Componisten uit 1956
Steve Dobrogosz (* Bellefonte, Pennsylvania, 26 januari 1956) ging na de Jesse O. Sanderson High School naar het Berklee College of Music in Boston, Massachusetts, en verhuisde daarna naar Stockholm in Zweden, waar hij nooit meer wegging. Steve Dobrogosz trouwde met de Zweedse fluitiste Katarina Fritzén. Zij hebben drie zoons, waaronder Jonathan Fritzén, jazzpianist en multi-instrumentalist. Steve Dobrogosz componeerde 1000 werken, waaronder in elk geval • 35 orkestwerken - symfonie nr. 1 • 30 (series) koorwerken met instrumenten - mis voor koor, strijkers en piano, 1992 - requiem voor koor, srijkers en blazers, opent met een prachtige hobosolo. - Te Deum voor koor en strijkers - Magnificat - Kerstcantate voor koor en kerkorgel • 14 kamermuziekwerken • 7 (series) songs • 9 (series) pianowerken • 8 (series) orgelwerken • werken voor een ander solo–instrument • 16 jazzcomposities
Richard Danielpour (*New York, Verenigde Staten, 28 januari 1956) is van Perzisch-Joodse afkomst. Richard Danielpour studeerde aan het Oberlin College, het New England Conservatory of Music en aan de Juilliard School of Music piano bij Hollander, Jochum en Chodus en compositie bij Persichetti en Mennin. Richard Danielpour componeerde • 1 opera • 2 balletten • 3 symfonieën • 4 pianoconcerten • 12 andere concerten • 14 andere orkestwerken • 4 werken voor harmonieorkest • 4 werken voor koor, solisten en orkest • 21 (series) werken voor zangstem(men) en piano of orkest of andere instrumentcombinates - Elegies, voor mezzosopraan, bariton en orkest, 1997, geschreven voor mezzosopraan Frederica von stade. De tekst is gebaseerd op brieven die de vader van Frederica vond Stade schreef aan zijn ongeboren dochter. Toen zij in 1945 geboren werd, was haar vader als geallieerd militair al gesneuveld. Hij ligt begraven op Margraten. - Songs of Solitude, 2004, voor bariton en orkest - Songs from an Old War, 2009, bariton en piano, geschreven voor de Amerikaanse bariton Thomas Hampson • 25 kamermuziekwerken • 8 pianowerken
Guo Wenjing (Chongqing, China, 1 februari 1956) komt uit de bergachtige provincie Sichuan. Van 1970 tot 1977 werkte hij als violist in een zang- en dansgroep. In 1978 was hij een van de honderd studenten die uit 17.000 kandidaten werden geselecteerd voor het heropende Centraal Conservatorium in Beijing. Hij studeerde daar compositie bij Li Yinghai and Su Xia. Op een kort uitstapje naar New York na, bleef Guo Wenjing zijn hele leven in China wonen en werken. In 1983, na zijn onofficiële huwelijk met een studiegenoot, werd hij gewongen teug te gaan naar Chongqing. Daar componeerde hij talloze film- en TVscores. In 1990 werd Guo Wenjing hoofdleraar compositie op het Centraal Conservatorium in Beijing. Guo Wenjing componeerde • 7 opera’s - Wolvendorp, 1994, kameropera, gebaseerd op “ Dagboek van een waanzinnige” van de Chinese schrijver Lu Xun, met een overdreven uitspraak van het Mandarijn. - Night Banquet, gebaseerd op een verhaal van de Chinese dichter Zou Jingzhi, combinatie van de Italiaanse Opera met Chinese gewoontes, en met invoeging van Chinese instrumenten en elementen van de Jing opera en de Chuan opera. - Poet Li Bai - Mu Guiying - Hua Mulan - Si fan, 2015, gecomponeerd voor het Nieuw Ensemble van Ed Spanjaard. een samensmelting van de traditionele Chinese opera en de eigentijdse westerse muziek. De jonge vrouw Sekong wordt vanwege ziekte door haar ouders naar de tempel van Fahua gestuurd om daar een boeddhistische non te worden. Maar als de stilte en de eenzaamheid van de tempel haar te veel worden, ontsnapt ze, op zoek naar vrijheid en liefde. • symfonieén • concerten - Chou Kong Shan, concerto voor Chinese bamboefluit en orkest. • 7 andere orkestwerken - Shu Dao Nan, 1987, symfonisch gedicht, geďnspireerd door de poëzie van Libai • 10 kamermuziekwerken - Drama, 1995, voor drie slagwerkers met Chinese cymbaal, die ook spreken en zingen, klinkt als een Chinees drama. • 3 vocale werken • filmscores - Blush (1994), - In the Heat of the Sun (1994), - Zhang Yimou's Riding Alone for Thousands of Miles, 2005
Thierry De Mey (*Brussel, België, 28 februari 1956) is filmregisseur, componist en slagwerker. Hij is opgeleid door Henri Van Lier, professor aan het Instituut des Arts de Diffusion (filmschool in Brussel) en Fernand Schirren, percussionist van het Ballet van de 20ste eeuw. Thierry De Mey was medeoprichter van de muziekgroep Maximalist! (1985-1991) en het Ictus ensemble. Thierry De Mey componeerde • 1 theatermuziekwerk • 8 muziekwerken voor dansvoorstellingen • 7 werken voor orkest of groot ensemble • 11 kamermuziekwerken - Musique de tables, voor drie slagwerkers, 1987 • 1 koorwerk a cappella • 2 pianowerken • 6 werken voor een instrument solo, of met elektronica • 2 elektronisch muziekwerken • 11 filmscores/ multimediavoorstellingen
