houdt zich meer bezig met muziek.

"Andi" Spicer componeerde

     orkestwerken

     4 orkestwerken met (laptop)elektronica

     3 kamermuziekwerken

     1 werk voor aangepast ensemble

     1 kamermuziekwerk en elektronica

- Archaeopteryx voor grootbasblokfluitkwartet en elektronica, 2010

     2 werken voor zangstemmen

     1 werk voor stemmen, keyboards en elektronica

     1 pianowerk

     4 werken voor een ander soloinstrument

     4 werken voor instrument solo en elektronica

     1 elektronische muziekwerk met video

     1 werk voor stemmen, strijkers en elektronica

     2 werken voor slagwerkensemble (en elektronica)

     5 werken voor laptopelectronica en instrument(en) of stem(men)

     2 werken voor laptopelectronica

 

Henk Vermeulen (*Rotterdam 1959) zijn moeder speelde psalmen en gezangen op cijferakkoorden (alternatieve muzieknotatie) op het harmonium. Reden voor Henk om ook orgel te willen leren spelen. Dat lukte niet zo geweldig, wat wel ging was componeren voor het instrument.

Henk Vermeulen volgde improvisatie- en compositielessen bij Hayo Boerema.

Henk Vermeulen componeerde

- Hommage ŕ Messiaen, Psaume Vingt-Six, 2008, opgedragen aan Hayo Boerema.

- Hommage ŕ Langlais, Psaume Quatre-Vingts, 2011

- DROEG-GEORD(end), eerste prijs en publieksprijs Hinszconcours Kampen 2011.

- Commémoration, 2013

 

Annelies Tanis-van der Weele (*Goes, 1959) ontving haar eerste orgellessen van mevrouw D. de Bart uit Goes. Daarna kreeg ze op de Zeeuwse Muziekschool les van Stoffel Gunst en in Mijnsheerenland van Herman Lammers, orgel en Piet Meijer, piano.

In 2006 behaalde zij bij de VOGG het Getuigschrift Kerkelijk Orgelspel A.

Momenteel volgt zij lessen in koraalimprovisatie bij Chiel Jan van Hofwegen. Annelies Tanis is vaste organiste van de Hervormde Elimkerk te Hendrik-Ido-Ambacht.

Annelies Tanis componeerde

     10 psalmbewerkingen

     1 gezangbewerking