Componisten geboren in 1961
Alois Bröder (*Darmstadt, Duitsland, 20 januari 1961) kreeg vanaf 1977 gitaarles en van 1983 tot 1985 compositiesles van Cord Meijering en Dietrich Boekle. Van 1982 tot 1989 studeerde hij aan de Toonkunstacademie in Darmstadt gitaar bij Olaf Van Gonnissen en compositie bij Toni Völker, In 1993 studeerde hij nog compositie aan de Robert-Schumann-Hochschule in Düsseldorf bij Manfred Trojahn en van 1995 tot 1999 elektronische compositie bij Hans Ulrich Humpert aan de Muziekhogeschool in Keulen. Alois Bröder componeerde 110 werken: • 2 opera’s • 1 ballet • 14 orkestwerken • 7 (series) werken voor groot ensemble • 4 werken voor zangstem(men) en orkest • 5 koorwerken a capella of met instrument(en) • 40 kamermuziekwerken - Kern.Spalte, 1992, voor altblokfluit en gitaar - Imitations, 2004, trio voor tenor-, bas- en grootbasblokfluit, opgedragen aan Gudrun Köhler, de te vroeg gestorven Katja Miklitz en Dana Sedlatschek, interessante compositie • 12 (series) liederen voor zangstem(men) en instrument(en) • 7 werken voor solo-gitaar • 24 werken voor een ander instrument solo • 6 elektronische muziekwerken
Benjamin Thorn (*Canberra, Australië, 30 januari 1961) studeerde aan de Canberra School of Music in Canada en de Universiteit van Sydney in Australië. Hij studeerde af in muziek en theatersemiotiek. Behalve als blokfluitist en als componist en arrangeur werkte Benjamin Thorn als schrijver van artikelen over muziek en theater, organisator van workshops en muziekevenementen. Op het moment (2016) is hij met Zana Clarke betrokken bij het uitgeven en in productie brengen van publicaties bij Orpheus Music in Armidale en is hij artistiek directeur van het New England Bach Festival. Benjamin Thorn componeerde • 1 muziektheaterwerk - Roger and Julie, geriatrische versie van Romeo en Julia • 2 orkestwerken • 1 werk voor brassband • 25 koorwerken - Missa sine verbum voor koor en lichaamspercussie • 3 werken voor zangstemmen • 14 werken voor zangstem(men) en instrument(en) • 87 kamermuziekwerken - Is there enough room?, 1997, voor 10 blokfluitisten • 70 werken voor een instrument solo - Pipistrelli gialli..., 1985 voor basblokfluit en live electronics (tape delay en digital delay) - The Voice of the Crocodile, voor basblokfluit, 1988 - Bell Play, voor carillon, 2007
Erik de Jong (Spinvis, *Spijkenisse, 2 februari 1961) is de tweede van vier kinderen van de gitaristen Walter en Sjaan de Jong. In 1976 kwam Erik bij de punkband Blitzkrieg (later The Duds) van zijn broer. Op het conservatorium studeert hij slagwerk, arrangeren en compositie. Vanaf 2002 knutselt Erik de Jong op een zolderkamertje met computers en allerlei andere attributen zoals fluitjes en pandeksels zeer zorgvuldig gearrangeerde popmuziek met opzienbarende teksten in elkaar. Dat levert een tamelijke succesvolle debuutplaat op Spinvis op. Spinvis werd de naam van zijn eenpersoonsband en Eric de Jong ging vanaf die tijd eigenlijk als Spinvis door het leven Begin 2007 kreeg Spinvis tijdens het Noorderslag Festival de Popprijs, die jaarlijks uitgereikt wordt aan de artiest die dat afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage aan de Nederlandse popmuziek geleverd heeft. In 2010 won Spinvis de Johnny van Doornprijs, omdat hij volgens de jury met zijn teksten en muziek een 'prachtig muzikaal, talig en poëtisch oeuvre' heeft opgebouwd. Spinvis componeerde in zijn loopbaan naast popnummers theatershows en filmscores en werkte samen met veel muzikanten en orkesten Van maart tot april 2013 was Spinvis als Cultural Professor verbonden aan de TU Delft. Spinvis wordt (2019) tijdens live-optredens begeleid door een vijfkoppige band met Saartje Van Camp (cello, toetsen, zang), Marcel van As (drums, samples, bas, zang), Lucas Oldeman (toetsen, gitaar, piano, zang), Jan Teertstra (piano, bas, gitaar, zang) en Merel Junge (viool, eufonium en trombone). Spinvis maakte • 11 studioalbums - Be-Bop-A-Lula, 20239 Spinvis componeerde • 1 dansopera • muziekvoorstellingen - Amusement!, 2019 • popnummers • filmscores Marc-André Dalbavie (*Neuilly-sur-Seine, Frankrijk, 10 februari 1961) had zijn eerste muzieklessen op zesjarige leeftijd en studeerde later aan het Conservatoire de Paris compositie bij Michel Philippot, muziekanalyse bij Betsy Jolas en Claude Ballif, elektroakoestiek bij Guy Reibel, orkestratie bij Marius Constant, muzikale informatiek bij Tristan Murail en directie bij Pierre Boulez. In de jaren 90 verhuisde hij naar Berlijn. In 1994 won Marc-André Dalbavie de Prijs van Rome en de Ernst von Siemens Music Prize. In 2004 werd hij geslagen tot Chevalier des Arts et Lettres door de Franse minister van cultuur. Op het moment (2015) woont hij in de stad St. Cyprien en doceert hij vanaf 1996 orkestratie aan het Conservatoire National Supérieur de Musique de Paris. Marc-André Dalbavie componeerde • 2 opera's - Charlotte Salomon, opera in twee bedrijven en een epiloog, 28 juli 2014, libretto Barbara Honigmann, gebaseerd op de 1100 gouaches en teksten “Leben? Oder Theater?” van Charlotte Salomon, wier leven, toen ze vier maanden zwanger was, eindigde in Auschwitz. Marc-André Dalbavie schildert de muziek, passend bij de kleurige gouaches. • 12 werken voor orkest - La source d'un regard, 2007 • 10 concertante werken - pianoconcert, 2005, geschreven voor pianist Leif Ove Andsnes, prachtig werk; - fluitconcert, 2006, bewonderenswaardig werk, moeilijk uitvoerbaar. - hoboconcerto, 2010 - celloconcerto, 2013 • 11 kamermuziekwerken • 5 werken voor zangstem(men) en orkest • 3 werken voor koor en orkest
Lowell Liebermann (*New York City, Verenigde Staten, 22 februari 1961) begon op 8 jaar piano te studeren en op zijn 14de compositie. Toen hij 16 jaar was voerde hij in Carnegie Hall al zijn pianosonate opus 1 uit. Hij studeerde op de Juilliard School of Music bij David Diamond en Vincent Persichetti waar hij vrij snel achter elkaar zijn bachelor, master en doctorsgraad haalde. Lowell Liebermann woont met zijn partner, pianist en dirigent William Hobbs, en hun twee honden Daphne en Phoebus in Weehawken, New Jersey (2017). Hij doceert compositie aan het Mannes College The New School for Music, en is directeur van het Mannes Amerikaans Componisten Gezelschap. Lowell Liebermann componeerde 100 werken • 2 opera’s • 4 symfonieën • 11 concerten - Concerto voor piccolo en orkest, opus 50, 1996, frisse compositie • 20 andere orkestwerken • 2 werken voor koor, solisten en instrument(en) • 2 werken voor koor a capella • 44 kamermuziekwerken
- sonata voor fluit en piano, opus 23, 1987 - sonata voor fluit en harp, opus 56, 1997 • 25 werken voor (zang)stem(men) en instrument(en) • 33 (series) pianowerken http://www.lowellliebermann.com