Nikita Koshkin (*Moskou, Rusland, 28 februari 1956) hield op zijn vierde jaar vooral van muziek van Sjostakovitsj en Stravinsky, Zijn ouders hadden echter een diplomatieke carričre voor hem in gedachten en tot zijn 14de groeide hij op met rockmuziek. In dat jaar kreeg hij van zijn grootvader een gitaar en een opname van Segovia, en zijn leven veranderde op slag: componeren voor en spelen op gitaar werden zijn passies. Nikita Koshkin studeerde gitaar bij George Emanov aan het Muziekcollege in Moskou en bij Alexander Frauchi aan het Gnesin Instituut. Daar studeerde hij ook compositie bij Victor Egorov. Nikita Koshkin is getrouwd met Asya Selyutina en woont in de Moskouse wijk Zelenograd. Ze hebben en dochter en een zoon. Op het moment is hij hoofddocent aan het staatsconservatorium (2017). Nikita Koshkin componeerde • 3 gitaarconcerten • 2 werken voor gitaar en strijkkwartet • 2 werken voor gitaarkwartet - Changing the Guard, 1994 - Suite for Four Guitars, 2007 • 1 werk voor gitaartrio • 5 werken voor gitaarduo • 40 werken voor solo-gitaar - Andante quasi Passacaglia e Toccata: The Fall of Birds, 1978. - The Prince’s Toys, suite, 1980 - Usher-Waltz, 1984, geďnspireerd door Edgar Allen Poe’s verhaal The Fall of the House of Usher - The Porcelain Tower, 1998, variatiewerk
Jan Frans Joseph Van der Roost (*Duffel, België, 1 maart 1956) kreeg zijn algemene opleiding op het Sint-Gummaruscollege te Lier. Daarna studeerde hij op het Lemmensinstituut in Leuven trombone bij François De Backer, muziekgeschiedenis bij Hugo Heughebaert, muziektheorie bij Lode Dieltiens, Frans Geysen en Jos Van Looy. Ook studeerde hij nog aan het Koninklijk Muziek-Conservatorium van Gent en aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen. Hij is docent muziekanalyse aan het Leuvense Lemmensinstituut en dirigent van het harmonieorkest van deze instelling. Jan van der Roost componeerde meer dan 380 werken, waaronder in elk geval: • 1 sprookjesopera • 2 oratoria • 10 orkestwerken • 85 werken voor harmonieorkest - Rikudim, 1985, 4 Israëlische volksdansen; nr. 3. Andante con colcezza, dromerig; nr. 4. con moto e follemento, energiek - Dynamica, 1997, energieke, dynamische ouverture - Singapura Suite,1999 • 44 werken voor fanfareorkest I shall love but thee, 2017, voor het huwelijk van zijn jongste zoon, naar aanleiding van teksten van William Shakespeare • 31 werken voor brassband • 9 (sereis) werken voor zangstem(men) en instrumenten of orkest - Deux Počmes, 2014, voor sopraan, harp en cello - I colori della Gioia, 2017, voor sopraan en orkest, tekst Luca Artioli - I shall love but thee, 2017, voor sopraan en orkest, tekst Shakespeare • 24 kamermuziekwerken - I Continenti, voor blokfluitkwartet - Euterpe, voor klarinet, piano en strijkkwartet, 2023, fusie tussen Barök en klezmer • 16 koorwerken - Contemplations, voor koor en orgel, 2011, tekst John Donne - Of Moon and Sun, voor koor en piano, 2011, tekst Linda de Bruyn-Taylor - Carmen amore, 2018, tekst Catullus • 12 werken voor kinderkoor
- Il Bucaneve (het sneeuwklokje), 2008
Wulfin Lieske (* Linz, Oostenrijk, 6 maart 1956) gaf al vanaf zijn 14de jaar concerten. Wulfin Lieske studeerde aan de staatsmuziekschool Keulen, onder meer elektrische gitaar. Hij een internationaal leidende musicus op zijn vakgebied: gitaar. In 1994 richtte Wulfin Lieske het kwartet BRONSKY RITUAL op, waarmee hij eigentijdse kamermzukiek programmeerde en uitvoerde. Wulfin Lieske componeerde
• 7 concerten • 4 werken voor gitaar solo • 6 werken voor gitaarensemble - Bottom’s dream, 2008, artpop suite, voor gitaar duo • 7 werken voor gitaar en strijkers • 5 werken voor getaar en gemengd ensemble • 1 cello trio • 3 pianowerken • 1 koorwerk • 1 oratorium - Über den Wassern, 2000, oratorium in acht delen
Michael Maierhof, (* Fulda, Duitsland,10 maart 1956) studeerde wiskunde en muziek aan de Gesamthochschule in Kassel, waar hij les kreeg in piano en cello. Daarna studeerde hij kunstgeschiedenis en filosofie in Hamburg. Vanaf 1986 ging Michael Maierhof aan het werk als pianoleraar en koordirigent. Michael Maierhof componeerde • 1 opera • 5 orkestwerken • 30 kamermuziekwerken • 1 koorwerk • 3 werken voor zangstem en instrumenten • 10 multimediawerken
Luca Francesconi (*Milaan, 17 maart 1956) studeerde aan het conservatorium Milaan piano en compositie bij Azio Corghi, Karlheinz Stockhausen en Luciano Berio. In 1990 richtte hij in Milaan het Agon Acustica Informatica Musica op, een centrum voor moderne muziek. Luca Francesconi doceerde aan het conservatorium Rotterdam, was in1995 composer in residence in Straatsburg en geeft leiding aan de compositie-afdeling van de Musikhögskolan van Malmö Zweden. Luca Francesconi componeerde • 6 opera’s • 5 radio-operas • 1 oratorium • 20 orkestwerken (ook met koor) - Hard Pace, voor trompet en orkest, 2007, zinspeling op een moeilijke reis en opsomming van artiesten voor wie het is geschreven: het orkest van de Santa Cecilia Academie, trompettist Hĺkan Hardenberger, dirigent Antonio Pappano, 2007 - Bread, Water and Salt, 2015, voor koor en orkest, titel ontleend aan inauguratierede als President van Zuidafrika op 10 mei 1994: De tekst is geschreven in Xosa Zulutaal. • 12 werken voor groot ensemble - Islands, 1992, concerto per pianoforte e 12 strumenti • 1 werk voor strijkorkest • 1 werk voor blaasorkest • 5 kamermuziekwerken • 6 werken voor zangstem en instrumenten (en electronica) • 5 koorwerken • 1 solowerk • 1 werk voor soloinstrument en elektronica
