Componisten uit 1951
Klas Torstensson (*Nässjö, Zweden, 16 januari 1951) begon zijn muzikale opleiding begon aan de Ingesunds Muziekhogeschool in Arvika, waar hij klarinet, muziektheorie en compositie studeerde. Na een opleiding aan de Universiteit van Göteborg (muziekwetenschap) vertrok hij naar Nederland om aan het Instituut van Sonologie in Utrecht elektronische muziek en computermuziek te studeren (1973-1976). Daar kwam hij in aanraking met het Asko Ensemble, waarmee hij sindsdien een band onderhoudt. Samen met componisten Jan Vriend en Cliff Crego gaf hij leiding aan "De Werkplaats", een groep componisten die duidelijk wilde maken waar hun werk over ging. Hij trouwde met sopraan Charlotte Rietdijk en is ondertussen Nederlands staatsburger. Klas Torstensson componeerde • 1 opera - De Expeditie, opera in 2 akten met proloog, intermezzo en epiloog, 1999, over een mislukte poolreis van de Zweedse ontdekkingsreiziger S.A. Andrée, geschreven voor het Holland Festival, zijn bekendste werk. • 1 muziektheaterwerk • 6 orkestwerken - fastlandet, 2007, het eerste deel van A cycle of the North, een driedelige cyclus, een indrukwekkende lofzang op de ongerepte natuur van zijn Zweedse vaderland - polarhavet (De Poolzee), 2008, het tweede deel van A cycle of the North - himmelen, 2011, het derde en laatste deel van A cycle of the North • 14 werken voor groot ensemble - The Last Diary, voor spreekstem en groot ensemble, 1994, première vond plaats in Paradiso in Amsterdam. - Lantern Lectures, Volume I-IV, voor grootensemble met blazers en strijkers, 1999 – 2003, vier werken, ingeleid door een Brass Link, een kort werk met koperblazers in de hoofdrol. Volume III: Aurora Borealis, beschrijft het Noorderlicht - Electric/Brass, voor vijf elektrische gitaren, vijf trompetten en vijf trombones, wereldpremière 12 december 2012 Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam • 4 kamermuziekwerken • 2 werken voor percussie • 1 werk voor kamermuziek met percussie • 1 werk voor piano • 1 werk voor twee piano’s • 1 werk voor strijkorkest • 1 werk voor zangstem en instrumenten • 1 werk voor zangstem, instrumenten en elektronica • 1 werk voor zangstem solo • 4 werken voor instrument solo
Iván Fischer (*Budapest, Hongarije, 20 januari 1951) groeide op in een muzikaal gezin. In eerste instantie studeerde hij piano, viool, cello en compositie in Budapest. Later verhuisde hij naar Wenen en studeerde daar directie bij Hans Swarowsky aan de Universiteit voor Muziek en Uitvoerende Kunsten. Hij studeerde cello en oude muziek en werkte als assistent van Nikolaus Harnoncourt aan het Mozarteum in Salzburg. In 1983 kwam Iván Fischer in Hongarije terug en richtte daar het Budapest Festival Orchestra (BFO) op, aanvankelijk een gelegenheidsorkest, maar vanaf 1992 met een permanente status. Iván Fischer dirigeerde ondertussen overal in de wereld. In Amerika was het 7 jaar lang eerste gastdirigent van het Cincinnati Symphony Orchestra. Van 2007 tot 2009 was hij dirigent van het National Symphony Orchestra van Washington. Vanaf februari 2011 tot heden (2016) is Iván Fischer muziekdirecteur van het Konzerthaus Berlin en dirigent van het Konzerthausorchester Berlin. Iván Fischer werd in Frankrijk geridderd tot Chevalier des Arts et des Lettres. In 2006 kreeg hij Kossuth Prijs, de hoogste kunstprijs in Hongarije. Iván Fischer is ereburger van Budapest. Iván Fischer componeerde • 2 opera’s - Tsuchigumo, satirische mini-opera, 2012, libretto een 15de eeuws Japans No-spel. • werken voor zangstem en instrumenten - "Eine Deutsch-Jiddische Kantate", 2005, voor sopraan, trompet en kamerensemble, zijn meest uitgevoerde werk.Barokke, Bach-axhtige ria's worden afgewisseld met jiddische volksliedjes en Kurt Weillachtige twintigerjaren muziek. - "Spinoza-Vertalingen", 2011, voor sopraan en kamerensemble, 6 miniatuurtjes op teksten van Baruch Spinoza in het Oudnederlands • koorwerken - "Sait gesund", Yiddische tekst, voor vrouwenkoor, voor de 4 mei dodenherdenking in Nederland - "A nay kleyd", 2009, tekst Rokhl Korn, voor vrouwenkoor, voor de 4 mei dodenherdenking in Nederland - "de slome slak", 2011, tekst Joke van Leeuwen, voor kinderkoor, voor de koorbiënnale
Shigeru Umebayashi (*Kitakyushu, Fukuoka, Japan, 19 februari 1951) was aanvankelijke leider van de Japanse& new wave& rock band EX. In 1985, toen de band uit elkaar viel, begon hij filmmuziek te schrijven. Shigeru Umebayashi& componeerde • 68 filmscores - Yumeji , 1991, regie Seijun Suzuki. "Yumeji's Theme" werd Umebayashi’s bekendste compositie; • 17 tv-scores • 2 radio-scores • 3 andere werken
Gerhard Müller-Hornbach (*Hornbach, Duitsland, 26 februari 1951) studeerde aan de Hogeschool voor Muziek en Uitvoerende Kunsten in Frankfurt en aan de Johann Wolfgang Goethe-Universiteit. Daarna volgde hij compositiecursussen bij Hans Ulrich Engelmann, Isang Yun, Brian Ferneyhough, Gerard Grisey, Cristobal Halffter en Helmut Lachenmann. Gerhard Müller-Hornbach was van 1981 tot 2016 docent compositie en muziektheorie aan de in Frankfurt am Main. In 2005 richtte hij mee het Instituut voor eigentijdse Muziek op, waar hij ook bestuursvoorzitter van werd. Gerhard Müller-Hornbach zette zich vooral in om kinderen en jongeren in aanraking te brengen met eigentijdse muziek. In 2009 kreeg hij het Bundesverdienstkreuz uit handen van de president van Duitsland. Vanaf 2016 is hij docent muziektheorie en gehoorvorming aan de Kronberg Academie voor muziek. Gerhard Müller-Hornbach componeerde in elk geval • 1 theatermuziekwerk • 3 werken voor solisten, koor en orkest • 3 orkestwerken • 5 kamermuziekwerken • 5 (series) werken voor zangstem en instrumenten • 1 werk voor een instrument solo - Sisyphos, 2006, voor altblokfluit solo
