Blokfluit in de 21ste eeuw

Zie voor de nieuwe ontwikkelingen ook de laatste opmerkingen bij allerhande lemma's bij ontwikkelingen na 1945 Nederland  en Duitsland.

 

Ná de tweede wereldoorlog is er nogal geëxperimenteerd met blokfluiten. Er waren steeds spelers die het dolce karakter te beperkt vonden en méér wilen.

Blokfluiten worden gemaakt van

esdoornhout,

perenhout

rozenhout

Europees bukshout

pallisander (uit Brazilië, Honduras, Ceylon en India)

Ebbenhout (uit Ceylon, Madagaskar en Indonesië)

Grenadil (uit Mozambique en Tanzania) 

 

Er zijn vandaag de dag nog wel eens problemen met illegaal in het regenwoud gekapte houtsoorten. Daar zijn wat bepalingen en verdragen internatioaal over vastgelegd. Bijvoorbeeld de CITES-overeenkomst waarin de handel in 5000 bedreigde diersoorten en 30.000 bedreigde plantensoorten aan banden wordt gelegd. Zie www.cites.org

 

1958 krijgt  Gyla Foky-Gruber uit Wiesbaden het patent op  zijn cilindrische blokfluiten van metaal, met een houten blok, onder andere gebouwd door de firma Hopf. 

Vanaf 1968 ontwerpt Klaus Grunwald (Overath) trechterblokfluiten in allerlei soorten en maten, patent 1982, firma Adler-Heinrich

Omstreeks 1985 ontwerpt Arnfred Rudolf Strahtmann (Melsdorf) en volledig op saxofoonmanier van kleppen voorziene blokfluit,  met een verstelbaar blok.

(Windkanal 2004/2)

 

In de hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde:

De harmonische blokfluit

Andere ontwikkelingen in de blokfuitbouw 

Korte en lange mensuur

midified blockflute

Csakan gaan spelen

Overige ontwikkelingen

Microfoonversterking

Elektronische blokfluiten

Moderne technieken

 

De harmonische blokfluit.

In 1993 presenteerde Maarten Helder voor het eerst zijn "zuiver Overblazende blokfluit, een geheel nieuw concept in de blokfluitwereld.

Hij baseerde zich daarbij op de bouwwijze van de Duitse fluiten uit de 30-er jaren,  (Hüller, Schöneck en König, Zwota)  waarmee blokfluitist Nikolaj Tarasov hem mee in contact  bracht. Deze fluiten hadden redelijk zuiver boventonen

Voorbeelden voor het nieuwe greepsysteem (behalve het deels openlaten van het duimgat, moeten voor het makkelijk spelen van het derde oktaaf ook bovengaten van de linkerhand deels worden geopend) waren bijvoorbeeld ook al te vinden bij een nieuw blokfluitentype uit de 19e eeuw: de Weense Czakan. Maarten Helder ging aan het werk, en het lukte hem een tenorblokfluit te  scheppen, die volle lage tonen had, waarop drie oktaven te spelen waren, en die redelijk zuivere boventonen had.

het eerste exemplaar verkocht hij in 1995 en daarna veroverde het instrument zich al snel een plaats in de hedendaagse-muziek-wereld, waar het blokfluit betrof. Walter van Hauwe maakt(e) enthousiast reclame voor het instrument. Walter van Hauwe is buitengewoon opgetogen over deze instrumenten en gelooft dat ze het standaardinstrument voor uitvoeren van moderne blokfluitmuziek worden. Hij ziet het als een alternatief voor de "historische" blokfluit. (The Recorder magazine 15, nr. 4). lIse Hechler vindt als groot nadeel, dat het instrument door zijn grotere toonomvang en uitgebreide dynamische mogelijkheden misbruikt wordt om muziekliteratuur te spelen die anders niet te spelen is. De uitvoering van Debussy’s Syrinx door Walter van Hauwe op het blokfuitsymposium Calw 1999 vond zij niet om aan te horen (Tibia 4/98)
Na 1999 nam de firma Mollenhauer Blockflötenbau in Fulda de ontwikkeling verder voor haar rekening.

Als "Blockflute" wordt de fluit door Mollenhauer in en alt en in een tenorversie geleverd.   Ze is vooral geschikt voor moderne muziek.