Ludo Claesen (* Genk, 22 maart 1956) studeerde aan het Lemmensinstituut te Leuven en het Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen percussie, muziekanalyse, compositie, koor-en orkestdirectie. Hij doceert momenteel (2015) polyfonie en orkestspel aan het Lemmensinstituut te Leuven, koordirectie en koorzang aan het Muziekconservatorium te Maastricht. Ludo Claesen leidt vijf koren en dirigeert regelmatig binnen- en buitenlandse orkesten. Ludo Claesen componeerde • 20 vocale werken - Missa pro nativitate Europae (1994) voor solisten, koor en orkest - Psalmus 112 voor kopers, koor en percussie, 1995 - Mijmeringen voor koor, houtblazerkwartet en klavier, 1998 • 8 instrumentale werken - 4 Miniatures voor saxofoonkwartet - Suite Ancienne voor strijkers
Martijn Padding (*Amsterdam, 24 april 1956) studeerde compositie bij Louis Andriessen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, piano bij Fania Chapiro en muziekwetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Martijn Padding is hoofdvakdocent compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Op 8 januari 2020 ontving hijde Andreaspenning van de Gemeente Amsterdam. Martijn Padding componeerde • 6 opera’s en muziektheaterwerken -Laika, tragische komedie in vier bedrijven, libretto P.F. Thomése, 2014. Hoofdpersoon Robbert is een teleurgestelde televisiepresentator die contact zoekt met de nog steeds door het heelal zwevende astronaut Joeri Gagarin en de hond Laika. Gagarin nodigt Robbert uit. Hij accepteert de uitnodiging en laat zijn jongensdroom in vervulling gaan. • 16 werken voor orkest - Glimpse, 2010, voor symphonie-orkest met “oude instrumenten”; deze twaalf minuten durende fantasie over de 10de symphonie van Beethoven is gecomponeerd voor het Holland Festival 2010 voor Jos van Immerseel en Anima Eterna - Last Words, 2010, celloconcert, gecomponeerd voor Doris Hochscheid. - Ick seg adieu, (1540), 2014, voor het Koninklijk Concertgebouw Orkest ter gelegenheid van het afscheid van dirigent Mariss Jansons. - Basfluitconcert, 2015. - Farewell, 2022, cadeau voor Sieuwert Vester, bij zijn afscheid van het Orkest van de Achttiende Eeuw. - Reports from the low country, 2016 voor contrabas en groot orkest, geschreven voor Rick Stotijn - Galimathias Musicum, 2016, voor het residentieorkest om de 250ste verjaardag van het verblijf van Wolfgang Amadeus Mozart's in Den Haag in 1765-66 te vieren. - Softly Bouncing, 2017, ingetogen, verstild • 40 werken voor groot ensemble - RCO Echos voor dubbel koperkwintet en slagwerk, 2018, echofanfare voor de openingscermenie van het Concertgebouwhuis • 11 werken voor zangstem(men) en orkest - In memoriam Berlioz, 2012 • 26 kamermuziekwerken - Kwintet, 1996, voor vijf blazers of vijf strijkers - One Trumpet, 2000, voor trompet, verbijsterend, opgedragen aan Peter Masseurs - Schumann's Last Procession, 2008 voor contrabastrombone en harp, 2022 voor trombone en strijkkwartet - Gesprek, voor twee slagwerkers zonder instrumenten, 2012, gecomponeerd samen met Louis Andriessen - Two Inglorious Pieces, voor tuba en slagwerk, 2012, geschreven voor Arjan Stroop en Jan Roel Hamersma - Mecenas Suite, 2018, voor fluit (of blokfluit), klarinet, trompet, accordeon, salgwerk, viool, cello en spreker. Thema moderne mecenassen. Het stuk wordt ook geveild aan het publiek • 17 werken voor een instrument solo - Give Me One More Night, 1998, voor cello, afwijkend werk - Couple, 1999, voor één percussionist, met marimba en thai gongs, opgedragen aan Johan Faber - Cowmusic, pieces under 100 bpm, voor harmonium (bajan of accordeon), 2004, geschreven voor Dirk Luymes • 5 kamermuziekwerken voor zangstem en instrumenten • 1 elektronisch muziekwerk
Rolf Martinsson (*Glimĺkra, Skĺne, Zweden, 1 mei 1956) studeerde compositie aan de Muziekacademie in Malmö, van 1981 – 1985 bij Brian Ferneyhough, Sven-David Sandström, Hans Eklund, Sven-Eric Johanson, Jan W. Morthenson en Sven-Erik Bäck. Sinds 1987 doceert Rolf Martinsson compositie en arrangeren aan dezelfde academie. In 1980 was Rolf Martinsson een van de oprichters van de FUTIM (Föreningen unga tonsättare i Malmö), eem associatie van jonge componisten in Malmö. Sinds 2002 is Rolf Martinsson artistiek directeur van het symfonieorkest Malmö. Rolf Martinsson componeerde • 1 theatermuiziekwerk • 9 orkestwerken - Tour de Force, 2013, in opdracht van de Göteborg Symphoniker • 12 concerten - Concert Fantastique, 2010, voor klarinet en orkest, opgedragen aan klarinettist Martin Fröst • 12 werken voor strijk-, blaas- of kamerorkest • 5 werken voor zangstem(men), (koor) en orkest - Forlorn, 2014, op gedichten van Rabindranath Tagore voor sopraan, cello en kamerorkest • 4 werken voor koor en instrumenten • 10 koorwerken a cappella • 15 werken voor zangstem en instrument(en) • 60 kamermuziekwerken - Suite Fantastique, voor klarinet en piano, 2011, kamermuziekversie van het klarinetconcert • 12 pianowerken • 6 werken voor een ander soloinstrument • 4 radiotheaterwerken
Matthias Frey (* Wiesbaden, Duitsland, 4 mei 1956) leerde zichzelf pianospelen, voordat hij op een Hammondorgel begon. Vanaf zijn 12de jaar speelde hij met eigen bands in het Rijn-Main-gebied en componeerde daar ook voor. Later studeerde hij muziekpedagogiek. Matthias Frey profileerde zich met verschillende trio’s met jazz-klassieke muziek. Matthias Frey maakte • 20 albums Matthias Frey componeerde • pianoconcert, 1988 • Pans versunkenes Paradis, muziek bij allerlei teksten over Pan voor vier instrumentalisten en 1 acteur, 2011. • 38 filmscores. - "Warten ist der Tod“ regie Hartmut Schoen, 1999, Duitse televisieprijs “beste muziek” - "Die Mauer – Berlin ’61“, 2006, genomineerd voor een Emmy.