Leo (Leonard Guillaume) Samama (*Apeldoorn, 25 maart 1951) komt uit een muzikale Joodse familie. Zijn moeder Ans Samama-Polak is amateurcelliste en oefentherapeut Mensendieck (schreef het boek Musiceren zonder pijn) en zijn vader was een bekende concertmanager. Als tiener speelde Leo Samama dwarsfluit en probeerde ook al te componeren. Leo Samama studeerde muziekwetenschap aan de Universiteit Utrecht en compositie bij Rudolf Escher. Hij voltooide zijn studie aan de Universiteit van Californië in Los Angeles. Hij schreef een aantal artikelen en boeken over muziek. Zijn bekendste boek is Nederlandse muziek in de 20-ste eeuw, 2006 Leo Samama was docent muziek- en cultuurgeschiedenis aan het Utrechts Conservatorium. Op het moment is hij nog gastdocent aan de Fontys Hogeschool in Tilburg, voorzitter van het bestuur van Holland Baroque en bestuurlidlid van een vijftiental andere muzikale stichtingen en orbganisaties (2016) Leo Samama’s broer Emile is altviolist. Leo Samama is getrouwd met fluitiste Noor Kamerbeek en heeft drie kinderen. Voor zijn verdiensten voor het Nederlandse muziekleven is hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Leo Samama componeerde • 10 orkestwerken - Tombeau concertant pour Frank Martin, opus 1, voor twee violen en strijkorkest - Monumentum pro Caecilia voor klavecimbel en strijkorkest, 1988 • 20 kamermuziekwerken - Triptico voor twee gitaren, 1989 - Syrènes, Opus 87, voor strijkkwartet, 2014, fascinerend en spannend stuk, geschreven voor Syrène Saxophone Quartet • 18 werken voor instrumenten solo - Grand Slam voor accordeon. 1990 • elektronische muziek • 2 (series) liederen voor zangstem en instrument(en) • 2 koorwerken - De Zee, 2012, geschreven voor de 75ste verjaardag van het Nederlands Kamerkoor.
Eero Olavi Hämeenniemi (*Valkeakoski, Finland, 29 april 1951) studeerde compositie bij Paavo Heininen aan de Sibeliusacademie in Helsinki. Hij studeerde daar in 1978 af. Daarna studeerde hij nog bij Boguslaw Schäffer in Krakau, Franco Donatoni in Siena en Josep Schwantner en Warren Benson in Rochester. Eero Hämeenniemi is de oprichter van de Ears Open Society, een organisatie die zich inzet voor getalenteerde componisten. Sinds 1982 werkt hij als docent aan de Sibeliusacademie. In 1990 werd Hämeenniemi door de Foundation Alfred Kordelin onderscheiden met de Kalevala-prijs. Eero Hämeenniemi heeft verschillende boeken over muziek in Zuid India geschreven en vertaalde Tamil gedichten. Eero Hämeenniemi componeerde • 5 theatermuziekwerken • 4 symfonieën • 10 concerten • 10 andere orkestwerken - Yaadum Uuree, 2012 voor zangstem en orkest, symfonische ode aan India • 10 jazznummers • 26 kamermuziekwerken • 10 koorwerken • 5 liederen • 10 werken voor een instrument solo
Guus Janssen (*Heiloo, 13 mei 1951) bespeelde als kind als het orgel in bedevaartsoord Onze Lieve Vrouwe ter Nood in Heiloo. Guus Janssen studeerde aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam piano bij Jaap Spaanderman en Ton Hartsuiker en compositie bij Ton de Leeuw. Hij treedt met zijn eigen ensembles en als solist veel op als pianist en klavecinist. Guus Janssen werd in 1981 bekroond met de Boy Edgarprijs voor Jazz en Geïmproviseerde Muziek en in 1984 met de Matthijs Vermeulenprijs voor zijn kamermuziekwerk Temet. Guus Janssen componeerde • 5 opera’s - Faust’s Licht, 1988/1993, libretto Friso Haverkamp - Noach, 1994, libretto Friso Haverkamp, spraakmakend vanwege twee naakte dansers - HIERo, 1997/1999 - 'Pinocchio in Love', 2010, libretto Friso Haverkamp - Koeien, 2015, Muziektheaterwerk van en over Misha Mengelberg, die het bedacht, maar nooit voltooide, afgemaakt door Guus Janssen en regisseur Cherry Duins. een boer, een boerin, een mooi meisje en zes koeien. • 46 orkestwerken of werken voor groot ensemble - Dutch Mambo,2006 - Verstelwerk, tripelconcert voor tenorsaxofoon, piano, percussionist en orkest, 1996 - dubbel-celloconcert - vioolconcert,2002 - “Hoort u mij”,ringtone; 2008 - Four Songs, 2008 voor sheng (een soort Chinees mondorgel) en orkest, gecomponeerd voor Wu Wei en het Metropoolorkest - Vrije Tijd, 2010 voor piano solo en ensemble - pianoconcert, 2011 - Ballroom Rithmix, 2013, voor synthesizer en kamerorkest • 76 kamermuziekwerken - ’Klotz’ voor viool, hi-hat en klein ensemble, 1994, een meesterwerk; - Temet, 1984 voor fluit, viool, cello en harp - De meesterfout, 2005 voor saxofoonkwartet - Two reels and an air, 2011, voor panfluit en gitaar - Re-lude to C, 2015, voor blokfluitkwartet, een omkering van Preludium I uit het Wohltemperiertes Klavier deel I van Johann Sebastian Bach, gecomponeerd voor blokfluitkwartet Brisk. - Sluipweg, voor basklarinet en orgel • liederen voor zangstem en instrumenten - 'Ha Hu Baley', op teksten van Hugo Ball voor zanstem, altviool en piano. - Rahoe, 2006, voor blokfluitkwartet - 3 Fratsen, 2012 voor cello en piano • 13 werken voor zangstem(men) en piano of instrumenten - Enkele Volzinnen,