Samen met Susanna Fröhlich, die op het onderwerp promoveerde, ontwikkelde de firma Mollenhauer een Helder Evo Tenor met nog uitgebreidere expressieve mogelijkheden. Het flexibele windkanaal Sound Unit, op basis van een idee van Alfred Strathmann maakt het mogelijk klakkleuren te variëren. Het bijbehorende Lip-Control-Mechanisme maakt verandering in dynamiek mogelijk.

 

    

                                                                                                                         Helder tenor, gebouwd door de firma Mollenhauer  

 

 

 

 

Meesterblokfluitbouwer Erik Jahn van de firma Mollenhauer ontwikkelde een moderne harmonische altblokfluit met als grondtoon E. 

Het bouwconcept: lange mensuur, kleppenmechaniek, voicing, overblazen met zuivere boventonen was door Nik Tarasov gedefinieerd. Zelf ging hij samen met Joachim Paetzold uit Tübingen aan het werk, zoekend naar een steeds beter resultaat. 

Zuiver boventonen ontstaan door een langere mensuur, waardoor het voetstuk minstens twee kleppen nodig heeft.

 

Een belangrijke rol speelt de zogenaamde Voicing, de vormgeving en de preciese afstelling door de bouwer van "luchttunnel" ("Windkanal" zeggen de Duitsers, is daar een Nederlands woord voor?) en blok. Een en ander leidde tot de moderne altblokfluit, met een driekleppig voetstuk dat spelen van e' in de diepte tot es'''' in de hoogte mogelijk maakt, en het hele instrument een grotere stabiliteit verleent. (Windkanal 2004/2). Paetzold en Tarasov ontwikkelden op dezelfde basis een moderne sopraan, die inmiddels ook op de markt is (2006). Deze harmonische blokfluiten hebben een slimmer ontwerp dan de Maarten Helder serie.

 

Vanaf 2022 maakt de firma Mollenhauer een nog verfijndere harmonische fluit: de Helder Evo Alt en de Helder Evo tenor. Je moet er wel meer dan € 3000 voor willen betalen:

 

 

 

De gerenommeerde firma Moeck, die zich langzamerhand door Mollenhauer weggespeeld zag, kon natuurlijk niet achterblijven. Blokfluitbouwer Ralf Ehlert ontwikkelde op dezelfde bovengenoemde principes de Ehlert-alt, die de blokfluitist een grotere omvang bied, maar binnen het karakter van de flauto dolce. 

 

De Eagle

DeEagle is een blokfluit, vanaf 2007 ontwikkeld door Adriana Breukink, Geri Bollinger and  Küng Blockflötenbau. Op deze moderne blokfluit met een kleppensysteem en een  metalen labium kun je in elke stijl stevig, dynamisch en flexibel uit de voete. Omvang drie oktaven, sterkte in de laagte net zo stevig als in de hoogte. De Eagle is leverbaar in een sopraan- en in een altversie. Dé blokfluit van de 21ste eeuw. Probeer hem uit! Het instrument opent deuren voor een volledig nieuw repertoire. De Eagle wordt ook gemaakt met een uitbreiding van de toonomvang naar e' voor de altversie. De altblokfluit heeft dan een omvang van e' naar  c''''.  Componist Chiel Meijering heeft tientallen concerten geschreven voor Eagle-blokfluit en strijkorkest. Een 15-tal daarvan zijn in 2016 uitgebracht op een CD van Dan Laurin: Rock that Flute BIS 2145. Je kunt er ook heel mooi klezmermuziek op spelen. Bobby Rootveld vind dat de Eagle daarvoor gemaakt is. De Italiaanse componist Vito Palumbo heeft in 2013 een grensverleggend concert voor Eagle-blokfluit en groot orkest geschreven.

Adriana Breukink ontwikkelde ook een Eagle Ganassi, die klinkt als een Renaissance fluit, maar een groter bereik, makkelijker speelbaarheid en groter volume heeft  

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Andere ontwikkelingen in blokfluitbouw

 

In Canada is Craigh Carmichael in  2003 begonnen is met het ontwerpen van een supercorder, een superblokfluit dus, uitgerust met of zonder kleppen, die moeiteloos emt een orkest zou moeten kunnen meespelen. Ik heb er nog geen praktijkvoorbeelden van gezien of gehoord, maar het ziet er wel veelbelovend uit.

www.saers.com/~craig

Boven: Elke gat is van een klep voorzien (7 kleppen, ebbenhout)
Middenen: Supercorder met 5 kleppen (India pallisander)
Bottom: Modern Baroque (goncalo alves).