Anne Jennifer Dudley (*Beckenham, Kent, Engeland, 7 mei 1956) studeerde muziek aan het King's College London, waar ze afstudeerde in 1978. Klassiek afgestudeerd stapte Anne Dudley als sessie muzikant in de meer populaire muziekbusiness, zowel als pianist als arrangeur en componist. In 1983 richtte ze de band Art of Noise op in 1983, die pionierde met sampling in de popmuziek. Vanaf 2000 houdt Anne Dudley zich ook stevig bezig met componeren en arrangeren van klassieke muziek. Anne Dudley maakte • 5 studioalbums met Art of Noise • 17 andere albums - Songs from the Victorious City, 1990, wereldmuziekalbum, geschreven door Anne Dudley en Jaz Coleman. 10 nummers. 6. "Ziggarats of Cinnamon", ode aan de Egyptische hoofdstad Anne Dudley werkte als sessie muzikant mee aan • 52 Cd’s van anderen Anne Dudley componeerde • 7 (series) orkestweken • 3 kamermuziekwerken • tientallen popsongs • 22 filmscores • 6 TVproducties
Marc Matthys (*Gent, België, 11 mei 1956) voelde zich al jong aangetrokken tot muziek. Hij begon met accordeon, waarmee hij meteen prijzen won, ging verder op piano en studeerde daarna tot 1979 aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent piano en kamermuziek. Marc Matthys is sinds 1986 directeur van het Kortrijks Muziekconservatorium en vanaf 1978 docent binnen de afdeling jazz en lichte muziek van de Hogeschool Gent, departement Conservatorium. Hij werkte samen met muzikanten met diverse achtergronden. In 2012 werd hij benoemd tot “Ridder in de Leopoldsorde” en “Officier in de Kroonorde”. Sinds april 2015 is Marc Matthys voorzitter van ComAV, de Vlaamse Componistenvereniging. Marc Matthys componeerde 70 werken, waaronder • 24 (series) orkestwerken - Eclectic Dances voor gitaar en kamerorkest, kaleidoscopisch • 32 (series) kamermuziekwerken • 4 werken met zangstem • 11 (series) pianowerken • 3 werken voor een ander soloinstrument
John Lunn (*Glasgow, Schotland, 13 mei 1956) studeerde muziek aan de Universiteit van Glasgow en het Massachusetts Institute of Technology. Hij musiceerde als bassist, toetsenist en componist in de band Man Jumping. John Lunn componeerde • 3 opera’s • orkestwerken • 7 filmscores voor bioscoopfilms • 25 filmscores voor televisiefilms • 37 Tvscores voor televisieseries - Downtown Abbey, 2010, 2011, 2012: Emmy Award, 2013: Emmy Award, 2014, 2015
Uri Caine (*Philadelphia, Verenigde Staten, 8 juni 1956) is werd geboren in het Joodse gezin van Burton Caine, professor aan de Temple Law School, en dichteres Shulamith Wechter Caine. Uri begon met pianospelen toen hij zeven jaar oud was en studeerde vanaf zijn twaalfde bij de Franse jazzpianist Bernard Peiffer en compositie bij George Rochberg. Later studeerde hij aan de Universiteit van Pennsylvania compositie bij George Rochberg en George Crumb. In die tijd werkte hij als barpianist in diverse clubs in Philadelphia. Na 1981 begon hij een professionele carričre als jazzpianist en pianist van klassieke werken. In 1999 trouwde Uri Caine met beeldhouwster Jan Galperin, die hij al van zijn studietijd af kende. In 2001 vormde hij met drummer Zach Danziger een duo. Hij startte een nieuw project waarin 'live jungle and drum'n'bass beats' met 'fusion jazz' worden vermengd onder de titel "Uri Caine Bedrock 3". Uri Caine woont in New York City. Uri Caine componeerde • 20 orkestwerken - Hamsa, 2015, voor fluit, piano en viool solo en strijkorkest, nogal langdradig • 15 kamermuziekwerken • 6 vocale werken • 6 (series) pianowerken • 1 werk voor marimba • 6 (series) arrangementen
Onutė Narbutaitė (Vilnius, Litouwen, 12 juni 1956) studeerde in 1979 in compositie af bij Julius Juzeliūnas aan het Litouws Staatsconservatorium. Van 1979 tot 1982 doceerde Onutė Narbutaitė daar aan de Klaipėda Faculteiten muziektheorie en muziekgeschiedenis. Vanaf 1982 leeft en werkt ze in Vilnius als freelance componist. In 1997 kreeg ze voor haar muzikale verdiensten de Nationale Prijs voor Kunst en Cultuur van Litouwen. Onutė Narbutaitė componeerde • 1 opera - cornet, libretto van Onutė Narbutaitė zelf, naar aanleiding van "Die Weise von Liebe und Tod des Cornets Christoph Rilke" van Rainer Maria Rilke, 2012 • 1 oratoium • 11 werken voor orkest of groot ensemble - La barca, 2005 voor groot orkest - krantas upė simfonija (Riverbank symfonie), 2007 voor groot orkest • 5 werken voor koor en instrumenten • 13 werken voor zangstem(men) en instrumenten - kein gestern, kein morgen (jokio vakar, jokio rytoj), 2015, voor mezzosopraan, tenor en orkest, orekstversie van het laatste deel van haar opera cornet uit 2012 • 1 werken voor koor a capella • 11 kamermuziekwerken • 9 werken voor zangstemmen • 8 pianowerken voor twee en vier handen • 2 orgelwerken • 2 werken voor slagwerk
Kenneth Fuchs (*Verenigde Staten, 1 juli 1956) studeerde vanaf 1969 aan de Miami Universiteit bij Alfred Reed. Daarna studeerde hij tot 1988 aan de Julliard School of Music bij Vincent Persichetti, David Diamond, Stanley Wolfe en Milton Babbit. Daar promoveerd hij ook tot doctor in de Musical Arts. Kenneth Fuchs doceert muziektheorie en compositie. Vanaf 2002 woont hij en geeft hij college in Connecticut. Kenneth Fuchs componeerde • 4 kamermusicals • 16 orkestwerken - Cloud Slant, visualisatie van drie abstracte schilderijen van Helen Frankenthaler, 2023 - Solitary in the Thrush, fluitconcert, 2023, geďnspireerd op poëzie van Walt Whitman • 13 werken voor harmonie en fanfare • 3 werken voor jazzensemble • 1 werk voor zangstem en orkest • 22 kamermuziekwerken • 8 (series) werken voor zangstem en instrument(en) • 7 koorwerken • 1 serie pianowerken • 1 orgelwerk