liedcyclus van negen liederen op aforismen van Evert Rinsema, 2009 • 8 werken voor 1 of twee piano’s - Walden Pond with passing train, 2012, gecomponeerd voor het Young Pianist Foundation pianoconcours; • 4 orgelwerken • 1 klavecimbelwerk • 4 werken voor harmonium • 15 werken voor een ander instrument solo - Largo, 1990, voor altblokfluit, geschreven voor Walter van Hauwe - Rocking Chair, 2014, voor altblokfluit, geschreven voor het project 'Susie, tell me a story!' van Susanna Borsch
Paul Amrod (*Chateaugay, New York, Verenigde Staten, 17 mei 1951) begon op zijn negende samen met zijn broertje Willy muziek te maken. Vanaf zijn 11de ging hij piano studeren en schreef hij zijn eigen liedjes en op zijn 15de begon hij de Brand XXX Band, ook samen met Willy. In 1969 kon hij een opleiding gaan volgen aan de Juilliard School. Hij studeerde er intensief compositie bij Roger Session, vooral gericht op vijfstemmig Renaissance contrapunt. Nadat hij vanaf 1972 als jazzmuzikant met zijn trio, zijn kwartet, De Paul Butterfield Blues Band waarmee hij Janis Joplin begeleidde, de rockband NTBQ en andere bands had rondgetoerd langs de Oostkust van de Verenigde Staten en in de New Yorkse jazzscene, kwam hij in 1979 op de Juilliard School terug om er verder compositie en directie te studeren. Hij had ondertussen zijn eigen “Symmetry as the Fundament of Sound Creation” compositietheorie ontwikkeld en studeerde daar ook mee af, onder meer begeleid door Gil Evans. In 1981 besloot Paul Amrod zich in Europa te gaan vestigen. Hij ging in Duitsland wonen en reisde van daar uit naar alle uithoeken van Europa om muziek te maken. Hij maakte en componeerde een in klassieke jazzvorm bestaande uit een vermenging van jazz, rock en klassieke muziek, die hij “Jarockla” noemde. Van 2003 tot 2010 had hij de leiding over Theater Konstanz Behalve componist en muzikant is Paul Amrod ook een vooraanstaand dichter. Op het moment (2016) woont Paul Amrod in Konstanz aan het Bodenmeer. Paul Amrod componeerde • 21 symfonieën • 10 pianoconcerten • andere concertwerken • afro-amerikaanse werken • koorwerken • kamermuziekwerken • liedcycli • 60 pianosonates • andere pianowerken • werken voor instrumenten solo
Aleksandër Peçi (*Tirana, Albanië, 11 juli 1951) studeerde onder meer aan het Conservatoire National Supérieur de Musique et de Danse in Paris bij Ton de Leeuw, Paul Mefano en Jacques Charpentier, aan het Conservatorium van Amsterdam bij Daan Manneke, Academia Santa Cecilia, en de Kunst Universiteit Tirana. Na zijn studies werkte Aleksandër Peçi als directeur van het Cultuurpaleis in Përmet in Albanië. Vanaf 1979 was hij artistiek leider van het Nationaal Ensemble van bekende liederen en dansen. Vanaf 1986 is hij voltijds componist. Vanaf 1992 doceert hij aan de Kunstuniversiteit in Tirana. Aleksandër Peçi componeerde 922 werken, waaronder. • 2 opera’s • 2 balletten • 5 symfonieën • 13 concerto’s • 70 andere orkestwerken - Drie Albanese dansen voor viool en orkest, 1965, oorspronkelijk voor viool en piano • 1 werk voor solisten, koor en orkest • 1 werk voor sopraan en instrumenten • 1 serie werken voor koor • 15 kamermuziekwerken • 120 pianowerken • 2 series werken voor accordeon • elektronisch-akoestische werken • 20 filmscores
Jan de Haan (*Warns, 29 juli 1951) kreeg zijn inspiratie van zijn vader, een groot liefhebber van de blaasmuziek was. Op zeventienjarige leeftijd was hij al dirigent van verschillende blaasorkesten Van 1969 tot 1973 studeerde Jan de Haan muziekpedagogie, trombone en piano aan de Muziekpedagogische Academie te Leeuwarden en in 1976 behaalde hij bij Henk van Lijnschooten aan het Conservatorium van Utrecht zijn einddiploma directie. Tot 1994 was Jan de Haan vaste dirigent van verschillende orkesten. In 1983 richtte Jan de Haan muziekuitgeverij De Haske Publications op. In 2008 heeft hij de muziekuitgeverij verkocht om zich weer helemaal te kunnen wijden aan het componeren, arrangeren en dirigeren. Jan de Haan componeerde • 120 (series) werken voor harmonieorkest, brassband en fanfare - Harmony Festival, 1994, compositie over B-A-C-H (Bes-A-C-B) - De Ruigewaard, Introductie en variaties over het Dies Irae, 2013, verklanking van de geschiedenis van Grijpskerk - Centenary 2019, 2018, ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van de Fanfare De Lofstem in Sumar - Dialogue, 2022, gebaseerd op Psalm 98, geschreven voor Muziekvereniging David uit Oosterwolde • 17 (series) werken voor blaasensembles, ook klassiek • 3 (series) werken voor een instrument solo
R.I.P. Hayman (*Sandis, New Mexico, Verenigde Staten, 29 juli 1951, als Richard Perry Hayman) is de zoon van Barbara Ann Adams en George Robert Hayman. Van 1965 tot 1969 volgde R.I.P. de High School aan de Gilman School in Baltimore en van 1969 tot 1973 studeerde hij aan het Columbia Collega in New York. Hij studeerde ook nog bij John Cage, Ravi Shankar, Chou Wen-chung, Petr Kotik en Philip Corner. R.I.P. Hayman was de oprichter en uitgever van het Ear Magazine. Hij was een verwoed reiziger en zeiler en had een vergunning als kapitein van koopvaardijschepen Hij werkte over de hele wereld, ook veel in in India en China, met van alles en nog wat en ging in 2018 zo’n beetje met pensioen. R.I.P. Hayman componeerde • 5 geluidsassemblages • 11 opera’s en/of theaterwerken • 6 danswerken • 14 kamermuziekwerken • 5 koorwerken • 24 songs • 1 orgelwerk • 5 pianowerken • 3 filmscores • 6 conceptuele werken