Rytis Mažulis (*Šiauliai, Litouwen, 23 februari 1961) studeerde aan de Litouwse Muziekacademie compositie bij Julius Juzeliūnas. In 1983 studeerde hij daar af. Van 1998 tot 1999 studeerde hij nog met een beurs aan de Akademie Schloss Solitude in Stuttgart. In 2004 kreeg deLitouwse Nationale Projs voor Kunst en Cultuur. In 2006 werd Rytis Mažulis hoofd van de compositieafdeling aan de Litouwse Academie voor muziek en theater. Zijn composities hebben altijd een subtiel gevoel voor humor. Rytis Mažulis componeerde • 3 media-installaties en theaterprodukties • 3 orkestwerken • 26 kamermuziekwerken • 27 koorwerken a capella of met insrumen(ten) • 23 elektro-akoestische werken
Daniel Schnyder (*Zürich, Zwitserland, 12 maart 1961) studeerde saxofoon en compositie aan het Berklee College of Music in Boston en fluit bij Heinrich Keller aan het conservatorium van Winterthur. Daniel Schnyder is muzikaal bezig zowel op het gebied van jazzmuziek als in de klassieke muziek. Daniel Schnyder woont al jaren in New York City. Hij doceert regelmatig aan de Crossover Academy in Stuttgart, waar hij samen met Ingo Goritzki de leiding van heeft. In 2021 kreeg hij de Franco Ambrosetti Award. Daniel Schnyder componeerde • 4 opera’s • 2 balletten, ook met orkest, koor en solisten • 4 oratoria • 45 orkestwerken • 1 werk voor zangstem en orkest • 20 werken voor bigband • 1 koorwerk, met instrumenten • 100 kamermuziekwerken - Zoom in, vijfdelig werk voor sopraansaxofoon en strijkkwartet, contrabas en slagwerk • 1 filmscore • 1 radioscore
Hanna Kulenty (*Białystok, Polen, 18 maart 1961) studeerde van 1976 tot 1980 piano aan de de Karol Szymanowski • Muziekschool in Warschau, en van 1980 tot 1986 compositie bij Włodzimierz Kotoński aan de Frédéric Chopin Muziekacademie in Warschau. Van 1986 tot 1988 studeerde ze compositie bij Louis Andriessen aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Sinds 1992 woont en werkt Hanna Kulenty zowel in Warschau (Polen) als in Arnhem. Hanna Kulenty componeerde • 3 opera’s - The Mother of Black-Winged Dreams, 1995, opera in één bedrijf, libretto Paul Goodman, over mensen met een meervoudige persoonlijkheidsstoornis. De schizofrene heldin Clara staat centraal. Twee zussen Click en Scissors, vormen in vier afsplitsingen de personificatie van Clara's stoornis. Boeiende muziek. • 2 muziektheaterwerken • 17 orkestwerken • 11 werken voor groot ensemble • 30 kamermuziekwerken - Preludium, Postludium and Psalm voor cello en accordeon, 2007 - Tell me about it, Strijkkwartet nr. 3, 2007 - A Cradle Song, Strijkkwartet nr. 4, 2007 • 19 werken voor een instrument solo - A Fifth Circle, 1994 voor altfluit met delay • 2 electronische werken • 2 filmscores
Sunleif Rasmussen (*Sandur (Faeröer), Denemarken 19 maart 1961) kreeg een jazzopleiding in Noorwegen, bekeerde zich rond zijn vijfentwintigste tot de klassieke muziek en ging studeren aan de Koninklijke Deense Academie voor Muziek in Kopenhagen. Van 1990 tot 1995 kreeg Sunleif Rasmussen les van Ib Nørholm en Ivan Frounberg (elektronische muziek). Daarna studeerde hij aan het IRCAM in Parijs en maakte kennis met Spectral Music van Tristan Murail. Sunleif Rasmussen componeerde • 1 opera • 8 orkestwerken - "Territorial Songs", 2009, concert voor blokfluit en groot orkest • 3 werken voor zangstem en orkest • 3 werken voor groot ensemble - Freude und Trauer, 1999, voor strijkers, piano en gitaar - Winter Echo's, 2014, driedelig werk voor blokfluit (tdenor en alt) en 13 solo-strijkers • 24 kamermuziekwerken - Flow, 2012, voor blokfluit, viool, altviool en cello • 8 koorwerken, ook met solisten en instrumenten - “I” , 2011, voor koor en blokfluit • 2 werken voor solisten, koor en instrumenten • 1 werk voor zangstem en instrumenten • 7 werken voor een instrument solo - Variaties over Sorrig og Glæde (verdriet en vreugde), 12 variaties over een Deens lied voor solo-altblokfluit, 2011, opgedragen aan Michala Petri
Jake Heggie (*West Palm Beach, Florida, Verenigde Staten, 31 maart 1961) begon piano te spelen toen hij vijf jaar oud was. Hij kreeg zijn piano- en compositie opleiding in Orinda (Californië) bij Ernst Bacon (1977-1979), in Parijs en aan de Universiteit van Californië in Los Angeles, de UCLA, bij pianiste Johana Harris (1912–1995) Jake Heggie trouwde met Johana Harris in 1982 en scheidde van haar in 1993. In 2008 trouwde hij met de zanger Curt Branom. Jake Heggie componeerde • 6 opera’s - Dead man walking, 2000, libretto Terrence McNally; het verhaal van Sister Helen Prejean en de ter dood veroordeelde moordenaar Joseph de Rocher; aan klacht tegen de doodstraf; - The end of the affair, 2004 - At The Statue of Venus, 2005, - To Hell and Back, 2006, - Moby-Dick, 2010 - Great Scott, libretto Terrence McNally, 30 oktober 2015. Het verhaal gaat over de opvoering van een vergeten en verzonnen negentiende-eeuwse Italiaanse opera. - It’s A Wonderful Life, 2016 opera in twee bedrijven, libretto Gene Scheer gebaseerd op de gelijknamige film uit 1946 onder regie van Frank Capra en het boek “The greatest Gift” van Philip van Doorn Stern. Vertelt de geschiedenis van George Bailey (tenor) in Bedford Falls, New York, die op Kerstavond 1945 op het punt staat om zelfmoord te plegen en de engel Clara (sopraan) die uit de hemel gestuurd is als zijn beschermengel en hem de waarde van het leven doet inzien. Dan zijn er ook nog George lieve vrouw Mary (sopraan) en de valse gemenerik Mr. Potter (bariton). De opera wordt afgerond met het bekende oude volkslied Auld Long Syne. • 4 toneelmuziekwerken - For a Look or a Touch, 2007 • 4 orkestwerken • 5 werken voor koor met orkest of instrumenten • 4 koorwerken • 5 series liederen voor zangstem en orkest • 6 kamermuziekwerken - Soliloquy, 2012 voor fluit en piano. • 8 series liederen voor zangstem en kamermuziekbegeleiding - pieces of 9/11: Memories from Houston, 2011, voor sopraan, bariton en een meisjessopraan (leeftijd 14-18 jaar), met begeleiding van fluit, gitaar, viool en cello. 6 teksten van Gene Scheer, gebaseerd op interviews met inwoners van Houston en hun verhalen over de aanslag op 11 september. - Camille Claudel: into the fire, 2012, 7-delige liedcyclus voor mezzosopraan en strijkkwartet, op teksten van Gene Scheer gebaseerd naar aanleiding het leven en het werk van de Franse beeldhouwster Camille Claudel (1864-1943), die uiteindelijk aan haar eind kwam in een gesticht. Gecomponeerd voor Joyce DiDonato. Aangrijpend werk • 24 series liederen voor zangstem en piano (en andere instrumenten) - Eve-song, 2000, gedichten van Philip Littell, 8-delige cyclus, waarin Eva haar perspectief geeft. Ze verkent het paradijs en stelt kritische vragen. - At the Statue of Venus (2005), muzikale scene voor sopraan en piano, libretto Terrence McNally, minidrama. - The Work at Hand, 2015, voor mezzo-soprano, cello en piano, òf voor mezzo-soprano, cello en orkest. Drie symfonische liederen op gedichten van Laura Morefield (1961-2011), aangrijpende cellopartij. - Intonations, 7- delige liedcyclus voor mezzosopraan, soloviool, strijkkwartet en jonge soloviolist, teksten Gene Scheer, gebaseerd op verhalen over violen, bespeeld door Joden in de concentratiekampen tijdens de Holocaust, 2020, aangrijpend in soberheid. • 15 losse liederen voor zangstem en piano • 4 werken voor twee piano’s • 4 werken voor piano solo