Michael Gordon (*Florida, Verenigde Staten, 20 juli 1956) groeide op in Nicaragua in een Oost-Europese Joodse gemeenschap in een buitenwijk van Managua, voordat hij op 8-jarige leeftijd naar Miami Beach verhuisde. Terwijl Michael Gordon compositie studeerde aan Yale bij Martin Bresnick, deed hij ondertussen ervaring op bij underground rock bands in New York City. Michael Gordon is een van de oprichters en artistieke directeurs van New York's Bang on a Can Festival, samen met collegacomponisten Julia Wolfe, zijn vrouw, en David Lang. Michael Gordon componeerde • opera’s en theaterwerken - Van Gogh Video Opera, in samenwerking met videoartist Elliott Caplan, 1991 - Chaos, libretto Matthew Maguire, 1998 - The Carbon Copy Building, 1999, in samenwerking met striptekenaart Ben Katchor - Lost Objects, 2001, samen met Julia Wolfe en David Lang, libretto Deborah Artman - Shelter, 2005, libretto Deborah Artman, • 2 danswerken • 7 orkestwerken - Decasia, 2001, met filmprojecties • 8 werken voor groot ensemble • 7 vocale (koor)werken, a capella of met instrument(en) - He Saw a Skull, 2009, voor gemengd koor a capella, 12 stemmen, door elkaar klaterende glissando's - Exalted, 2010, voor gemengd koor, strijkkwartet en elktronia, alle instrumenten en stemmen geprepareerd. • 17 kamermuziekwerken - Potassium, 2000, voor strijkkwartet en electronica, - The Sad Park, 2006, voor strijkkwartet, audioapparatuur en electronica, alle instrumenten geprepareerd - The light of the dark, 2008, voor fluit, klarinet, percussie, piano, viool en cello. De cello wordt gebruikt als een op hol geslagen elektronische gitaar - Clouded Yellow, 2010, voor strijkkwartet • 5 werken voor één of twee instrumenten - Light Is Calling, 2004, voor geprepareerde viool en audio playback, ook een versie voor geprepareerde cello en audio playback, gecomponeerd als "iets moois" in de nasleep van de aanslag van 9/11. Kippenvel en een brok in de keel. • 1 arrangement https://michaelgordonmusic.com
Albert van Veenendaal (*Utrecht, 24 juli 1956) studeerde aan het Conservatorium Amsterdam bij Misha Mengelberg, Niko Langenhuijzen, Willem van Manen (1978-1981) en Arnold Dooyeweerd (1978 bis 1982). In 1982 won Albert van Veenendaal de Meervaart Jazz Competitie. Pianist Albert van Veenendaal richtte een groot aantal bands op: Pavlov, Four Piano Quartet (2001); President of the Globe; I Companie. Albert van Veenendaal maakte • 11 albums Albert van Veenendaal componeerde • 4 installaties • 1 muziektheaterwerk • 7 werken voor dansorkest • 3 orkestwerken • 3 werken voor groot ensemble • 3 danswerken • 73 kamermuziekwerken (met zang, jazzband inslag) - DOOR-HOUSE-FALL-IN-WHY, voor Calefax-rietkwintet, 2002 - UNPAINTED WOODS , voor Calefax-rietkwintet en Pavlov, 2002 - Early reflections, 2010, vierdelige suite voor strijktrio - The Third One, voor Calefax Reed Quintet & Eric Vloeimans, 2012 - Terry's Turtle Tank, voor Calefax Reed Quintet & Eric Vloeimans, 2012 - Mal de Terre, voor Calefax Reed Quintet & Eric Vloeimans, 2012 • 11 werken voor aan band met zanger • 12 songs voor zangstem en piano (en meer instrumenten) • 13 pianowerken • 22 leadsheets • 1 filmscore Sally Beamish (*Londen, 26 augustus 1956) is de dochter van Tweede Wereldoorlogluitenant, amateurzanger en fluitist Tony Beamish en concertvioliste Ursula Snow. Haar broer speelde goed trompet en haar moeder leerde haar strijktechnieken en noitenlezen. Van haar grootmoeder leerde ze a vue pianospelen. Al jong gaf Sally Beammish pianoconcerten en schreef ze composities. Ze studeerde aan het Royal Northern College of Music compositie bij Lennox Berkeley en altviool bij Anthony Gilbert . Als altvioliste van het Raphael Ensemble werkte Sally Beammish mee aan de opnames van een aantal strijksextetten. In 1989 werd haar kostbare altviool gestolen, een drama waaraan Sally Beamish besloot een positieve draai te geven. Ze stopte met spelen en verhuisde in 1990 verhuisde met haar echtgenoot naar zijn vaderland: Schotland om zich voornamelijk aan componeren te wijden. Sally Beammish componeerde muziek voor het Schots Kamerorkest en het Zweeds Kamerorkest. Naast componeren presenteert Sally Beammish muziekprogramma's bij radio en televisie. Sally Beammish kreeg drie kinderen, die in Zweden en Denemarken wonen. Ze is in 2018 verhuisd naar Brighton en in 2019 getrouwd met auteur Peter Thiomson. Ze treedt nog regelmatig op als violist, pianist en verteller. Sally Beamish componeerde • 2 opera’s • 4 theatermuziekwerken - The Tempest, ballet in twee bedrijven, 2016 • 44 orkestwerken - Symfonie nr. 1, 1993, geďnspireerd op het Schotse landschap - Vioolconcert, 1994, geďnspireerd op het boek All Quiet on the Western Front van Erich Maria Remarque. - trompetconcert, 2003 - Callisto, concert voor fluit en orkest, gebaseerd op het gelijknamioge verhaar uit de Metamorfosen van Ovidius - The Singing, concert voor