 

Adriana Breukink ontwikkelde de "droomfluit", een renaissance-achtig model sopraan, die makkelijk aanspreekt en een mooie toon heeft. Ideale betere fluit voor beginners. Is door Mollenhauer in Fulda in productie genomen.

Momenteel zijn daar ook een alt- tenor en basbloklfuitvarianten.

Op het moment is Adriana Breukink de luidste blokfluit ooit aan het ontwikkelen: de Eagle. Zie haar website:

www.adrianabreukink.com

 

Uitvinder Hans-Joachim Burger (Regensburg) ontwikkelde een blok  van synpor, een  mikroporeuze (?) kunststof, die vocht opneemt, maar niet uitzet of krimpt. Blokken van synpor kunnen de gebruikelijke cederhoutblokken vervangen, en zouden er voor kunnen zorgen dat verstoppingproblematiek tot het verleden behoorde. Getuigenissen van gebruikers zijn nog niet onverdeeld enthousiast, vooral om het blokf niet bij te stellen is, en er vermoedelijk op den duur toch erosieverschijnselen optreden. 

 

Een apart geval zijn de vierkante, volledig beklepte basblokfluiten van multiplex, waarvoor in 1975 patent werd verkregen door Joachim & Herbert Paetzold. Inmiddels worden deze fluiten in diverse formaten op de markt gebrakt: tenor, basset, grootbas in c grootbas in F, Contragrootbas in C, Subcontragrootbas in F . De fluiten klinken prima en zijn in grotere ensembles heel goed te gebruiken.

 

In Nederland zet Jan Goorissen van Ruby Instruments zich in voor de verspreiding van nieuwe materialen en nieuwe technieken:

  • instelbaar blok (Mollenhauer);

  • kunststof blok in "Tarasov"-blokfluit;

  • elektronische blokfluit met ingebouwde kwaliteitsmicrofoon;

  • slide flute (Moeck) verstelbaar blok

  • metalen blokfuit van Boudreau

Korte en Lange Mensuur

 

Mensuur is de de verhouding van de lengte van een cilindrische pijp tot zijn breedte.

Met lange mensuur wordt de bouwwijze van een blokfluit bedoeld, waarbij de conische  binnenboring zo evenwichtig gebleven is, dat de fluit  ondanks  de zelfde grondstemming uiterlijk duidelijk langer is dan een fluiten met korte mensuur. De mensuur van Renaissancefluiten is langer dan die van barokfluiten. Daardoor klinken renaissancefluiten donkerder, in de laagte krachtiger en grondtoniger en barokfluiten helderder, inde laagte zwakker en in de hoogte stralender. Voor allebei is dus wat te zeggen. De moderne nieuwe "harmonische" blokfluiten (Helder, Paetzold-Tarasov, Ehlert) proberen beide voordelen in één fluit van lange mensuur te vangen. (Zie Peter Thalheimer: Tibia 1/2010)

 

Drie Renaissance-altblokfluiten met dezelfde grondtoon g'.

De eerste is van Fred Morgan (harmonisch zuiver overblazend), de tweede van Herbert Paetzold (lange mensuur) en de laatste van Klaus Scheele (korte mensuur) 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tot  in de 1960er jaren zijn de fluiten relatief lang, vanaf de 70er jaren relatief kort.  De moderne harmonische instrumenten uit de 21ste eeuw worden weer met een lange mensuur gebouwd. Bij alle sopraanblokfluiten met een korte mensuur is de cis''' ongeveer 20 cents te hoog. Bij instrumenten met een lange mensuur is deze toon perfect binnen de stemming. (Nik Tarasov; Windkanal 2006-1)

      1     2      3      4     5      6     7     8     9     10    11    12

  1. Anonymus, 19e eeuw                                                          2. Peter Harlan, volksfluit

  3. Johannes Adler met  kunststof kop, 1930er jaren                   4. Bärenreiter volledig kunststof na de oorlog

  5. Alexander Heinrich, model solist                                          6. Mollenhauer, Chorus 1980er jaren

  7. Rudolf Otto;                                                                        8. Moeck Rottenburgh (van Huene)

  9. Yamaha (kunststof)                                                            10. Mollenhauer, Denner

11. Joachim Paetzold, moderne sopraan                                   12. Mollenhauer, moderne sopraan, verlengde b-voet.