Karen Tanaka (Tokio, Japan, 7 april 1961) begon als kind met piano en compositielessen. Nadat ze compositie had gestudeerd bij Akira Miyoshi en piano bij Nobuko Amada aan de Toho Gakuen Muziekschool in Tokio, studeerde ze vanaf 1986 in Parijs met een Franse beurs bij Tristan Murai en werkte ook aan het IRCAM. In 1990 en 1991 studeerde Karen Tanaka nog bij Luciano Berio in Italië. Karen Tanaka doceerde compositie aan de Universiteit van Californië in Santa Barbara en de Universiteit van Michigan in Ann Arbor. Op het moment (2016) woont Karen Tanaka in Los Angeles en doceert ze compositie aan het Kunstinstituut in Californië. Karen Tanaka componeerde • 2 geluidsinstallaties • 14 orkestwerken - Anamorphose, 1986, concert voor piano en orkest - Techno Etudes IV, 2024, pianoconcert • 13 kamermuziekwerken • 5 koorwerken • 14 pianowerken - Techno Etudes, 2000 • 6 werken voor een ander instrument solo, ook met elektronica - The song of songs, 1996, voor cello en electronica • 3 elektro–akoestische werken
Lisa Gerrard (*Melbourne, Australië, 12 april 1961) haar ouders waren van Ierse afkomst. Lisa Gerrard groeide op in de multi-etnische voorstad van Melbourne Prahran. Haar ouders waren van Ierse komaf. De contacten met Griekse, Turkse, Italiaanse en Arabische culturen hadden invloed op haar muziek. In 1981 richtte ze met Brendan Perry in Melbourne de band Dead Can Dance op. In 1998 ging de band uit elkaar, maar in 2005 maakten ze samen nog een wereldtournee, de Dead Can Dance Reunion Tour. In 2012 verscheen het album Anastasis. Vanaf 1986 werkte Lisa Gerrard samen met Bulgaars vrouwenkoor The Mystery of the Bulgarian Voices, een huwelijk tussen avant-garde en middeleeuwen. Ze maakten 4 albums. Lisa Gerrard componeerde vanaf 1989 filmscores en trad ook in films op als actrice. Vanaf 1995 bracht ze ook soloalbums uit. Lisa Gerrard is bekend om haar diepe contra-alt-zangstem en haar teksten in een zelfbedachte taal. Lisa Gerrard maakte • 11 albums met Dead Can Dance • 4 albums met The Mystery of the Bulgarian Voices • 5 soloalbums • 5 singles • 25 soundtrackalbums Lisa Gerrard componeerde • 22 fimscores en werkte mee aan • 26 filmscores Gladiator, 2000, met Hans Zimmer
Tjako van Schie (Coevorden, 17 april 1961) studeerde piano aan het conservatorium in Zwolle bij Ben Smits. Vanaf 1994 is Tjako van Schie correpetitor aan het Conservatorium van Amsterdam en gastdocent aan de Escola Superior de Música das Artes do Espectáculo in Porto, Portugal. Hij is vaste pianist van enkele koren. Tjako van Schie is getrouwd en woont in Nieuwleusen. Tjako van Schie componeerde • 65 (series) pianowerken • 33 kamermuziekwerken • 9 werken voor piano vier handen of twee piano’s • 3 werken voor koor en piano • 6 werken voor zangstem(men) en piano • 2 koorwerken • 6 orkestwerken • 1 werk voor tenorsaxofoon solo
Gilles Silvestrini (*Givet, Frankrijk, 4 juni 1961) begon zijn muziekstudie aan het Conservatoire à rayonnement régional de Reims en behaalde daar een prijs voor zijn hobospel. Vanaf 1979 studeerde Gilles Silvestrini aan het conservatoire national supérieur de musique et de danse in Parijs bij Pierre Pierlot, waar hij in 1985 met een eerste prijs voor hobo afstudeerde. Van 1986 tot 1988 studeerde Gilles Silvestrini compositie aan de l'École normale de musique in Parijs met een accent op het componeren van filmmuziek. Op het momnet (2014) doceert Gilles Silvestrini hobo aan het conservatoire Darius Milhaud in het 14e arrondissement van Parijs. Gilles Silvestrini componeerde • 5 orkestwerken • 2 werken voor (zangstem), koor en orkest • 6 kamermuziekwerken • 2 (series) liederen voor zangstem(men) en piano • 4 (series) werken voor hobo solo • 1 werk voor harp • 1 werk voor piano
Jean-Christophe Rosaz (*Chambéry, Frankrijk, 13 juli 1961) studeerde aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Lyon compositie. Jean-Christophe Rosaz heeft de FransZwitserse nationaliteit, een Argentijnse grootmoeder en in Italiaanse grootvader. Dat leidde tot een brede culturele belangstelling. Hij studeerde dan ook in 1991 ethnomusicologie bij Y. Grimaud. En in 1992 compositie filmmuziek aan de Ecole Normale Supérieure de Musique in Parijs bij A. Duhamel en P. Mestral. Zelf een zanger, heeft hij veel vocale muziek gecomponeerd, in diverse talen. Jean-Christophe Rosaz componeerde • 2 werken voor blaasorkest • 2 werken voor zangstem en orkest • 10 werken voor zangstem en piano of een ander instrument • 17 songs voor zangstem en gitaar • 9 werken voor kinder- of vrouwen koor • 11 werken voor gemengd koor • 5 werken voor mannenkoor • 1 opera • 1 musical • 2 passionen • 11 psalmen • 18 versper (delen) • 75 andere religieuze werken • 8 andere werken voor een instrument solo • 18 kamermuziekwerken • 2 theatermuziekwerken • 2 werken voor klavecimbel, • 3 werken voor viool • 5 werken voor piano • 1 filmscore • 1 TVscore
Unsuk Chin (*Seoul, Korea, 14 juli 1961) groeide op als dochter van een dominee. Ze hadden thuis geen geld, wel een piano, Unsuk Chin leerde zichzelf pianiospelen. Zij studeerde compositie bij Sukhi Kang aan de Nationale Universiteit Seoul en bij György Ligeti aan de Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Hamburg van 1985-1988. In 1988 verhuisde Unsuk Chin naar Berlijn, waar ze jarenlang werkte als componist aan de Muziekstudio van de Technische Universiteit van Berlijn. Unsuk Chin componeerde • 1 opera - Alice in Wonderland, 2007, libretto David Henry Hwang, gebaseerd op Lewis Caroll’s sprookje. • 15 orkestwerken - Pianoconcerto, 1997 - vioolconcert, 2002 - Roccaná, 2008 - Su, concert voor Chinese sheng (een soort mondorgel) en orkest, 2009, gecomponeerd voor shengspeler Wu Wei - Celloconcerto, 2009, gereviseerd 2013, het eerste meesterwerk uit de 21ste eeuw (2014) - Klarinetconcerto, 2014 - SPIRA, 2019 • 3 werken voor koor en orkest - Troerinnen, 1990, voor drie sopranen, koor en orkest, gebaseerd op een toneelwerk van Euripides. - Le Chant des Enfants des Étoiles voor gemengd koor, kinderkoor, orgel en orkest, 2016 • 6 werken voor zangstem(men) en orkest - Miroirs des temps, 1999 • 7 kamermuziekwerken - Acrosticon Woordspel, 1991, voor sopraan en ensemble - Fantaisie mecanique, 1994, voor vijf instrumenten - ParaMetaString, 1995, voor strijkkwartet en elektronica, indrukwekkend - Allegro ma non troppo voor percussie en tape. 1998 - Cantatrix Sopranica voor twee sopranen, countertenor en ensemble, 2005, verkenningstocht over de klank van de stem; zingen over zingen, met een behoorlijke dosis humor. - Double Bind?, voor viool en elektronica, 1998 - Alice in Wonderland - Advice from a caterpillar, 2007, voor basklarinet solo - Gougalōn, scenes uit een straattheater voor ensemble, imaginaire volksmuziek, 2011 - Graffiti, 2013 • 2 elektronische muziekwerken - Gradus ad infinitum for 8 pianos, voor tape • 6 piano etudes