accordeon en orkest, 2006 - A Cage of Dove, 2007 - Under the Wing of the Rock voor altsaxofoon en strijkers, 2008 - Reckless voor kamerorkest, 2012 - Distans, dubbelconcert voor viool en klarinet, 2020, geschreven voor Janine Jansen en Martin Fröst • 3 werken voor koor of zangstem en orkest • 10 werken voor koor en instrumenten • 8 werken voor koor a cappella • 64 kamermuziekwerken - Strijkkwartet nr. 3 "Reed Stanzas, 2011, gechreven voor het Elias Kwartet. - Strijkkwartet nr. 4 "Nine fragments", 2018, gebaseerd op het strijkkwartet in a kleine terts van Robert Schumann uit 1842 - The Flittin (Schots: de verhuizing), 2018 - Reverie, 2024, voor cello en piano • 40 andere werken voor een instrument solo of met één ander instrument • 18 (series) werken voor (zang)stem en instrument(en) - Four songs from Hafez, 2007, teksten een veertiende-eeuwse Perzische soefidichter, voor hoge stem en harp • 5 pianowerken • 3 orgelwerken • 1 elektronisch werk • 3 filmscores Jan Huylebroeck (Oostende, België, 7 september 1956) studeerde aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent waar hij zes einddiploma’s behaalde, onder meer voor piano, slagwerk en compositie. Hij startte in 1976 als pianoleraar-pianobegeleider aan het Stedelijk Conservatorium van Oostende maar gaf zijn carričre vanaf 1985 een andere wending. Hij besloot zich te specialiseren in pianobegeleiding. Sinds 1979 is hij pianobegeleider aan het Stedelijk Conservatorium Brugge, waar hij ook klavecimbel en orgel als begeleidingsinstrument gebruikt. Ondertussen werkte hij ook als paukenist: van 1975 tot 1985 in het voormalige West-Vlaams Orkest en vanaf 1985 ontslag als pionier in het bespelen van historische pauken bij diverse orkesten die gebruik maken van historische instrumenten. Vanaf 2008 werkt hij bij orkestformatie B’Rock en hij is nog steeds paukenist-slagwerkaanvoerder bij Anima Eterna Brugge. Jan Huylebroeck is buiten de muziek bezig als privé-piloot enkelmotorige sportvliegtuigen in de Noordzee Vliegclub Oostende, in de toeristische spoorwegsector als bestuurslid en als dieseltreinbestuurder-instructeur toeristische historische treinen, tevens als hoofdtechnicus elektro-mechanica signalisatie, overwegen en seingeving in het Stoomcentrum Maldegem vzw. Hij is medestichter-bestuurslid buschauffeur-technicus in vzw NostalBus, een vereniging die enkele markante lijnbussen uit de tijdsspanne 1975-1990 preserveert. Jan Huylebroeck componeerde • 9 orkestwerken • 10 werken voor brassband, fanfare- en harmonieorkest • 2 werken voor koor en orkest • 5 koorwerken • 40 kamermuziekwerken - O Ouru é um Metal, 1994 voor Fluit en tape • 3 werken voor een instrument solo • 7 werken met elektronica • 9 arrangementen voor musicals • 7 andere (series) arrangementen
John Harle (*Newcastle upon Tyne, Engeland, 20 september 1956) studeerde aan het Royal College of Music in Londen en in Parijs bij Daniel Deffayet. In zijn beginjaren was hij lid van de band van componist Michael Nyman en orkestreerde hij voor filmcomponist Stanley Myers. In de 90’er jaren van de vorige eeuw begon hij een carričre als saxofonist en componist, zowel artistiek als commercieel. 6 jaar lang was hij artistiek adviseur van Paul McCartney en hij werkte ook samen met Elvis Costello, Herbie Hancock en Elmer Bernstein. John Harle doceerde in de 80’er jaren saxofoon aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen en is op het moment (2020) docent saxofoon aan de Guildhall School. John Harle heeft twee zonen: schrijver en conservator Matthew Harle en componist en productieleider bij Columbia Records Danny L. Harle. John Harle publiceerde in mei 2917 een omvattend naslagwerk: The Saxophone: The Art and Science of Playing and Performing. John Harle componeerde • 3 opera’s • 13 theatermuziekwerken • 14 orkestwerken - RANT!, voor sopraansaxofoon en orkest, 2018, geschreven voor en een portret van saxofoniste Jess Glillam, met volksliedjes uit het graafschap Cumberland • 4 koorwerken • 12 kamermuziekwerken • 10 filmscores • 44 (series) Tvscores - 6 series Silent Witness • 10 radioscores • 10 advertentietunes • 12 reclamefilms
Garth Knox (*Dublin, Ierland, 8 oktober 1956) was de jongste van vier kinderen en groeide op in Schotland in een familie waarin iedereen allerlei instrumenten bespeelde. Garth Knox koos altviool als zijn basisinstrument. Hij studeerde aan het Royal College of Music in London bij Frederic Riddle, en werd mederwerker van Pierre Boulez’s Ensemble InterContemporain in Paris (1983–1990) voor hij ging spelen in het Arditti kwartet in London (1990–1997). Als altviool- en viola d’amoresolist woont hij in Parijs Garth Knox componeerde • 3 muziektheaterwerken • 14 kamermuziekwerken - Satellites, voor strijkkwartet, 2015, geschreven voor het Kronoskwartet - Four into Twenty, voor strijkkwartet, 2021, geschreven voor het Ragazzekwartet • serie altvioolstudies - Viola Spaces, 8 werken voor altviool • serie vioolstudies - Violin Spaces, 8 werken voor viool, 2018