 

Een speciale vorm van eigentijds muziek maken is ontwikkeld door de Amerikaan Michael Barker, docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Michael Barker ontwikkelde de midified blockflute ontwikkeld: een blokfluit waarmee hij elektronische klankbronnen kan aansturen en beïnvloeden via de computercode MIDI. De oorspronkelijke blokfluit die hij daarvoor gebruikt is een F-grootbasblokfluit van Herbert Paetzold. Voor het doel dat Barker voor ogen stond: nieuwe akoestische geluiden en doormiddel van electronische sensoren aspecten van het spelen doorgeven aan elektronische klankbronnen, is dit instrument heel geschikt. Zijn vondsten werden en worden verder uitgewerkt door zijn leerling Cesar Villavicencio. Zie voor details

www.cevill.com

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Microfoonversterking

Sinds 1958 worden pogingen ondernomen om blokfluiten elektrisch of elektronisch te versterken. Tot nu toe blijft het behelpen met staande of anders hanteerbare microfoons.

De firma electrotechniek Beyerdynamic in Heilbronn heeft een innovatieve mogelijkheid voor microfoongebruik bij blokfluiten ontwikkeld. De MCE 55 Helix-houder voor blokfluiten is in 2008 ontwikkeld door produktiemedewerkster Juliane Eckstein, in samenwerking met ensemble Spark. Sinds juni 2009 is de Helix-houder in verbinding met de microfoon MCE 55  op de markt  verkrijgbaar.

www.beyerdynamic.com

 

Elektronische blokfluiten

Mollenhauer heeft een blokfluit ontwikkeld die zowel akoestisch als elektronisch kan worden gebruikt: de Elody. De Elody werd 10 april 2013 op de Musikmesse Frankfurt gepresenteerd 

www.elody-flute.com

www.mollenhauer.com

 

 

 

 

 

 

Het bedrijf Artinoise ontwikkelt in 2020 een elektronische blokfluit, de Re.Corder, die ook akoestisch kan worden bespeeld, maar verbonden kan worden met een app op de telefoon of computer en dan kun je gebruik maken van tal van elektronische mogelijkheden.

www.artinoise.com

 

 

 

 

Het bedrijf Carry-On maakt een Digital Wind Instrument, dat je net zo bespeelt als een blokfluit. Tien verschillende geluiden en drie geluidsniveau's. Transponeerbaar naar alle tonen. werkt op batterijen.

https://carryonplaying.com/product/carry-on-digital-wind-instrument

 

 

 

 

Csakan gaan spelen

Vanaf 2009 worden er op bestelling nagebouwde Csakans geleverd.

Bernhard Mollenhauer maakt een tweekleppig model naar originelen uit de werkplaats van Johann Ziegler.

www.csakan.de

Andere bouwers van csakans zijn Elmar Hofmann in Duitsland en Guido Hulsens in Frankrijk

Er is langzamerhand ook veel belangstelling voor klassieke en romantische muziek die voor Csakan is geschreven. Zie de paragraaf over Csakan in Geschiedenis I: de blokfluit ná de barok.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Moderne technieken

zoals Flatterzunge: blaas in de blokfluit en spreek daarbij een langgerekte "rrr" uit. Er ontstaat een ratelend effect
 

zingen of zoemen in je blokfluit, terwijl je speelt

Vagn Holmboe: Trio opus 133 (1977)

Moritz Eggert: Außer Atem (1994)


Sputato, spicato
: zet de noot heel hard aan met de tong, een explosie van boventonen
 

over het labium wrijven (zingende zaag);
 

glissando;
 

kwarttonen: Door bepaalde vingerzettingen kan je nog kleinere verschillen maken dan halve tonen.

 

microtonen: Nog kleinere verschillen
 

flageolettonen: Neem de vingerzetting voor de g op de alt (alleen middelvinger van de linkerhand) en blaas heel zachtjes. Er klinkt een etherische g. Dit werkt ook voor lagerliggende noten.
 

dubbeltonen: Blaas een noot over, maar zo dat je de grondtoon ook nog laan horen. Er ontstaat een schril akkoord van twee tonen.
 

kopstuk spelen: met je hand het gat geleidelijk open en dicht doet. Hiermee laan je een vogelfluitje nabootsen.

 

ruistonen

 

beatboxen: imitatie van percussieklanken door mond, neus en keel. Als het even kan tegelijk op je blokfluit blazen.
 
 

Deze moderne technieken werden en worden door Hans- Martin Linde, Andriessen en de Japanse componisten toegepast en worden bij de jonge blokfluitleerlingetjes via de moderne blokfluitmethoden met de paplepel ingegoten.