Emmanuel Séjourné (*Limoges, Frankrijk, 16 juli 1961) studeerde klassiek piano, viool, muziekgeschiedenis, geluidsleer en muziekanalyse aan het conservatorium van Straatsburg. Vanaf 1976 studeerde hij slagwerk bij Jean Batigne, de oprichter van Les Percussions de Strasbourg. Onder zijn leiding ontwikkelde Emmanuel Séjourné interesse in eigentijdse en geïmproviseerde muziek. Hij werd een goede slagwerker en specialiseerde zich in melodische slagwerkinstrumenten (vibrafoon, klokkenspel, marimba enzovoort). In 1984 werd hij docent melodische slagwerkinstrumenten aan het conservatorium en hoofd van de slagwerkafdeling. Vanaf die tijd componeerde hij ook. Hij schreef ook een 6-delige methode voor melodisch slagwerk. Emmanuel Séjourné componeerde • 1 musical • 14 theatermuziekwerken • 5 dansmuziekwerken • 10 orkestwerken • 2 werken voor koor met instrumenten • 18 kamermuziekwerken - Martian Tribes, 1995, voor slagwerkkwartet: 5-oktaafs marimba, drie basdrums en metalen platen (donderblik?) • 7 werken voor een solo-instrument • 3 elektronische muziekwerenk • 9 TVscores
Koji Kondo (*Nagoya, Japan, 13 augustus 1961) begon vijfde met les op elektronisch orgel. In zijn tienertijd was hij bezig in een coverband die jazz- en rockmuziek speelde. Hij studeerde schilderkunst, cello, piano en wat andere instrumenten aan de Osaka Universiteit der Kunsten. Omdat hij in zijn vrije tijd ervaring opdeed met het componeren op piano en computer, werd hij in 1984 aangenomen bij Nintendo. Koji Kondo wilde de composities bij de computerspelen muzikaal interessant maken. Hij ondersteunt ook veel ander componisten bij de maken van muziek bij computergames. Koji Kondo componeerde • 38 (series) computerspelen - Punch-Out!!. , 1983, zijn eerste spel, van arcade - Super Mario, 1985, 1986, 1988, 1996, 2002, 2006, 2007, 2010, 2013, 2015, 2017 - The Legend of Zelda, 1985, 1991, 1998, 2000, 2002, 2004, Koji Kondo werkte nauw samen met de ontwerper van de spelseries, Shigeru Miyamoto.
Alexandre Michel Gerard Desplat (*Parijs, Frankrijk, 23 augustus 1961) heeft een Griekse moeder, die zijn vader ontmoette op het Universitair Centrum Berkeley in Californië, waar ze studeerden, woonden en trouwden. Alexandre Desplat speelde vanaf zijn vijfde piano en trompet en koos daarna fluit als hoofdinstrument. Hij studeerde aan het conservatorium van Parijs bij Claude Ballif, aan het atelier UPIC bij Iannis Xenakis in Frankrijk en orkestratie bij Jack Hayes in Los Angeles in de Verenigde Staten. Alexandre Desplat begon in Frankrijk filmmuziek te componeren, later ook in Hollywood. Toen hij de muziek voor zijn eerste film opnam, ontmoette hij violiste Dominique Lemonnier, die zijn favoriete soliste, artistiek leider en vrouw werd. Alexandre Desplat is de jongere broer van Marie-Christine (“Kiki”) leidster van de jazzband "Certains l'Aiment Chaud", en van Rosalinda Desplat. Alexandre Desplat componeerde • 1 opera • 1 ballet • 14 theatermuziekwerken • 3 shows • 1 orkestwerk • 130 filmscores - The Curious Case of Benjamin Button, regie David Fincher, 2008 - The Twilight Saga: New Moon, regie Chris Weitz, 2009 - The King's Speech, regie Tom Hooper, 2010 - Harry Potter en de Relieken van de Dood, regie David Yates, 2010, 2011 - Argo, regie Ben Affleck, 2012 - Godzilla, regie Gareth Edwards, 2014 - The Grand Budapest Hotel, regie Wes Anderson, 2014. Oscar voor beste filmmuziek in 2015. - Florence Foster Jenkins, regie Stephen Frears, 2015, • 20 korte filmscores en documentaires • 45 Tvscores • 1 videogame • 3 commercials
Thomas Walter Buchholz (*Eisenach, Duitsland, 27 augustus 1961) is de zoon van oratoriumzanger en zangpedagoog Kurt Wichmann en concertpianiste en muziekpedagoge Jutta Buchholz. Thomas Buchholz kreeg vanaf zijn 6de aan de Muziekschool Eisenach zangles, pianoles, orgelles en muziektheorie. Daarna volgde hij een opleiding voor pianobouwer aan de Julius Blüthner Pianofortefabrik. Daarna ging hij aan het werk als pianostemmer in Eisenach en muziekinstrumentrestaurateur aan het Klooster Michaelstein in Blankenburg. Ondertussen studeerde Thomas Buchholz van 1983 tot 1988 zang bij Rudi Ploß, compositie bij Günter Neubert en muziekpedagogiek bij Hans-Georg Mehlhornan aan de Muziekhogeschool „Felix Mendelssohn Bartholdy“ in Leipzig. En van 1988 tot 1992 studeerde hij compositie bij Ruth Zechlin aan de Kunstacademie in Berlijn. Daarbij volgde hij compositiecursussen bij Rudolf Kelterborn, Witold Lutosławski en John Cage. Vanaf 1988 doceerde Thomas Buchholz aan de Martin-Luther-Universität Halle-Wittenberg vormleer, instrumentatie, contrapunt en nieuwe muziek. Vanaf 1993 deed hij als wetenschappelijk medewerker onderzoek aan het Heinrich-Schütz-Haus van de Schütz-Akademie in Bad Köstritz. Vanaf 1995 was hij in het Händel-Haus in Halle bezig. Vanaf 1995 is hij ook gastdocent compositie aan het Staats Eriwaner Komitas-conservatorium in Armenië. Vanaf 2011 is Thomas Buchholz docent muziek en muziektheorie aan de Freie Waldorfschule in Halle. Thomas Buchholz componeerde • 1 opera • 14 orkestwerken • 13 concerten • 5 werken voor zangers, (koor) en orkest • 9 (series) werken voor groot ensemble of kamerorkest • 46 (series) kamermuziekwerken - Himmelsfarben, 1998 voor gitaar solo, opdrachtswerk voor het internationaal gitaarconcours; - drei mondlieder, 2010 voor blokfluit, gitaar en accordeon, compositie voor “Jugend musiziert” 2011 - Himmelsfarben II, 2011 voor blokfluit en gitaar; de blokfluitist moet de 5 miniaturen op verschillende blokfluiten blazen, van sopranino tot basset; compositie voor “Jugend musiziert” 2011 - Bach-Triptychon, 2013 voor blokfluitist (6 verschillende blokfluien) en fagottist (fagot, contrafagot), gebaseerd op drie kantates van Johann Sebastian Bach • 5 koorwerken met instrumenten • 3 koorwerken met solisten • 10 (series) koorwerken a cappella • 5 werken voor zangstem(men) en piano • 6 werken voor zangstem en andere instrumenten • 8 (series) pianowerken • 26 (series) werken voor een ander instrument solo • 18 andere (niet of anders uit te voeren) werken en bewerkingen