Adrian Pop (*Cluj, Roemenië, 10 september 1951) kreeg als kind een stevige muziekopleiding van zijn vader, muziekdocent en koordirigent Dorin Pop. Van 1970 tot 1976 studeerde hij compositie aan de “Gheorghe Dima” Muziekacademie van Cluj bij Sigismund Toduţă en Cornel Ţăranu. Hij promoveerde in musicologie in 2001 met een proefschrift over het Roemeense Requiem. Van 1983 tot 1995 werkte Adrian Pop als artistiek adviseur en directeur bij het “Transilvania” Staats Filharmonisch Orkest van Cluj, Van 2008 tot 2012 was hij rector van de "Gheorghe Dima" Muziekacademie. Momenteel (2015) doceert hij daar compositie. Adrian Pop componeerde • 2 theatermuziekwerken • 4 (series) orkestwerken • Ethos, 1976 • 7 (series) koorwerken • 13 kamermuziekwerken • 9 (series) liederen • 6 werken voor een instrument solo - Gordun, 2005, voor cello solo, folkpop
Hendrik "Henk" Bouman (*Dordrecht, 29 september 1951) studeerde in de 70-er jaren aan het Amsterdams Conservatorium bij Ton Koopman en Lucie van Dael, Hij was klavecinist van het barokensemble Musica Antiqua Köln van 1976 to 1983, waarmee hij over de hele werld toerde en voor DGG 25 opnamen maakte. Hendrik Bouman was docent klavecimbel, fortepiano, historische uitvoeringspraktijk en kamerensemble aan de Concordia Universiteit en de Université Laval in Quebec en gaf masterclasses over de hele wereld. Hendrik Bouman componeerde meer dan 100 werken in barokke en klassieke stijl, die in Frankrijk, Denemarken, Canada en België en Engeland uitgevoerd en uitgezonden werden, maar nauwelijks in Nederland. Hij vormde voor het uitvoeren van zijn werken zijn eigen ensembles Concerto Felice, Baroque SaMuse en in 2009 The Baroque Muse. De klavecimbels waarop hij concerteert, bouwt en beschildert hij zelf. Hendrik Bouman componeerde • 4 theatermuziekwerken • 6 orkestwerken • 8 concerten - vioolconcert, 2009 - blokfluitconcert, 2001 • 21 kamermuziekwerken • 54 klavecimbelwerken • 16 pianowerken • 5 transcripties 5 werken voor een ander instrument solo
Sting, (Gordon Matthew Thomas Sumner), (*Wallsend, North Tyneside, Tyne and Wear, Engeland, 2 oktober 1951) is de oudste van vier kinderen van Audrey Cowell, kapster en Ernest Matthew Sumner, melkboer en toneelknecht. Gordon Sumner had een natuurlijke aanleg voor muziek. Op tienjarige leeftijd maakte hij zijn eerste songs en zijn eigen muziek op een oude gitaar van zijn oom. In 1966 kreeg hij van een vriend een zelfgemaakte basgitaar. In 1969 studeerde hij een maand aan een universiteit in de Midlands, maar hield dat niet vol. Gordon Sumner ging aan het werk in de bouw, als buschauffeur en als belastingontvanger, maar besloot hij in 1971 toch iets anders van zijn leven te maken en begon een opleiding tot leraar en speelde ondertussen basgitaar bij schoolrockband Earthrise. In 1974 ging hij aan het werk als schoolmeester aan de St. Paul's basisschool in First School in Cramlington en richtte samen met drie vrienden de groep Last Exit op. 1 mei 1976 trouwde Gordon Sumner hij met actrice Frances Tomelty en kreeg een zoon, Joe (23 November 1976) en en dochter, Kate (17 April 1982). In 1977 gaf Gordon Sumner zijn baan als leraar op en trok met Last Exit naar Londen om daar als rockband bekendheid te krijgen. Omdat Gordon Sumner regelmatig optrad in een zwart met geel gestreepte trui, noemden zijn medemuzikanten hem “Sting” (bij). Sinds die tijd heeft Gordon Sumner die naam aangehouden. Sting werd wereldwijd bekend als bassist en zanger van de new waveband The Police die hij in 1977 samen vormde met drummer Stewart Copeland en gitarist Henry Padovani, al gauw werd vervangen door Andy Summers. In 1982 scheidde Sting van Frances Tomelty, en leefde daarna samen met actrice en filmproducente Trudie Styler. In 1984 gingen The Police op hun hoogtepunt uit elkaar, en Sting werkte solo verder vooral met jazzmuzikanten: Branford Marsalis Kenny Kirkland Darryl Jones en Omar Hakim. Sting ruilde zijn basgitaar voor een gitaar in. In 1986 kwam The Police bij elkaar voor een reünie. Sting zocht de grenzen van de popmuziek op. Hij versmolt invloeden van jazz, klassieke muziek en wereldmuziek in zijn eigen nummers. Zijn teksten zijn literair en bevatten betekenisvolle boodschappen. Sting trouwde op 20 augustus 1992 met Trudie Styler. Samen hebben ze een eet- en drinkgelegenheid en vier kinderen: Bridget Michael ("Mickey", 1984), Jake Sumner (1985), Elliot Paulina ("Coco", 1990) en Giacomo Luke (1995). In 2007 deden Sting, Andy Summers en Stewart Copeland een reünietournee van The Police: The Police Reunion Tour. Stings’ zoon Joe Sumner is de zanger van de band Fiction Plane, anagram van police infant; Coco Sumner is sinds 2009 de zangeres van de band I Blame Coco. In oktober 2010 kwam haar eerste album uit. Sting is commandeur in de Orde van het Britse Rijk; de onderscheiding werd hem verleend door koningin Elizabeth II. Sting verkocht honderd miljoen albums, speelde in vijftien films en schreef twee boeken. Sting maakte • 5 studio-albums met The Police • 15 studio-albums solo of met anderen - The Dream of the Blue Turtles, 1985, het eerste solo-album van Sting nr. 3 "Russians", protestlied tegen de koude oorlog ("I hope the Russians love their children too") gebaseerd opo de Romance uit de orkestsuite Lieutenant Kijé van Serge Prokofjev - …Nothing Like the Sun, 1987, de titel komt van Shakespears’ sonnet 130 "My mistress' eyes are nothing like the sun", dat Sting gebruikte in het 10de nummer "Sister Moon". nr. 6 "Fragile", geschreven naar aanleiding van de moord op Ben Linder, een ingenieur die vrijwilligerswerk verrichtte in Nicaragua en daar door de Contra's om het leven werd gebracht. - 57th & 9th, zijn 12de solo-album, zijn eerste rockalbum sinds 13 jaar, 11 november 2016 - The Bridge, zijn 15de solo-album, ook weer een rockalbum, 19 november 2021 nr. 1 "Rushing water", leuk nr. 3 "The book of numbers" (Numeri), staat voor een lange zoektocht in de woestijn, in de schaduw van de dood, met idioten in de [laeizen van de macht nr. 8 "Captain Bateman" prachtig zeemansverhaal nr. 9 "The Bells of St Thomas" roepen op tot bekering en verbetering
Nick Glennie-Smith (*Londen, 3 oktober 1951) kreeg vanaf zijn achtste jaar een klassieke muziekopleiding. Zijn passie voor Rock’n Roll maakte dat hij de school verliet en in bands ging spelen. Hij werkte met Paul McCartney, Tina Turner, Phil Collins en Roger Waters van Pink Floyd. Nick Glennie-Smith maakte deel uit van Hans Zimmers’ filmscore-bedrijf Remote Control Productions, waarvoor hij als dirigent fungeerde voor The Simpsons Movie, Transformers: Revenge of the Fallen, X-Men: First Class and Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides. Nick Glennie-Smith was ook hoofdcomponist van de muziek in het Franse thema-park le Puy du Fou. In de tachtiger jaren toerde Nick Glennie-Smith rond met Cliff Richard, als keyboard-speler. Nick Glennie Smith componeerde • 25 filmscores - When the Wind Blows (1986) met Roger Waters, - The Rock (1996) met Hans Zimmer - Children of Glory (2006) met Hans Zimmer - Point of no Return (1993) met Hans Zimmer - Home Alone 3, - The Man in the Iron Mask, - We Were Soldiers, - The Lion King II: Simba's Pride, - Lauras Stern, - Der kleine Eisbär 2 - Die geheimnisvolle Insel - A Sound of Thunder.
Manfred Stahnke (*Bad Segeberg, Duitsland, 30 oktober 1951) leerde al jong viool en piano spelen en begon op 14-jarige leeftijd met muziektheorielessen in Lübeck. Op zijn 18de ging hij in 1970 naar Freiburg in Beisgau om compositie te studeren bij Wolfgang Fortner. Van 1973 tot 1974 studeerde Manfred Stahnke bij Klaus Huber en Brian Ferneyhough en van 1974 tot 1979 in Hamburg bij György Ligeti (1974–79). Manfred Stahnke studeerde daarbij ook piano, vooral bij Edith Picht-Axenfeld en promoveerde in de musicologie met een proefschrift over Pierre Boulez' derde pianosonate. In 1979 en 1980 studeerde Manfred Stahnke in de Verenigde Staten bij microtonalist Ben Johnston in Urbana, Illinois, en bij computermuziekonderzoeker en componist John Chowning aan de Stanford Universiteit in California. Op het moment (2014) is Manfred Stahnke docent compositie en muziektheorie aam de Hogeschool voor Muziek en Theater in Hamburg. Manfred Stahnke publiceerde verschillende artikelen en boeken over muzikale onderwerpen. Manfred Stahnke componeerde • 2 opera’s • 2 muziektheaterwerken • 1 computerfilm met live musici • 2 koorwerken • 11 orkestwerken • 18 ensemblewerken • 60 kamermuziekwerken • 34 werken voor een instrument solo - Impansion/Expansion, 2005, voor tenorblokfluit en live-elektronica
Mar van der Veer (*Vlaardingen, 28 oktober 1951) zijn vader was koster van de Christelijk gereformeerde Kerk in Vlaardingen. Thuis hadden ze een harmonium. Mar van der Veer kreeg in Vlaardingen orgellessen van mevrouw K. Verhoeff-Torn die hem aanraadde verder te studeren bij Piet van den Kerkhoff in Rotterdam. Mar van der Veer studeerde orgel en schoolmuziek aan het Rotterdams Conservatorium bij Jet Dubbeldam. Van 1966 tot september 1974 was hij organist in de Eben Haëzerkerk in Vlaardingen. Daarna werd hij organist van de Deutsche Evangelische Gemeinde in Rotterdam. In 1975 trouwde Mar van der Veer met Sjanie, de dochter van de Christelijke Gereformeerde dominee in Vlaardingen. Ze kregen drie kinderen. Momenteel is Mar van der Veer cantororganist en vaste bespeler van het Marcussenorgel in de Gasthuiskerk te Zierikzee. Daarnaast is hij sinds 1978 docent muziek aan de Christelijke Scholen Gemeenschap Prins Maurits in Middelharnis. Mar van der Veer componeerde • openluchtspelen - "Het Oproer van Zierikzee", 1997, tekst Cees Möhlmann • kerstmusicals - Straten,2010, tekst Michiel de Zeew • kindermusicals • koorwerken - Een gat in het dak, passieoratorium voor koor en instrumenten, 2006, tekst Michiel de Zeeuw, interessant werk. - Gebroken Jaren, een oratorium voor koor, kinderen, gemeentezang en instrumenten, 2008, tekst Michiel de Zeeuw - Taal, Pinkstercantate, tekst Michiel de Zeeuw • koorbewerkingen • kinderliederen