 

Voor een overzicht in het Frans met mooie videoclipjes erbij kijken op de site van François Mützenberg:

www.cmusge.ch/recherche/zea/recorder.html

 

Een probleem bij het spelen op een blokfluit zijn de hele hoge tonen uit het zogenaamde  derde oktaaf:

Voor en altblokfluit gaat het daarbij om:

Het spelen van de hele hoge tonen vereist aparte greeptechnieken, f3 en a3 kunnen alleen maar gegrepen worden met het afsluiten van de klankbeker, bes3 ,b3  en c4 kunnen alleen maar gepeeld worden et een overmatige ademdruk 

Veel is in het verleden al nagedacht over afsluitkleppen van het voetstuk (Carl Dolmetsch o.a.), maar daar is nooit iets van gekomen, omdat de meerderheid van de blokfluitisten daar geen enkele behoefte aan had (Alec. V. Loretto: FoMRHI Quarterly 87, 1997).

De harmonische altblokfluit, ontwikkeld door Paetzold en Tarasov met een driekleppig voetstuk dat spelen van e' in de diepte tot es4  in de hoogte mogelijk maakt, en het hele instrument een grotere stabiliteit verleent geeft weer uitzicht op hele nieuwe mogelijkheden in het gebruik van blokfluiten. Paetzold en Tarasov ontwikkelden op dezelfde basis een moderne sopraan, die inimiddels ook op de markt is (2006). Zie het begin van dit hoofdstuk.

 

Overige ontwikkelingen

 

Tall & Small geeft een methode voor sopraanblokfluit uit met Cd-begeleiding en internetondersteuning. Deel 1en 2 zijn in 2003 verschenen, deel 3 en 4 verschijnen in 2004.

De moeite waard zijn ook de sinterklaas en kerstliedjes met Cd-begeleiding van deze uitgeverij.

De illustraties van blokfluiten in deze methode zijn allemaal "droomfluit-illustraties"!

Aanbevolen!

Muziekuitgeverij Tall & Small; Stockholmstraat 36 7559 JR Hengelo; tel. 074-2774859; www.tallsmall.nl

 

Op het moment hebben de conservatoria in Nederland het niet gemakkelijk. Op de 9 conservatoria is aan enkele de opleiding oude muziek geschrapt. (1997). In 2001 studeert de laatste blokfluitleerling (Anja van Keulen) aan het conservatorium in Zwolle af.  In 2003 zijn er nog maar 6 Nederlandse blokfluitleerlingen op de conservatoria.

Om de een of andere onduidelijke reden is er naast de bestaande organisaties en verenigingen in Duitsland een European Recorder Players Club: EuroRPC opgericht (klinkt wel een beetje materialistisch). Van 15 tot 17 november 2002 heeft die haar eerste jaarvergadering in de Folkwang Hochschule in Essen gehouden. www.europc.com

Michael Hell (*1977) won in 1999 in Haifa de eerste prijs bij The first International Recorder Competition en in 2003 de tweede prijs bij het internationale Telemannconcours in Maagdenburg. (De eerste prijs werd niet toegekend, was een blokfluitist daar te min voor?)

Annette Ziegenmeyer (*1976) studeerde blokfluit aan de hogeschool voor muziek en Theater in Hannover. Doceert sinds 2004 blokfluit, muziektheorie en gehoorstraining aan het Conservatoire municipal de Malakoff in Parijs. Heeft zich gespecialiseerd in de toepassing van Delay. Delay is een soort echo-effect met regelbare vertraging. Door het delay-effect kunnen met een blokfluit geheel nieuwe  paden betreden worden. Je hebt er wel wat elektronische apparatuur voor nodig: een versterker of een regelbare luidsprekerbox (Monitor Speaker MS-20S van Yamaha), een basiseffect of een multi-effect-toestel (RFX 3000 van Zoom) een een geavanceerde microfoon.

Literatuur over blokfluit: In 2009 verscheen bij Laaber Verlag Lexicon der Flöte. met naast een volledig overzicht over de dwarsfluit ook veelzijdig materiaal over blokfluit met hoofdartikelen van standaardauteurs. Aanbevolen. 

Muziekwetenschapper David Lasocki heeft bij zij uitgeverij Instant Harmonie een groot aantal wetenschappelijke   werken uitgegeven die inzicht verschaffen in het verleden van blofluit, blokfluitspelers en componisten.    www.instantharmony.net