Michael Torke (*Milwaukee, Wisconsin, Verenigde Staten, 22 september 1961) kreeg al op 5-jarige leeftijd pianoles. Zijn eerste compositie schreef hij voor een jeugdorkest, waarin hij zelf fagot speelde. Michael Torke studeerde aan de Eastman School of Music compositie bij Christopher Rouse en Joseph Schwantner. Daarna studeerde hij aan de Yale School of Music in New Haven bij Jacob Druckman en Martin Bresnick. In 1985 vertrok hij naar New York. In 1986 bracht Michael Torke een jaar in Rome in Italië door. Michael Torke componeerde • 30 (series) orkestwerken - Bright Blue music in D grote terts, 1985, Michael Torke hoort toonsoorten in kleuren - Javelin, 1994. - Mojave, marimbaconcert, 2009 • 5 werken voor harmonie-orkest • 1 mis • 3 opera’s • 5 balletten • 1 koorwerk • 3 werken voor zangstem en instrument(en) • 32 (series) kamermuziekwerken - July, voor saxofoonkwartet, 1995, twee contrasterende thema's wisselen elkaar af. - May and June, 2010, voor saxofoonkwartet, geschreven voor het Amstelkwartet • 3 pianowerken
Wynton Marsalis (*New Orleans, Louisiana, 18 oktober 1961) is de tweede van zes zonen van jazzpianist, muziekleraar en componist Ellis Marsalis en Delores Ferdinand. Zijn oudere broer, Branford Marsalis, is een beroemd saxofonist. Delfeayo, een andere broer, speelt trombone en zijn jongste broer Jason speelt drums en vibrafoon. Toen Wynton zes jaar oud was, kreeg hij zijn eerste trompet van Al Hirt, bij wie zijn vader in deband speelde. Op zijn achtste speelde hij in de Fairview Baptist Church Band New Oleans-jazz. Hij volgde de Benjamin Franklin High School en het New Orleans Center for Creative Arts. Op school studeerde hij klassieke muziek en thuis bij zijn vader Jazz. Toen Wynton Marsalis 14 was, gaf hij met het New Orleans Symphony Orchestra een uitvoering van het trompetconcert van Haydn en op zijn 16de excelleerde hij in het tweede Brandenburgse Concert van Bach. Op zijn 17de was hij de jongsrte muzikant ooit toegelaten tot het Tanglewood Music Center In 1979 ging hij naar de Juilliard School in New York met als doel carrière te maken als klassiek trompettist. Maar in 1980 werd hij opgenomen in de Jazz Messengers van Art Blakey waar hij twee jaar lang mee rond toerde en besloot jazzmuzikant te worden. In 1982 tekende Marsalis bij Columbia Records en maakte zijn eerste solo-album. Hij richtte diverse bands en orkesten op en speelde met iedereen samen. Wynton Marsalis richt zich als promotor van jazz en klassieke muziek vooral op jongeren. In 1987 zette hij een jazzserie op voor het Lincoln Center in New York. Vanaf 2004 heeft Jazz at the Linciln Center zijn eigen vleugel in het kunstencentrumcomplex: de Frederick P. Rose Hall, met twee coincertzalen, opnamestudio's, repetitieruimtes en een jazzclub. Wynton Marsalis is nogal actief in het ter discussie stellen van zaken die aan rassendiscriminatie gerelateerd zijn. In 2005 kreeg Wynton Maralis uit de de handen van president George W. Bush de National Medal of Arts, in 2015 uit de handen van persident Barack Obama de National Humanities Medal. Wynton Marsalis maakte • 16 klassieke opnames • 30 jazz opnames, 9 Grammy Awards en meerdere Edisons Wynton Marsalis componeerde • 1 oratorium - Blood on the Fields, 1994, over de slavernij, Pulitzer Prize 1997 • 1 ballet - Them Twos, 1999 • 1 mis - The Abyssinian Mass, voor koor en orkest, 2008 • 3 symfonieën - symfonie nr. 3, Swing Symphonie, 2010, zevendelige unieke combi van jazz en klassiek • andere orkestwerken - All Rise, 2001, voor orkest en koor - Concerto in D voor viool en orkest, 2015, geschreven voor Nicola Benedetti. Ellington, Gerhwin, Ives, blues, folk, allerlei Amerikaanse muziektradities vloeien er in samen • werken voor een instrument solo - Fiddle Dance Suite, geschreven voor Nicola Benedetti, 2019 • talloze werken voor jazzorkesten en jazzbands
Brett Dean (*Brisbane, Australië, 23 oktober 1961) studeerde aan het Queensland Conservatorium. Van 1985 tot 1999 was Brett Dean violist in het Berlijns Filharmonisch Orkest. In 2000 ging hij weer naar Australië terug. Daar was hij artistiek directeur van de Australian National Academy of Music in Melbourne tot juni 2010. Zijn broer, Paul Dean, nam het van hem over. Sinds die tijd wijdt hij zich voornamelijk aan componeren en dirigeren en verdeelt hij zijn tijd tussen Melbourne en Berlijn. Brett Dean componeerde • 2 opera's - Bliss, gebaseerd op de roman van Peter Carey, 2010. - Hamlet, opera in twee bedrijven, 2016 • 1 ballet • 10 concerten - Ariel’s Music, klarinetconcert, 1995 - Water Music voor saxofoonkwartet en kamerorkest, 2004 - The Lost Art of Letter Writing, vioolconcert, 2008 - Dramatis personae voor trompet en orkest, 2013, tweede deel Soliloque, indringende verwijzing naar Hamlet • 18 andere orkestwerken - Carlo voor strijkers, sample en tape, zijn meest succesvolle werk, geïnspireerd door de muziek van Carlo Gesualdo, 1997. - Pastoral Symphony voor kamerorkest, 2000, experimenteel, naar Beethovens 7de symfonie. - Etüdenfest, 2000, voor strijkorkest met piano buiten het podium - Shadow Music, voor kamerorkest, 2002 - Moments of Bliss, 2005 - Short Stories, vijf tussenspelen voor strijkorkest, 2005 - Testament, 2008, voor orkest, naar de versie voor 12 altviolen uit 2002, verwijst naar Beethovens Heiligenstädter Testament uit 1802 - Approach, 2017, voor kamerorkest, inleiding voor het Zesde Brandenburgse Concert van Johann Sebastian Bach • 9 werken voor koor en instrumenten of orkest - Carlo, voor kamerkoor en orkest, naar Carlo Gesualdo, 2015 • 6 werken voor zangstem en instrumenten of orkest - Winter Songs voor tenor en blaaskwintet, 2001 - Songs of Joy, cyclus liederen voor zangstem en orkest, 2008 • 26 kamermuziekwerken - Voices of Angels voor strijkers en piano, 1996 - Testament, voor 12 altviolen, 2002 - Polysomnography, voor blaaskwintet en piano, 2008 - Imaginary Ballet, pianokwartet, 2021
Elfriede Theresia „Elfi“ Aichinger (*Wels, Oostenrijk, 2 november 1961) studeerde van 1977 tot 1982 klassiek piano bij bij Peter Lang en klassieke zang aan het Mozarteum in Salzburg bij Wilma Lipp en daarna aan de Hogeschool voor Muziek en Uitvoerende Kunsten in Wenen bij Wolfgang Bruneder. In 1984 richtte ze mee het jazztrio Jubilo Elf op. Vanaf 1986 trad ze als solist op bij allerlei diverse ensembles. In 1987 richtte ze Formation Ames op, waarmee ze haar eigen composities uitvoerde. Een tijdlang was Elfi Aichinger getrouwd met slagwerker Stephan Maass. Vanaf 1990 doceert Elfi Aichinger jazzzang aan het Anton-Bruckner-Konservatorium in Linz, vanaf 1996 aan de Muziekhogeschool in Wenen. Elfi Aichinger heeft een dochter en een zoon. Elfi Aichinger componeerde • 1 mini-opera • 1 multimediaproduktie • 1 theatermuziekwerk • 1 mis • 2 orkestwerken • jazzcomposities voor bigband • jazzcomposities voor combo • 2 koorwerken • 15 kamermuziekwerken • 8 werken voor (zang)stem en instrument - Rag for May, voor altviool, piano en stem, 2020, geschreven als hommage voor May Aufderheide • werken voor een instrument solo https://www.elfi-aichinger.com