Bernard Cavanna (*Nogent-sur-Marne, Frankrijk, 6 november 1951) besloot om componist te worden. Hij werkte daarvoor samen met de componisten Henri Dutilleux, Aurèle Stroe, Georges Aperghis en Paul Méfano, maar ziet zichzelf niettemin in wezen als een autodidact. Hij won wel de prix de Rome, wat hem de gelegenheid gaf om in 1985-1986 in Villa Medicis in Rome een jaar te studeren. Bernard Cavanna won ook behoorlijk wat compositieprijzen. Bernard Cavanna componeerde • 4 opéra’s • 3 danswerken • 2 andere theatermuziekwerken • 7 orkestwerken - Concerto pour violon, 1999, - Shanghai concerto, dubbel concerto voor viool en cello, 2007 - Karl Koop Konzert, 2008, voor accordeon, waarmee hij zijn Duitse grootvader eert, die zichzelf had geleerd landmijnen onschadelijk te maken en accordeon te spelen, 2009 • 9 (series) werken voor zangstem(men) of koor, orkest en instrumenten Messe un jour ordinaire, 2013, voor drie tenoren en ensemble van 18 instrumenten naar À l'agité du bocal van Louis-Ferdinand Céline. Trois strophes sur le nom de Patrice Lumumba, voor alt solo, viola da gamba, twee contrabassen, harp en slagwerk, over de man die in 1961 in het zojuist onafhankelijke Congo vermoord werd om zijn democratische ideeën. • 6 kamermuziekwerken • 9 werken voor een instrument solo
Jacob ter Veldhuis (Jacob TV) (*Westerlee, 14 november 1951), werkend onder het pseudoniem JacobTV, groeide op met klassieke muziek, maar begon zijn carrière als rockmuzikant. Op zijn zestiende speelde hij al in een bluesband. Naast het spelen in verschillende rockformaties, waaronder de band van Herman Brood toen deze nog niet bekend was, studeerde hij van 1971 tot 1976 fluit, hoorn en Algemene Muzikale Vorming aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Van 1973 tot 1980 studeerde hij compositie bij Willem Frederik Bon en elektronische muziek bij Luctor Pons. Al snel groeide zijn populariteit en in 1998 was ter Jacob ter Veldhuis met circa 250 uitvoeringen per jaar één van de meest gespeelde componisten van Nederland. In 2001 werd er een vierdaags Jacob ter Veldhuis-festival georganiseerd door theater Lantaren/Venster in Rotterdam waar een groot aantal van zijn werken te horen was en waar Paradiso, een multimediaal oratorium, in première ging. In 2007 werd in New York een driedaags festival getiteld Grab it! The music of JacobTV geheel aan zijn muziek werd gewijd. Tegenwoordig staat er op JacobTVs' visitekaartje avant-popcomponist. Jacob ter Veldhuis componeerde in elk geval • 3 opera’s - The news, reality opera, 2010 combinatie van muziek- en videokunst. Twee modieuze presentatrices (sopranen!) nemen plaats achter hun newsdesk. De uitzending begint. Het publiek wordt platgeslagen met een eindeloze stroom media-" infotainment de-informatie, de lichtgiftige mix van oorlog en ellende, Dow Jones en goudprijs, natuurrampen en politiek. Met ritmisch en flitsend gemonteerde beelden van nieuwsitems en "talking heads" uit Amerikaanse Tv-uitzendingen op een podiumbreed scherm. De muziek is een feestje. Grensverleggende en vernieuwende opera. • 2 oratoria - Paradiso, 2000, video oratorium voor sopraan, tenor, sampler, vrouwenkoor en orkest, gebaseerd op Dante Aldeghieri’s Divina Commedia, belangrijk werk • 35 boomboxwerken: tekstfragmenten uit media tegenover traditionele muziekinstrumenten - Lipstick voor geprepareerde fluit en tape, 1998 - TATATATA voor cello and boombox, 1998 - Grab it! voor tenorsaxofoon, bas, slagwerk en video’s ad libitum, 1999, ook gearrangeerd voor andere bezettingen - The body of your dreams voor piano en boombox, 2003; ook gearrangeerd voor twee accordeons en boombox. - Heartbeakers, 1999, Jazzensemble en televisieopnamen - SiWang, 2010, naar aanleiding van de aardbevingen in China in 2008 • 2 symfonieën - Symfonie nr. 2, 1986, voor synthesizer en orkest; ter herinnering aan Willem Frederik Bon • 28 andere orkestwerken - pianoconcerto voor piano en strijkorkest, 1993 - Barracuda Concerto, voor slagwerk en symfonie-orkest, 2006 - Syracuse Blues, 2009, in 2022 gezet voor trombone, strijkkwartet en tape - Tipperary Concerto voor saxofoonkwartet en orkest, 2014 - WHO, WHAT, WHERE, WHEN, WHY?, 2020, geschreven voor het Koninklijk Concertgebouworkest naar aanleiding van de veranderende wereld sinds de coronauitbraak - What is wrong wirh you, 2024 • 6 koorwerken - 'Mountain top' , 2008, voor koor, slagwerk, computer en videoprojecties, gebaseerd op de 'Mountain top'-toespraak van de Amerikaanse dominee Martin Luther King. • 7 werken voor groot ensemble - Raga voor Indiase viool, tablas en strijkers, 2003 - Vector voor het ensemble Fuse, 2016 • 4 strijkkwartetten - Strijkkwartet nr.1 'Versaillles’, 1990 · 14 andere kamermuziekwerken - Pitch Back voor saxoxoonkwartet & soundtrack, 1998, geschreven voor he Aurelia Quartet. Op de soundtrack de stem van trompettist Chet Baker van een van de laatste interviews voordat hij in 1988 om het leven kwam door een val uit een hotelkamerraam in Amsterdam. Later heeft Jacob TV het ook gearrangeerd voor koperkwartet & soundtrack. - Jesus is coming, 2003, oorspronkelijk geschreven voor blokfluitkwartet, maar omdat die er kennelijk niets mee deden, gearrangeerd voor allerlei andere kwartetcombinaties en alleen uitgegeven voor saxofoonkwartet en trombonekwartet. Geïnspireerd door het 9/11 drama en de rol van religie in de geschiedenis van de mensheid. - Postnuclear Winterscenario nr. 10 voor saxofoonkwartet, 2004, naar aanleiding van de oorlog in Syrië · 6 (series) liederen voor zangestem(men) en instrument(en) • 17 (series) pianowerken - Saudade (onderdeel van pianoboek 3), 2012 • 3 werken voor klavecimbel • 8 werken voor accordeon • 2 orgelwerken • 10 werken voor een ander instrument solo - Lipstick voor fluit en soundtrack, 1998, gecomponeerd voor Eleonora Pameijer