Jeff Hamburg (*Philadelphia, 12 november 1956) studeerde in Amerika compositie en akoestiek aan de Universiteit van Illinois. Daarna studeerde hij in Nederland in Den Haag bij Louis Andriessen. Joodse legendes en Bijbelse verhalen zijn inspiratiebronnen voor zijn muziek en Jeff Hamburg laat klanken horen die doen denken aan klezmer en Oost-Europa. Jeff Hamburg woont sinds 1978 in Nederland en is getrouwd met de Nederlandse fluitiste Eleonore Pameijer. In 2002 werd aan Jeff Hamburg de ANV-Visser Neerlandia-prijs toegekend. De jury prijs zijn veelzijdig oeuvre dat "emotioneert, charmeert en verrast". Samen met Joep Franssens en John Borstlap richtte Jeff Hamburg in 2003 de Componisten Groep Amsterdam op. Hij is sinds 2008 voorzitter van GeNeCo (Genootschap Nederlandse Componisten). Jeff Hamburg componeerde • 2 operas - Esther, Engelse en Hebreeuwse teksten, voor 4 solisten, koor en orkest, 1992 • 5 muziekthwaterwerken • 23 orkestwerken • 36 kamermuziekwerken - A Prayer and a Dance, strijkkwartet, 1994 • 29 werken voor stem en ensemble- of pianobegeleiding - A Prayer: Colomba, voor sopraan, viool, cello en danser, 2014, motto en doel van het werk is eenheid in culturele diversiteit: vijf culturele en religieuze ervaringen muzikaal verbinden, bijzonder. Feschreven voor het 100-jarig bestaan van het Vredespaleis. - Songs Along the Way, voor mezzospraan, klarinet, viool, altviool, cello en harp, 2018, teksten Lao-Tze, vierde eeuw voor Christus, vertaald in het Engels. Verwijzingen naar Chinese pentatonische muziek. • 11 werken voor koor
Patrick Cassidy (*Claremorris, County Mayo, Ierland, 1956) studeerde wiskunde aan de Universiteit van Limerick. Hij bekostigde 1999 zijn compositiewerk met een vaste baan als statisticus. Hij woont sinds 1999 met zijn gezin in Los Angeles, waar hij veel werkt aan filmmuziek en van het componeren kan leven. Patrick Cassidy componeerde • verhalende cantates voor orkest en koor, gebaseerd op de Ierse mythologie - The Children of Lir, 1993 - Famine Remembrance, 2007, een herinnering aan de Ierse hongersnood van 1845 - Deirdre of the sorrows • 13 filmscores - Hannibal, 2001, regie Ridley Scott, muziek gecomponeerd samen met Hans Zimmer. Prachtige opera-aria, "Vide cor meum", zo hemels mooi, dat het belabberde niveau van film alleen maar wordt benadrukt. Later hergebruikt in - Kingdom of Heaven, regie Ridley Scott, muziek gecomponeerd samen met Harry Gregson-Williams.
Paul Frankhuijzen (*1956) studeerde compositie aan het Tilburgs conservatorium bij Daan Manneke en Alexandru Hrisanide en sonologie aan het Instituut voor Sonologie te Utrecht. Paul laat zich inspireren door niet Westerse muziekstromingen, zoals Bake Society for Ethnomusicology, International Chime Meeting en oude, vocale muziek. Paul Frankhuijzen componeerde • 2 kameropera’s • 2 orkestwerken • 16 kamermuziekwerken • 10 werken voor zangstem(men) en instumentaal ensemble • 1 werk voor zangstem en tape • 3 werken voor koor a cappella • 3 werken voor 3 solozangstemmen • 10 werken voor een instrument solo
Ian Krouse (*Olney, Maryland, Verenigde Staten 1956) studeerde aan de Indiana Universiteit in South Bend bij Barton McLean en David Barton. Daarna studeerde hij aan de Universiteit van Zuid Californië (USC) bij Earle Brown, William Kraft, Leonard Rosenman, James Hopkins, Morten Lauridsen en Halsey Stevens. Hij volgde ook nog master classes bij Pierre Boulez en Witold Lutoslawski. Ian Krouse doceert muziek aan de Herb Alpert Muziekschool van de Universiteit van California in Los Angeles. Hij woont in Zuid Caliofornië met zijn drie kinderen (2024). Ian Krouse componeerde • 2 opera’s • 1 Armeense mis • 7 concerten • 7 symfonieën • 1 ander orkestwerk • 5 werken voor harmonieorkest • 5 koorwerken (ook met instrument(en) • 18 werken voor gitaarensembles • 30 andere kamermuziekwerken • 10 (series) werken voor zangstem en ensemble • 15 (series) werken voor zangstem en piano • 8 (series) werken voor zangstem en gitaar • 10 (series) werken voor harp • 4 (series) pianowerken • 7 (series) gitaarwerken - Trois Tablwaux d’Andersen, opus 12, 1981, gereviseerd in 2009 - Roderick Usher’s ‘Phantasmion’ (Grand Sonata ‘Quasi una Fantasia’), opus 25, 1990 2. het meisje met de zwavelstokjes - D’ror Ykro (Chassisch Lied), opus 30, 1992
José Manuel López López (*Madrid, Spanje, 1956) studeerde in Madrid piano, compositie en directie. Daarna studeerde hij muziekwetenschap in Parijs. José-Manuel López-López is directeur van de muziekafdeling van de Universiteit Parijs 8 en vanaf 2007 artistiek directeur van het Auditorium National de Musique in Madrid José Manuel López López componeerde • 8 concertante werken - Le parfum de la lune voor viool en ensemble • 15 werken voor (groot) ensemble • 21 kamermuziekwerken • 5 werken voor zangstem(men) en instrument(en) • 4 werken voor zangstemmen a cappella • 6 pianowerken • 3 gitaarwerken • 11 andere werken voor een soloinstrument - impresiones i paisajes, 2011, verplicht werk voor het gitaarconcours Alhambra, Valencia, Spanje • 5 elektronische werken;