Daron Aric Hagen (*Milwaukee, Wisconsin, Verenigde Staten, 4 november 1961) is de jongste van drie zonen van schrijfster Gwen Hagen en advocaat Earl hagen. Hij begon op zijn 13de te componeren en dirigeerde op zijn 15de de première van zijn eerste orkestwerk en studeerde compositie, piano en directie aan het Wisconsin Conservatorium in Milwaukee, de Universiteit van Wisconsin in Milwaukee, het Curtis Mjuziekinstituut in Philadelphia, Pennsylvania en Juilliard School of Music te New York. Hij studeerde daar bij Leonard Bernstein, David Diamond, Bernard Rands, Ned Rorem en Joseph Schwantner. Daron Hagen werkt als componist, dirigent, pianist en theaterdirecteur. Daron Hagen componeerde • 14 opera’s • 2 cantates • 5 symfonieën • 12 concerten • 26 andere orkestwerken • 10 werken voor harmonie-orkest • 24 (series) koorwerken, ook met solisten en/of instrument(en) en/of orkest • 54 kamermuziekwerken - Heike Quinto, vijfdelig werk, gebaseerd op de Japanse middeleeuwse tekst "Het verhaal van de Heike". Het werk is geschreven voor Japanse koto, cello en twee stemmen, een meeslepend en expressief verhaal. • 42 (series) liederen • 7 pianowerken • 10 werken voor een ander instrument solo • 2 operafilms • 5 filmscores • 1 webinstallatie
Jeanine Tesori (eerder Jeanine Levenson, Verenigde Staten 10 november 1961) zag haar eerste theatervoorstelling Godspell aan de Promenade in New York toe ze veertien was. Het leidde tot haar uitspraak: “ik ben ergens waar echt iets gebeurt, en ik wil nooit meer ergens anders zijn”. Jeanine Tesori bezocht de Paul D. Schreiber High School in Port Washington, New York. Daarna studeerde ze af op het Barnard College, waar ze kwam om medicijnen te studeren maar omschakelde naar muziek. Vanaf 1995 arrangeerde Jeanine Tesori dansmuziek voor Broadway, in 1997 componeerde ze haar eerste musical. Jeanine Tesori was artistiek directeur van een concertserie met muziek van Off-Broadway musicals: "Encores! Off-Center". Jeanine Tesori woont met haar echtgenoot Michael Rafter en hun dochter Siena in Manhattan. Jeanine Tesori is de meest gewaardeerde en geëerde vrouwelijke theatercomponist in de geschiedenis met vijf Broadway musicals en vijf Tony Award nominaties. Jeanine Tesori componeerde • 2 opera’s - A Blizzard on Marblehead Neck - Blue, opera in twee bedrijven, libretto Tazewell Thompson. een krachtig portret van een zwarte familie. Onversneden woke-opera. • 8 musicals • talloze theaterprodukties • 7 filmscores
Tim Rescala (*Rio de Janeiro, Brazilië, 21 november 1961), geboren als Luiz Augusto Rescala, had beroepsmusici als ouders en begon als kind al vroeg zelf muziek te studeren. Hij studeerde muziektheorie en piano aan de federale Universiteit van Rio de Janeiro van 1976 tot 1978, en ondertussen ook nog aan de Villa-Lobos Muziekschool. Vanaf 1979 studeerde hij aan de Villa-Lobos Muziekschool piano bij Maria Yêda Cadah en contrapunt en arrangeren bij Hans-Joachim Koellreutter. In 1983 studeerde bij Hans-Joachim Koellreutter compositie en ondertussen af in muziekpedagogiek aan de Universiteit van Rio de Janeiro. Ondertussen had hij al aardig wat compositieprijzen gewonnen. Bij zijn opera’s schrijft hij vaak zelf de libretti. In 2005 werd Tim Rescala directeur en dirigent van de Baden Powell concertzaal in Rio de Janeiro en daar zorgde hij voor een aantal spraakmakende concertseries, ook voor kinderen, een bevolkingsgroep waar hij van het begin af in zijn werken en zijn optredens veel aandacht voor had. Hij was een van de oprichters van Musimagem Brasil, de Braziliaanse vereniging van componisten voor audiovisuele doeleinden. Hij treedt naast zijn componistenwerk nog steeds op als pianist en dirigent als daarom gevraagd wordt. Tim Rescala organiseert, produceert en presenteert regelmatig TVprogramma’s over muziek, ook voor kinderen. Tim Rescala componeerde • 16 opera’s en musicals • 50 theatermuziekwerken • 11 orkestwerken • 24 kamermuziekwerken - A banda de pífaros do Rei Arthur (King Arthur's fluitorkest), voor blokfluitkwartet, opgedragen aan het Quinta Essentia Quartet • 5 werken voor zangstem(men) en instrument(en) • 6 werken voor een instrument solo • 10 filmscores
Stephen Hough ( *Heswall, Cheshire, Engeland, 22 november 1961) begon met pianolessen toen hij vijf jaar oud was. In 1978 won hij de pianoprijs in de BBC Young Musician of the Year Competition. Stephen Hough heeft een Master's degree van de Juilliard School en ontving de MacArthur Fellowship in 2001. Hij studeerde bij Heather Slade-Lipkin, Gordon Green en Derrick Wyndham. Hij werd lid van de Rooms-katholieke Kerk toen hij negentien jaar oud was. Hij heeft geschreven over zijn homoseksualiteit in relatie tot zowel zijn religie als de betekenis ervan voor zijn carrière als muzikant. Ook publiceerde hij THE BIBLE AS PRAYER: een handboek voor lectio divina. Stephen Hough werd in 2005 Australisch staatsburger, zodat hij twee nationaliteiten bezit. Stephen Hough componeerde • 2 corkestwerken - The Loneliest Wilderness voor cello en orkest, 2005 - celloconcert, geschreven voor Steven Isserlis, 2007 • 2 missen • 4 (series) liederen voor zangstem en piano • 2 werken voor koor en piano(’s) of orgel • 2 koorwerken • 10 kamermuziekwerken - Strijkkwartet nr. 1, “les six rencontres”, 2021, zes ontmoetingen in korte deeltjes. Plaatjes bij een stadswandeling. • 6 (series) pianowerken - Broken Branches, Sonata for Piano • 1 solowerk voor piccolo
Nicolas Bacri (*Parijs, 23 november 1961) begon op zevenjarige leeftijd piano te spelen en kreeg als teenager les in harmonieleer, contrapunt, analyse en compositie van Françoise Gangloff-Levéchin en Christian Manen en na 1979 van Louis Saguer. Daarna ging Nicolas Bacri naar het conservatorium in Parijs, waar hij ondermeer bij de componisten Claude Ballif, Marius Constant, Serge Nigg, en Michel Philippot studeerde. Van 1987 – 1991 werkte hij als hoofd kamermuziek voor Radio France. Daarna wijdde hij zich uitsluitend aan componeren. Nicolas Bacri componeerde • 6 symfonieën - symfonie nr. 6, opus 60, 2003 • 27 concerten. • 35 andere orkestwerken • 8 strijkkwartetten • 6 koorwerken • 18 (series) werken voor zangstem(men) en orkest of instrumenten - melodias de la melancolia, opus 119b, 2010, vier liederen op tekst van Alvaro Escobar Molina voor sopraan en orkest, opgedragen aan Paticia Petibon, als opus 199a gezet voor sopraan en piano nr. 1 A la mar, Moderato ipnotico - Three love songs, opus 96, voor sopraan en orkest, 2005, teksten van Rûmi uit de 11de eeuw, geschreven voor de zetiugste verjaardag van de Unesco. in 2008 is er door Dimitri Tchesnokov versie voor sopraan en piano gemaakt. nr. 2 Al through eternity, Adagio estatico • kamermuziekwerken.