Ros Bandt, (*Geelong, Victoria, Australië, 1951) is de jongste van drie dochters van een muziekdocente en een innovatieve auto ontwerper. Vanaf haar vierde jaar studeerde ze piano en muziektheorie. In het begin van haar tienertijd verhuisde het gezin naar Windsor in Verenigde Staten. Gescheiden van haar familie had ze in 1964 en 1965 les op twee scholen in Canada en reisde ook nog even naar New York, het Midden Oosten, Thailand en Europa. Op haar 17de ging ze Kunsten studeren aan de Monash Universiteit in Melbourne, waar ze afstudeerde in musicologie. Ros Bandt doceerde muziek en drama aan de Glenroy High School, en studeerde ondertussen fluit bij Les Barkland. Later gaf ze les aan de Preshil school en de La Trobe Universiteit. In 1977 kwam ze terug in Melbourne, waar ze in 1984 promoveerde op het proefschrift Models and Processes in the Performance Practice of Repetitive Music. In datzelfde jaar werd haar zoon Joseph Louis geboren. Op het moment (2017) speelt Ros Bandt in het oude muziekensemble La Romanesca het het cross-over-ensemble Back to Back Zithers. Ze doceert geluidsinstallatietechnieken aan de Universiteit van Melbourne. Ros Bandt componeerde • 40 geluidsinstallaties • 15 kamermuziekwerken - Loops, voor improviserende blokfluitisten (sopranino, sopraan, alt, tenor, bassst), stem en computer tape, 1983. • 39 andere instrumentale werken • 1 werk voor twee zangstemmen • 13 werken voor zangstem solo of met instrumenten • 24 elektronische muziekwerken • 25 andere muziekwerken
Joan Berkhemer (*Wageningen, 1951) is een zoon van de kunstenaar Willem Berkhemer. In 1975 won Joan Berkhemer als violist de eerste prijs eerste prijs op het Nationaal Vioolconcours Oskar Back, later won hij ook de de Prix d'Excellence en de eerste prijs op het Internationaal Kamermuziekconcours in Colmar (Frankrijk). Joan Berkhemer studeerde orkestdirectie in Parijs bij Léon Barzin en Jean Fournet. Joan Berkhemer componeerde • 1 cantate voor bariton, mannenkoor en orkest op tekst van Marita Mathijsen, over de laatste zeeslag van Michiel de Ruyter, 2007. • orkestwerken - 2 vioolconcerten • werken voor strijkorkest • 3 strijkkwartetten • 1 operette • kamermuziekwerken • liederen • filmscores • TVscores
Curtis Cacioppo (*Ravenna, Ohio, 1951) is van Siciliaanse afkomst van zijn vaders- en van Angelsaksische afkomst van zijn moederskant.Hij kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moeder. Later studeerde Curt Cacioppo aan de Kent Staats Universiteit piano en composition. Daarna studeerde hij tot 1976 musicologie aan de New York Universiteit bij Gustave Reese en tot 1980 compositie aan de Harvard Universiteit bij Leon Kirchner, Earl Kim en Ivan Tcherepnin. Daarna deed hij nog wat aan ethnomusicologie onder leiding van David P. McAllester. Curt Cacioppo doceerde vier jaar aan de Harvard Universiteit en vanaf 1983 aan het Haverford College. Curt Cacioppo schreef veel artikelen voor vaktijdschriften op muziekgebied. Curt Cacioppo componeerde • 3 grote werken voor orkest, koor en solisten • 9 orkestwerken • 3 werken voor zangstem(men) en orkest of instrumenten • 1 koorwerk • 35 (series) kamermuziekwerken • 18 pianowerken • 5 orgelwerken
Huib Emmer (*1951) studeerde compositie aan het Haags Conservatorium bij Jan Van Vlijmen. Naast het componeren is hij altijd als musicus actief: na zijn studie speelde hij jarenlang in de groep rond Louis Andriessen: Hoketus; daarna is hij tot 2006 deel uit gaan maken van het Loos ensemble waarin hij slaggitaar speelde. Naast instrumentale stukken houdt hij zich sinds 1992 intensief bezig met electronica. In dat jaar was hij programmeur van de Night of Electricity, een internationaal multimedia event dat in de Rotterdamse popzaal Nighttown plaats vond en waar uiteenlopende kunstenaars te horen en zien waren als: Barry Schwartz, Cabaret Voltaire, Arthur and Marilouise Kroker, Ken Hollings, Dick Raaijmakers, en films van Jack Stevenson. Deze interesse in het electronische medium heeft geresulteerd in een serie werken waarin live-electronica ( uitgevoerd door Emmer zelf) gecombineerd wordt met instrumentalisten of ensembles. Sinds 2004 vormt hij met de Rotterdamse filmer Joost Van Veen het duo Faces, een combinatie van live-electronica en live-beeld. Huib Emmer componeerde • 1 opera • 2 orkestwerken • 6 elektronische werken met video • 12 kamermuziekwerken • 1 werk voor zangstem en instrumenten • 2 pianowerken • 13 werken voor instrument(en) en elektronica • 1 werk voor zangstem, instrumenten en elektronica • 11 (series) elektronische werken • 1 radioscore