Patrizia Montanaro (*Bologna, Italië, 1956) studeerde piano bij Annibale Rebaudengo aan het Conservatorio "G.B.Martini" in Bologna, waar ze haar diploma haalde in 1978. Tijdens haar drukke concertpraktijk daarna studeerde Patrizia Montanaro compositie bij Adriano Guarnieri en Bruno Bettinelli aan het Conservatorium van Pesaro, waar ze in 1992 afstudeerde. Daarna volgde ze ook nog compositiecursussen bij Giacomo Manzoni aan de Accademia van Fiesole. Vanaf de 80-er jaren in de vorige eeuw doceerde Patrizia Montanaro piano aan diverse conservatoria. Op het moment (2017) doceert ze piano en muziekanalyse aan het Conservatorium "L. Cherubini" in Florence. Patrizia Montanaro componeerde • 3 orkestwerken • 3 kamermuziekwerken • 1 koorwerk a capella • 7 werken voor zangstem en instrument(en) - Canto die Penelope, 2003, op tekst van Rosaria Lo Russo, Mmelologo voor sopraan/actrice en piano • 8 werken voor een instrument solo
Alessandro Solbiati (*Busto Arsizio, bij Milaan, Italië, 1956) studeerde eerst twee jaar natuurkunde aan de Universiteit van Milaan. Toen ging hij toch maar naar het conservatorium Giuseppe Verdi in Milaan, waar hij piano bij Eli Perrotta en compositie bij Sandro Gorli studeerde. Daarna volgde hij nog van 1977 tot 1980 compositielessen bij Franco Donatoni aan de 'Accademia Chigiana in Siena. Alessandro Solbiati is momenteel (2016) docent compositie aan het conservatorium Giuseppe Verdi in Milaan. Alessandro Solbiati componeerde • 2 opera’s • 18 (series) orkestwerken of groot ensemble • 8 werken voor koor en orkest of instrument(en) • 30 kamermuziekwerken • 8 (series) werken voor (zang)stem en instrumenten • 7 pianowerken • 9 werken voor een ander soloinstrument - Il movimento, voor accordeon, 2016
Paolo Ugoletti (*Brescia, Italië, 1956) kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn moeder. Hij ging daarna verder studeren aan het conservatorium van Brescia bij Giancarlo Facchinetti en Giovanni Ugolini, en aan het “Guiseppe Verdi” conservatorium in Milaan bij Giacomo Manzoni. Van 1977 tot 1979 volgde hij de compositiecursussen van Franco Donatoni aan de Accademia Chigiana in Siena. In 1980 studeerde hij af in compositie. Paolo Ugoletti doceerde achtereenvolgens aan de conservatoria van Pesaro, Bologna en Parma. Sinds 1989 tot op heden (2016) is hij docent en faculteitslid aan het Luca Marenzio Conservatorium in Brescia. Paolo Ugoletti componeerde • 16 orkestwerken - "Concerto festivo", concert voor trombone en strijkorkest, - Concert voor viool en strijkorkest, 2009, prachtig, een ware parel - Concert voor piano, saxofoon en strijkorkest, 2013 • 31 kamermuziekwerken • 14 koorwerken • 20 werken voor jazzcombo • 14 (series) liederen voor zangstem en piano of gitaar • 21 (series) pianowerken • 24 gitaarwerken
Chrisnanne Wiegel (*Haarlem, 1956) begon in 1996 met Melcher Meirmans (*Haarlem, 1969; studeerde muziektechnologie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht) een samenwerking voor een bedrijfsfilm. In 1999 voegde Merlijn Snitker (*Heemstede, 1970; lichte muziek conservastoriua Rotterdam en Alkmaar) zich bij hen. Zij werken in studio REC Sound, Amsterdam, voormalige studio van fotograaf Paul Huf. Wiegel / Meirmans / Snitker componeerden • filmscores - Wilde Mossels, 2000, regisseur Erik de Bruyn - Het schnitzelparadijs, 2005, Martin Koolhoven - Alles is liefde, 2007, regisseur Joram Lürsen, topper: Liefde is als Sinterklaas - Komt een vrouw bij de dokter, 2009, regie Reinout Oerlemans, topper: Leidse Straat - Dossier K, 2010.Vlaamse filmprijs • TVscores - jeugdserie Fok jou! • commercials http://wiegelmeirmanssnitker.tumblr.com
Adrian Williams (*Hertfordshire, Engeland, 1956) bleek al jong een begaafde pianist en componeerde een pianotrio in g kleine terts op zijn 11de. Vanaf zijn dertiende werd hij in compositie begeleid door Lennox Berkeley. Hij gaf toen ook al pianorecitals. Op het Royal College of Music studeerde Adrian Williams piano bij John Lill en compositie bij Bernard Stevens en Alan Ridout. Hij won als student de Yehudi Menuhin compositie prijs voor zijn werk “Explorations and Metamorphosis”. Adrian Williams heeft een tijd met zijn (tweede) Japanse vrouw en hun zoon in Japan gewoond, maar kwam in 2003 weer naar Groot Brittanië, waar hij in Wales ging wonen in een klein dorp tussen Hereford en Hay-on-Wye. Adrian Williams componeerde • 30 orkestwerken • 24 werken voor koor (solisten) en instrument(en - The idea of peace, 2013, tekst Arjen Eijgenraam, ter gelegenheid van de herdenking van de Vrede van Utrecht, 1713. • 20 (series) werken voor zangstem(men) en orkest of instrumenten • 12 (series) koorwerken of werken voor solostemmen a cappella • 24 (series) kamermuziekwerken • 12 (series) pianowerken • 3 orgelwerken • 9 (series) werken voor een ander instrument solo • 6 film– en TVscores
Samuel Zyman (*Mexico City, Mexico, 1956) studeerde in in eerste instantie medicijnen, en was ook een tijd lang docent weefselleer en fysiologie aan de Nationale Zelfstandige Universiteit van Mexico’s School voor Geneeskunde. Omdat hij vanaf zijn 9de ook al fluit en piano studeerde, volgde hij tegelijkertijd in Mexico City les in piano, directie en compositie bij Humberto Hernández Medrano aan het Nationaal Conservatorium. Daarna studeerde hij compositie aan de The Juilliard School in New York City bij Stanley Wolfe, Roger Sessions en David Diamond. Vanaf 1987 doceert hij aan de The Juilliard School muziektheorie en muziekanalyse. Samuel Zyman componeerde • 10 orkestwerken • 2 werken voor blaasensemble • 15 kamermuziekwerken • 3 pianowerken - Variations on an Original Theme, 2009, substantiële, heftige muziek; • 1 filmscore
|