David Dramm (*Illinois, Verenigde Staten, 23 december 1961) groeide op in San Diego, Californië. Hij studeerde compositie bij Robert Erickson aan de Universiteit van Californië in San Diego en bij Louis Andriessen en Earle Brown aan de Yale Universiteit in New Haven, Connecticut. Naast zijn compositorische activiteiten is David Dramm als zanger/gitarist verbonden aan het Avant-Rock Trio Analecta. David Dramm leeft en werkt in Amsterdam. David Dramm componeerde • 9 theatermuziekwerken - Aardappelvreters, oeropera over de ondergang van een boerenfamilie, libretto, Jibbe Willems, 2018 • 6 dansmuziekwerken • 7 werken voor groot ensemble of orkest - White heat, 2014, over de verloren energie van licht • 51 kamermuziekwerken - Little Zero, voor altsaxofoon en piano, 2004, maf werk - Nacho, voor saxofoon en slagwerk, 2010, geschreven voor Rutger van Otterloo en Tatiana Koleva - Sorry, voor instrumentaal kwintet, 2017, geschreven voor ensemble Black Pencil • 6 vocale werken • 10 pianowerken • 6 werken voor slagwerk • 10 andere werken voor een instrument solo - Smackgirl, 2010, voor viool met twee bassdrums, geschreven voor zijn dochter, violiste Diamanda La Berge Dramm - I woke up blind, blokfluit, verschillende andere fluiten, klokkenspel, speelgoedjes en soundtrack, 2013, geschreven voor Suzanna Borsch • 5 filmscores • 30 songs
Laurence Crane (*Oxford, Groot Brittanië, 1961) studeerde aan de Universiteit van Nottingham bij Peter Nelson en Nigel Osborne. Hij is een broer van de filosoof Tim Crane. Laurence Crane werkt als muziekuitgever en doceert compositie aan de Guildhall School voor Muziek en Drama in Londen. Laurence Crane componeerde • installaties • orkestwerken • 10 kamermuziekwerken - Sparling, 1992, duo voor klarinet en gitaar of piano - Trio, 1996, voor basfluit, klarinet en piano - Riis, 1996, voor klarinet, cello, en elektronisch orgel - See Our Lake, 1999, voor kwintet - Sparling 2000, 2000, voor klarinet en strijkkwartet - Estonia, 2001, kwartet voor klarinet, fluit, viool en cello - Four Miniatures, 2003 voor fluit, viool, slagwerk en piano - John White in Berlin, 2003, voor cello, slagwerk, elektrische gitaar en piano - Seven Short Pieces, 2004, voor kwintet • pianowerken - Piano Piece nr. 23 - Ethiopian Distance Runners, 2009 • 5 werken voor een ander instrument solo - Bobby J, voor elektische gitaar, 1999 - Raimondas Rumsas, 2002, voor cello • filmscores
Douwe Eisenga (*Apeldoorn, 1961) wilde rond zijn negende het liefst gitaar gaan spelen, maar zijn ouders duwden hem de orgelkant op. Hij begon met orgelles en kwam terecht in de klassieke muziek en kennis van muziektheorie. In zijn tienertijd was hij meer aangetrokken tot punk, progressieve rock, symfonische pop en blues. Dat zette dan ook maar over op zijn elektrische Philipsorgeltje. Douwe Eisenga ging Groningen sociologie studeren, maar merkte al gauw dat het gestudeer in dat vakgebied hem niet lag en dat hij verder moest gaan in de muziek. Op zijn twintigste begon hij piano te spelen en raakte betrokken in het Groningse muziekleven. Hij speelde in verschillende bandjes en trad op bij muziektheaters en in clubs. In eerste instantie leerde zichzelf componeren en schreef in de jaren 80 composities voor diverse theater-, film- en videoproducties. Aan het conservatorium in Groningen studeerde Douwe Eisenga van 1990 tot 1996 hij lichte muziek bij Julius Ament met bijvakken in klassieke muziek van Wim Dirriwachter. Na twee jaar veranderde hij zijn hoofdvak in klassieke muziek en deze opleiding ronde hij af. Halverwege zijn opleiding aan het conservatorium verhuisde hij naar Middelburg, de plaats waar hij zijn toekomstige vrouw had ontmoet. De laatste drie jaar van zijn conservatoriumtijd reisde hij eens per week naar Groningen om zijn studie af te maken. Tijdens de zes jaar die hij doorbracht aan het conservatorium bestudeerde hij een scala aan compositietechnieken, bijvoorbeeld Surrealisme, de Twaalf Toon Techniek, De Toonklok van Peter Schat en technieken van Ton de Leeuw. Eisenga's muziek ligt verankerd in de popmuziek. Hij maakt geen onderscheid tussen popsongs, twaalftoontechnieken, Barokmuziek of Oosters getinte cyclische muzikale patronen. Al deze elementen worden door elkaar gebruikt in zijn composities. Vanaf 1993 woont Douwe Eisenga in Zeeland. Douwe Eisenga componeerde • 1 werk voor uitvoering op locatie • 2 opera's - kabaal, 2001, kameropera • 6 theaterproducties - Wiek, 2009, productie van theatermaakster Boukje Schweigma • 5 balletten • 5 orkestwerken - pianoconcert, 2003 • 8 werken voor groot ensemble • 3 werken voor koor en orkest - Requiem 1953, ter gelegenheid van de 50 jarige herdenking van de watersnoodramp van 1953, 2003. • 1 werk voor koor en orgel • 6 andere vocale werken • 35 kamermuziekwerken - passacaglia voor piano vierhandig, fluit, altsaxofoon, viool en violoncello, 2011, melancholisch - kick voor piano vierhandig, fluit, altsaxofoon, viool en violoncello, 2011, springerig opzwepend - La Musica del Giorno, 2011 • 18(series) werken voor piano('s) - For Mattia , 2017, opgedragen aan Mattia, die op haar 28ste geen andere uitweg uit haar ellende zag dan uit het leven te stappen. - Open, 2021, 9 werken voor piano 1. Left Out I 2. Time Diggers - Poetry of a City, 8 werken, 2023, geïnspireerd door de gedichten op de gevels in Middelburg. • 8 werken voor een ander instrument solo • 12 filmscores
Ivo van Emmerik (*Amsterdam, 1961) studeerde compositie aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam bij Robert Heppener en aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Brian Ferneyhough. En hij volgde zomercursussen bij Morton Feldman en John Cage in Middelburg. In 1989 studeerde hij cum laude af. Ivo van Emmerik werkte nauw samen met het Ive Ensemble, waar hij een groot aantal composities voor schreef. Hij doceert twintigste-eeuwse muziek aan het Artez Kunstinstituut. Ivo van Emmerik woont en werkt in Zwolle. Ivo van Emmerik componeerde • 20 werken voor gemengde media • 12 orkestwerken • 44 kamermuziekwerken - Celestial scrAps, 2021, voor 2 pianisten • 4 koorwerken, ook met instrument(en) • 20 werken voor zangstem(men) en instrument(en) • 12 werken voor een instrument solo