Robert Groslot (*Mechelen, België, 1951) studeerde piano aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Vanaf 1974 geeft hij pianolessen, aanvankelijk aan het Lemmensinstituut in Leuven, nadien aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen en ook aan het Utrechts Conservatorium. Van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen was hij van 1996 tot 2001 artistiek directeur. Vanaf 1986 dirigeerde hij het Nieuw-Vlaams Symfonieorkest. In 1991 richtte hij het symfonisch orkest Il Novecento op. Met dit orkest trad hij vanaf 1991 op tijdens de Night of the Proms in diverse landen in Europa. Vanaf 2001 ontwikkelde Robert Groslot zich ook als grafisch kunstenaar Robert Groslot componeerde • 2 kameropera's - I Come Back, voor mezzosopraan, bariton, gemengd koor en kamerensemble, 2020, gebaseerd op het boek "Ik kom terug"van Adriaan van Dis • 36 orkestwerken - Achaé, la docile Amie voor klarinet en blaasorkest, 1985 - Concerto voor orgel en orkest, 2013 • 13 werken voor groot ensemble • 11 werken voor harmonie-orkest - Achaé, la docile Amie, 2009, Variaties over een thema van Paganini voor klarinet Solo, Harmonieorkest, harp en piano/celesta - Concerto voor Saxofoon en Harmonieorkest ,2011 - Concerto voor Piccolo en Harmonieorkest ,2011 - Concerto voor Euphonium en Harmonieorkest ,2011 - Concerto voor Marimba, Vibrafoon en Harmonieorkest 2012, • 5 (series) vocale werken - Six Poems, 6 liederen op tekst van William Butler Yeats, voor gemengd koor en kamerensemble, 2011 • 20 kamermuziekwerken - Wagners moon, voor klarinet en piano, 2014 - Hoquetus, Bataglia en Madrigaal, voor klarinet en harp, 2014 • 7 pianowerken • 6 werken voor een ander instrument solo • 26 transcripties
Cecilia McDowall (*Londen, Engeland, 1951) studeerde aan de Universiteiten van Edinburgh en Londen en daarna aan het Trinity College of Music in Londen bij Joseph Horovitz, Robert Saxton en Adam Corb. Cecilia McDowall doceert aan het Trinity College en aan de Yehudi Menuhin School. Cecilia McDowall componeerde • 2 opera’s • 2 musicals • 16 orkestwerken • 65 koorwerken, a cappella of met begeleiding van orgel, piano of andere instrumenten - Of a Rose, 1993, voor koor a capella • 53 kamermuziekwerken • 10 (series) werken voor zangstem en piano of andere instrumenten • 6 pianowerken • 4 orgelwerken • 1 werk voor soloviool
Philip Sparke (*Londen, Engeland, 1951) studeerde aan het Royal College of Music in Londen compositie, trompet en piano. Hij speelde trompet in het harmonieorkest van het college en, op aanwijzing van Philip Cannon, die leraar was aan het Royal College of Music, vormde hij met studiecollega's een brassband. Hij is de bekendste hedendaagse Britse componist voor HaFaBra-werken in de laatste 20 jaar. In Londen stichtte hij een muziekuitgave voor zijn eigen werken, Anglo Music Press. Philip Sparke componeerde • 160 werken voor harmonieorkest, brassband en fanfare - Introït and Madrigalum, 2006, gecomponeerd voor het Christelijk Fanfareorkest 'Psalm 150' in Dinxperlo - Centennial Salute, 2010, gecomponeerd voor het honderdjarig bestaan van de Llandudno Town Band, in Noord Wales,
John Steinmetz (*1951 Oakland, Californië) volgde een opleiding aan het California Institute of the Arts. Hij ontwikkelde zich tot een veelgevraagde fagottist. Als componist heeft hij veel voor fagot geschreven John Steimetz is getrouwd met violiste Kazi Pitelka, ze hebben twee kinderen: Eva en Leo. John Steinmetz componeerde • 3 orkestwerken - fagotconcert, 2003. - Together, 2009 • 16 kamermuziekwerken - Quintet, 1984, voor blaaskwintet - sextet Simple Pleasures, 2003 - sonate voor fagot en piano, 1981 • 10 werken voor instrumenten solo - Etude No. 5 voor fagot solo, 1982 • 7 komische werken • 4 koorwerken
Qigang Chen (*Shanghai, China, 1951) kwam uit een kunstenaarsgezin en leerde van kinds af musiceren. Toen de Culturele Revolutie (1966-1976) in China uitbrak, studeerde hij op de Muziek Middenschool van het Conservatorium van Bejing. Zijn vader, bekend kalligrafeur en schilder werd als “burgelijke antirevolutionair” meteen naar een werkkamp gestuurd. Qigang Chen kreeg drie jaar lang een levensbeschouwelijke heropvoeding, maar bleef ondanks de politieke en sociale anti–cultuur druk, compositie en partituurschrijven studeren. Toen de situatie in 1977 veranderde, kreeg Qigang Chen de mogelijkheid om aan het Centrale Conservatorium in Bejing te gaan studeren. Van 1978 tot 1983 studeerde hij daar bij Luo Zhonghong. Op zijn 33ste kwam hij in Parijs, waar hij de laatste leerling van Olivier Messiaen was. Qigang Chen studeerde bij hem tot 1988. In 1987 volgde hij ook nog een compositiestudie bij het IRCAM en aan de Academia Chigiana in Siena bij Donatoni. Hij bleef in Frankrijk wonen en kreeg in 1992 het Franse staatsburgerschap. Qigang Chen componeerde • 1 ballet • 16 concerten - Joie Éternelle, 2013 voor trompet in C en orkest, geschreven voor Alison Balsom • 5 andere orkestwerken - Muziek voor de Openingsceremonie van de 29ste Olympische Spelen, 2008 - Itinéraire d'une illusion, 2017 • 12 kamermuziekwerken • 1 werk voor 6 zangstemmen en orkest • 2 werken voor bariton en instrumentaal ensemble • 1 pianowerk • 1 orgelwerk • 4 songs • 1 acoustisch–electronisch werk • 3 filmscores
Jean-Paul Verpeaux (*Parijs, Frankrijk, 1951) werd na een pianostudie gegrepen door het orgel en werd op den duur zowel kerkorganist als variété -organist. Op zijn twintigste ging hij aan het werk bij de Franse Luchtmacht, waar hij verschillende elektrotechnische banen had en in een militaire fanfare speelde. Naast zijn militaire carrière hield hij zich diepgaand bezig met de ontwikkeling van synthesizers, en werkte hij daarvoor ook samen met Franse en buitenlandse constructeurs. Op het moment houdt Jean-Paul Verpeaux zich voornamelijk met zijn gezin en met componeren bezig. Jean-Paul Verpeaux componeerde • werken voor harmonie en fanfare • 420 orgelwerken - Complainte de Voix Humaine, VPX 224 • elektroakoestische werken
|