Simone Fontanelli (*Milaan, Italië, 1961) studeerde gitaar bij Notis Mavroudis en Giorgio Oltremari. Daarnaast studeerde hij filosofie aan de Universiteit van Milaan. Daarná studeerde hij tot 1989 compositie aan het conservatorium van Milaan bij Davide Anzaghi en Umberto Rotondi. Directie studeerde hij tenslotte in Hongarije. Vanaf 2000 doceert Simone Fontanelli aan het Mozarteum in Salzburg. In Salzburg richtte hij het Amadeus kamerorkest op, waar hij ook dirigent van werd. Simone Fontanelli geeft masterclasses en lezingen op allerlei Universiteiten en conservatoria in Europa, Azië en Amerika. Simone Fontanelli componeerde • 6 concerten of werken voor zangsolist(en) en orkest • 4 andere orkestwerken • 1 koorwerk a capella • 42 kamermuziekwerken - Je commence par déclarer, 2017, voor viool en blokfluit, waarbij beide spelers ook een vocale partij hebben, tekst Giacomo Casanova, uit Histoire de ma vie. • 36 (series) werken voor een instrument solo
Nico Huijbregts (*1961) is componist, pianist en beeldend kunstenaar, ziet het leven graag als een onbeperkt totaal waarin alles mogelijk is binnen de grenzen van één nooit meer eindigende honderdste seconde, en weigert daarom enig feit uit het verleden van zijn leven te leveren. Nog een wonder dat ik een geboortejaar heb kunnen ontdekken. Nico Huijbregts componeerde • 1 opera • 11 orkestwerken • 11 werken voor groot ensemble - Farfanesque, 2013, voor het ensemble Black Pencil • 11 kamermuziekwerken - Chasing Piazolla, 2015, voor panfluit en gitaar • 6 werken voor piano • 5 werken voor een ander instrument solo • koorwerken a cappella • 8 werken voor zangstem en orkest, instrumenten of piano
Margreeth Chr. de Jong (*1961) behaalde in 1986 aan het Rotterdams Conservatorium de diploma’s Kerkmuziek, Docerend Musicus orgel en Uitvoerend Musicus orgel met het cijfer 10. Zij vervolgde haar studie bij Guy Bovet te Zwitserland, en bij Jean Langlais en Marie-Louise Jaquet-Langlais aan de Schola Cantorum te Parijs. Margreeth de Jong is organist en kerkmusicus van de Nieuwe Kerk te Middelburg. Zij is getrouwd met musicoloog en organist Albert Clement. Sedert januari 2005 doceert Margreeth de Jong hoofdvak orgel aan de Roosevelt Academy, het internationale “Honors College” van de Universiteit Utrecht te Middelburg. In 2012 is Margreeth de Jong door H.M. de Koningin benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Margreeth de Jong componeerde • 20 (series) werken voor koor en orgel • 1 serie werken voor viool en orgel • 3 (series) werken voor zangstem en orgel • 1 werk voor koor a cappella • 53 (series) orgelwerken - “Andächtige Musique”, 11 delen bewerkingen van Psalmen en Gezangen in barokstijl. Margreeth heeft zich de retorische stijlmiddelen van de barok zo eigen gemaakt, dat het lijkt of het om echte barokcomposities gaat. - Partite diverse sopra “Vater unser im Himmelreich”, 2006 - Sieben Tänze, opus 60, 2014, verrassend 2. Fandango 3. Tango
Victor Kioulaphides (*Athene, 1961) studeerde basviool aan de Manhattan School of Music en de Juilliard School bij David Walter en Orin O¹Brien. HIj studeerde ook compositie bij Giampaolo Bracali en Ludmila Ulehla. Victor Kioulaphides componeerde • 8 opera’s • 4 concerten • 12 andere werken voor orkest • Requiem, 2022, in 2024 uitgebreid met een speciaal werk voor ud, Let Us Have Peace • 8 motetten - Stabat Mater, 2016, gecomponeerd voor Sytze Buwalda en het Apollo-ensemble - Zonnelied, Lofzang der schepselen, 2022, gechreven voor het Nederlands Bach Consort • 1 cantate • 3 anthems voor koor • 12 madrigalen • 34 kamermuziek werken • 27 liederen of liedverzamelingen - Hesse Lieder, cyclus van 9 liederen op teksten van Herman Hesse voor alt, mandoline en giaar 4. Ausklang, met ingetogen snikken - Nordseelieder, 2015, cyclus van 3 liederen op teksten van Reiner Maria Rilke voor alt en mandoline-orkest • 4 werken voor orgel solo • 8 werken voor gitaar • 9 werken voor mandoline • 4 werken voor piano solo • 1 werk voor hobo • 1 werk voor strijkbas
Anton Pauw
(*Zutphen, 1961) studeerde orgel bij Piet Kee en kerkmuziek bij Jan Boeke en
Klaas Bolt aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Na zijn conservatoriumopleiding studeerde hij onder
andere bij Ton Koopman en Jean Boyer. Anton Pauw componeerde • orgelwerken • koorwerken
Michael Pisaro (*Buffalo, New York, Verenigde Staten, 1961) is gitarist en componist. Van 1986 tot 2000 doceerde Michael Pisaro compositie en muziektheorie aan de Northwestern University. Vanaf 2000 doceert hij compositie aan het Kunstinstituut in Californië. Michael Pisaro componeerde • 50 (series) werken voor een uiteenlopende variëteit van combinaties van instrumenten. • 36 (series) werken voor een soloinstrument
René Uijlenhoet (*1961) studeerde compositie bij Ton Bruynèl en orgel en improvisatie bij Theo Teunissen en Jan Welmers. Van 1988 tot 1990 doceerde René Uijlenhoet elektronische muziek aan het Utrechts Conservatorium. Aan de faculteit Kunst, Media en Technologie van de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten was hij van 1990 tot 1994 docent computercompositie. Van 1996 tot 1998 werkte hij voor NEAR, het Nederlands Elektro-Akoestisch Repertoirecentrum, een initiatief van Gaudeamus en Donemus. Sinds 1997 is hij als docent elektronische compositie verbonden aan de compositie-afdeling van het Rotterdams Conservatorium. René Uijlenhoet componeerde • balletten • theatermuziekwerken - Wake,2010, gecomponeerd met Klaas de Vries, libretto David Mitchell, ter gelegenheid van de tienjarige herdenking van de vuurwerkramp in Enschede • werken voor instrumenten en elektronica, - Zware Metalen, voor beiaard, luidklokken en elektronica, 1993 - Vorst aan de Grond, 2000, voor beiaard, elektrische klokken en tape - Koraalriff, 2003, gecomponeerd samen met Nora Hooijer, voor orgel, live electronics en tape • werken voor tape en/of live electronics, - Wired Life, 1995, installatie voor muziekcentrum De IJsbreker - De Muis met het Oor, 1998, multi-media live electronics / live painting, gebaseerd op de elektronische muziek theorieën van de schilder Piet Mondriaan - Lichtgewicht, 1999, voor 4-sporen tape - De voorzienigheid, 2006, elektro-akoestische muziek - Entangling Cycles, 2008, elektronische live installatie
|